ECLI:NL:RBROT:2017:7234

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 september 2017
Publicatiedatum
21 september 2017
Zaaknummer
C/10/535256 / KG ZA 17-1038
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over gebruikersovereenkomst tussen voetbalvereniging en Gemeente Rotterdam

In deze zaak heeft de voetbalvereniging R.V.V. Kocatepe-Anadolu (hierna: Kocatepe) een kort geding aangespannen tegen de Gemeente Rotterdam (hierna: Gemeente) over de beslissing van de Gemeente om geen nieuwe gebruikersovereenkomst aan te gaan voor het gebruik van voetbalvelden. Kocatepe, gevestigd te Rotterdam, heeft een huurachterstand van € 18.172,00 per 17 mei 2016 en heeft in de maanden juni en juli 2017 gesprekken gevoerd met de Gemeente over deze achterstand. Ondanks een vaststellingsovereenkomst van 6 juli 2017, waarin afspraken zijn gemaakt over de aflossing van de huurachterstand, heeft Kocatepe niet aan de betalingsverplichtingen voldaan. De Gemeente heeft Kocatepe een laatste kans geboden om de situatie te verbeteren, maar heeft uiteindelijk besloten om geen nieuwe overeenkomst aan te bieden, mede vanwege een incident op 1 juli 2017 waarbij de politie is ingeschakeld. Kocatepe vordert in deze procedure dat de Gemeente het sportcomplex ter beschikking blijft stellen totdat het Bibob-onderzoek is afgerond. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de Gemeente in redelijkheid tot haar beslissing heeft kunnen komen, gezien de niet-nakoming van de afspraken door Kocatepe en de ernst van de situatie. De vordering van Kocatepe is afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/535256 / KG ZA 17-1038
Vonnis in kort geding van 15 september 2017
in de zaak van
de vereniging
R.V.V. KOCATEPE-ANADOLU,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. U. Arslan,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE ROTTERDAM,
zetelend te Rotterdam,
gedaagde,
advocaten mr. E.A de Vries en M.K.L. Berkvens.
Partijen zullen hierna Kocatepe en Gemeente Rotterdam genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 september 2017
  • de mondelinge behandeling op 15 september 2017
  • de pleitnota van Kocatepe
  • de pleitnota van Gemeente Rotterdam.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden. Ter zitting is aangegeven dat partijen desgewenst om een nader uitgewerkt vonnis konden verzoeken. Dit vonnis is echter volledig uitgewerkt, zodat dat niet meer aan de orde is.

2.De feiten

2.1.
Kocatepe is een voetbalvereniging te Rotterdam.
2.2.
Gemeente Rotterdam is eigenaar van het sportcomplex aan de [adres] te Rotterdam.
2.3.
Kocatepe en Gemeente Rotterdam zijn verschillende gebruikersovereenkomsten aangegaan voor het gebruik van voetbalvelden die onderdeel zijn van het sportcomplex aan de [adres] te Rotterdam (hierna: de velden). De looptijd van de overeenkomsten was (laatstelijk) een jaar. De meest recente gebruikersovereenkomst dateert van 28 juli 2016 en zag op het tijdvak van 1 september 2016 tot en met 31 augustus 2017.
2.4.
Tussen Kocatepe en Gemeente Rotterdam is een geschil ontstaan over de opgelopen huurachterstand. Per 17 mei 2016 bedroeg de huurachterstand € 18.172,00.
2.5.
In juni 2017 en juli 2017 hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden tussen Kocatepe en Gemeente Rotterdam. Het dossier bevat gespreksverslagen van gesprekken op 28 juni 2017, 29 juni 2017, 6 juli 2017, 20 juli 2017.
2.6.
Het gespreksverslag van 28 juni 2017 luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
26 juni jl. heeft de gemeente Rotterdam bij monde van [persoon 1] aan het bestuur van
Kocatepe verzocht om deze avond met spoed bijeen te komen. Dit om de situatie van
Kocatepe te bespreken. De bijeenkomst wordt aangevangen met een voorstelronde:
(…)
Situatie zoals deze door de gemeente wordt gezien
Er is een forse betalingsachterstand van Kocatepe aan de gemeente Rotterdam ontstaan. Dit
betreft gebruikersvergoedingen voor het aan hen in gebruik gegeven complex aan de
[adres] . De club heeft sinds begin 2016 stelselmatig niet gereageerd op facturen,
herinneringen, aanmaningen en sommaties. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeente een deel
van de vordering, namelijk de betalingsachterstand van 2016, aan de deurwaarder uit handen
heeft gegeven. Inclusief bijkomende kosten betreft dit inmiddels bijna €19.000-.
Na meerdere berichten te hebben verzonden, heeft de deurwaarder uiteindelijk een reactie
van Kocatepe ontvangen. Hierin werd verzocht om een betalingsregeling. Deze regeling is conform voorstel van vereniging opgesteld, maar vervolgens is de eerste termijn van betaling
door de club niet nagekomen. De regeling is hiermee komen te vervallen en het gehele bedrag
is weer ineens opeisbaar. Een brief van de deurwaarder waarin dit wordt bevestigd is naar de
club onderweg.
Ook de gebruikersvergoeding voor 2017 is tot op heden niet voldaan. Het betreft een bedrag
van ruim €11.000,-. Ook hiervoor is inmiddels een factuur, herinnering, aanmaning en
sommatie aan de club verzonden, De gemeente staat op het punt om ook deze vordering uit
handen te geven aan de deurwaarder.
Voorts heeft de vereniging afgelopen week een tweetal brieven van de gemeente ontvangen.
In de eerste brief wordt gemeld dat de gemeente voornemens is om de lopende exploitatievergunning van Kocatepe in te trekken wegens het niet (volledig) medewerking verlenen aan een Bibob onderzoek. In de tweede brief wordt een weigering van de aanvraag omgevingsvergunning aan de club kenbaar gemaakt.
Dit laatste traject zal leiden tot het verder oplopen van de schuld aan de gemeente, aangezien
aan de aanvraag van een vergunning leges gekoppeld zijn. Conform de Rotterdamse legesverordening is de aanvrager ook bij een weigering verplicht om leges te betalen, met dien
verstande dat deze met 30% worden verlaagd ten opzichte van een vergunning die verleend
wordt. Rekening gehouden dient worden met een bedrag van ruim €30.000,-.
De feiten op een rij zettend, ziet de situatie van Kocatepe er wat betreft de gemeente zeer
ernstig uit. Op basis van ervaringen met andere sportclubs in een dergelijke situatie, wordt het
als redelijk uitzichtloos gezien. De gemeente neemt het de vereniging kwalijk dat er vanuit de
vereniging nooit ook maar enige communicatie is geweest naar aanleiding van de oplopende
betalingsachterstanden. Pas na herhaaldelijk aandringen van de deurwaarder is een reactie
gekomen, maar ook dit werd gevolgd door het niet nakomen van gemaakte afspraken. Ook
verzoeken van Rotterdam Sportsupport aan Kocatepe om contact met de gemeente op te
nemen over de betalingsachterstanden, hebben niet tot actie geleid.
Reactie van Kocatepe
Er is bij Kocatepe vier maanden geleden een nieuw bestuur aangetreden. Naast [persoon 2] gaat
het hierbij ook om een nieuwe secretaris en een nieuwe penningmeester. Deze zijn door de
Algemene Ledenvergadering benoemd.
Het nieuwe bestuur is geconfronteerd met meerdere problemen. De eerste maand heeft men
gebruikt om dit alles in beeld te brengen. Daarna zijn er de nodige (kleinere) betalingsachterstanden aan andere crediteuren voldaan, waaronder ook de KNVB. De gemeente is op dit moment nog de enige schuldeiser, maar wel een grote. Dit is niet zomaar op te lossen.
Ook aan de inkomstenkant zijn er problemen. Het nieuwe bestuur is bezig om nog contributies
van de afgelopen twee jaar te innen. Ook de sponsorinkomsten zijn sterk verminderd ten
opzichte van voorheen.
bouwbegroting; diverse partijen hebben zich bereid verklaard hieraan bij te
willen dragen. [persoon 3] heeft inmiddels contact gezocht met de bouwinspecteur om te bezien
hoe om te gaan met de weigering. Men neemt bezwaar maken in overweging dan wel het
indienen van een nieuwe aanvraag.
De gemeente geeft hierop aan dat zolang er geen einde is gemaakt aan de achterstanden in
betalingen, zij als verhuurder van het sportcomplex geen toestemming zal geven voor deze
nieuwbouw.
Kocatepe geeft aan wat betreft het Bibob onderzoek om een afspraak verzocht te hebben met
de gemeente, zodat zij meer duidelijkheid zouden kunnen verkrijgen over wat aan hen
gevraagd werd. Hierop is vanuit de gemeente geen reactie gekomen. Men zal gebruik maken
van de mogelijkheid om ten aanzien van het voorgenomen besluit een zienswijze in te dienen.
Vervolgafspraken
De gemeente gaat zich beraden over hoe verder te gaan met de ontstane situatie, maar neemt
hier uiterlijk morgen in de eerste helft van de middag een besluit in. Om 15:30uur is er op het
Timmerhuis een vervolgoverleg gepland, waarin het bestuur van Kocatepe op de hoogte wordt
gebracht van dit besluit en de vervolgstappen die dit besluit met zich mee brengt.
2.7.
In het gesprek van 29 juni 2017 is blijkens het gespreksverslag besproken:
“(…) De Gemeente heeft zich gisteravond en vandaag eerder op de dag beraden over hoe verder te gaan met Kocatepe. De optie om geen nieuwe gebruikersovereenkomst met Kocatepe aan te gaan voor het nieuwe seizoen sterk is overwogen. De omstandigheden geven hiertoe aanleiding. Toch wil de gemeente – onder strikte voorwaarden – een laatste kans aan de vereniging geven en daarmee aan het nieuwe bestuur een kans om zich wel een betrouwbare partner te tonen. Indien niet aan (één van) de voorwaarden wordt voldaan, wordt de huurrelatie alsnog beëindigd.
(…)”
2.8.
Op 6 juli 2017 is tussen partijen een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin – kort gezegd en onder meer – is afgesproken:

1.Huurachterstand en betalingsregelingen

a. Kocatepe is aan de Gemeente Rotterdam voor het gebruik van een sportcomplex (speelgrasveld en kunstgrasveld) aan de [adres] voor de periode 1 januari 2016 tot en met 31 augustus 2017 (gebruikersovereenkomst rit. 15.0320 en gebrulkersovereenkomst nr. 16.0321) een bedrag van in totaal€ 30.694,15 (Inclusief bijkomende (incasso)kosten en wettelijke rente (peildatum 5 juli 2017) verschuldigd;
b De Gemeente Rotterdam is bereid om Kocatepe een laatste kans te bieden om de onder ‘1a. genoemde betalingsachterstand door middel van een betalingsregeling ad. €2.000,- per maand te voldoen. Hiertoe dient Kocatepe opnieuw een formeel verzoek tot het treffen van een betalingsregeling in te dienen hij de deurwaarder Kocatepe is gehouden de door de gerechtsdeurwaarder aangeboden betalingsregeling volledig en
tijdig na te komen.
c. indien Kocatepe zich niet, dan wel niet volledig houdt aan de overeengekomen betalingsregeling, komt deze regeling te vervallen en wordt de gehele (restant) vordering weer ineens opeisbaar. De gerechtsdeurwaarder zal dan overgaan tot het treffen van de nodige (Invorderings)maatregelen, waaraan hoge kosten zullen zijn
verbonden. Tevens zal de Gemeente Rotterdam de gebruikersovereenkomst met Kocatepe beëindigen, dan wel geen nieuwe gebruikersovereenkomst voor een nieuw tijdvak met Kocatepe aangaan. Kocatepe is bij het einde van de Ingebruikgeving gehouden het ingebruikgegevene te ontruimen en weer aan de Gemeente Rotterdam
op te leveren. Conform de algemene voorwaarden behorende bij de gebruikers Overeenkomst (model 1) is de gemeente in voorkomend geval geen vergoeding verschuldigd voor de opstallen. De nog openstaande betalingsverplichtingen van Kocatepe aan de Gemeente Rotterdam blijven evenwel bestaan.
(…)

2. Gebruikersovereenkomst voor nieuw tijdvak en Bibob

Pas nadat de Bibob toets volledig is afgerond neemt de Gemeente Rotterdam een definitief besluit tot het al dan niet aanbieden van een nieuwe gebrulkersovereenkomst voor een nieuw tijdvak.
(…)3. Vitaliseringstraject Rotterdam Sportsupport, subsidieregeling en nieuwbouw
a. Kocatepe werkt mee aan een vitaliseringstraject georganiseerd vanuit Stichting Rotterdam Sportsupport. Laatstgenoemde stichting al Kocatepe In dit kader adviseren over de noodzakelijke financiële maatregelen, over bestuurlijke zaken, alsmede over een veilig en pedagogisch sportklimaat. De adviezen van Stichting
Rotterdam Sportsupport worden schriftelijk vastgesteld. Kocatepe is gehouden de adviezen van Stichting Rotterdam Sportsupport op te volgen.
(…)

4. Kocatepe bestuur en algemene ledenvergadering

a. Kocetepe zal de leden schriftelijk informeren over de situatie waarin de vereniging op dit moment verkeert en stuurt een afschrift van deze correspondentie aan de Gemeente Rotterdam.
b. Vast staat dat het feitelijk bestuur van de vereniging wordt gevoerd door andere personen dan do in het handelsregister van de Kamer van Koophandel geregistreerde bestuurders. Kocatepe draagt er zorg voor dat er een Algemene Ledenvergadering wordt gehouden waarin de feitelijke bestuurders ook daadwerkelijk worden benoemd en aan het huidige bestuur ontslag wordt verleend. Tevens is Kocatepe gehouden de Inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel dienovereenkomstig te wijzigen. Dit dient plaats te vinden vóór 25 augustus 2017,

(…)

2.9.
In een addendum bij de overeenkomst van 6 juli 2017 is opgenomen dat de betalingsachterstand op dat moment € 17.238,78 (exclusief rente en incassokosten) bedroeg en niet de in 2.8 bij 1a. genoemde € 30694,15.
2.10.
Kocatepe heeft de op 6 juli 2017 afgesproken aflossing over juli 2017 betaald. Over augustus 2017 is deze niet betaald.
2.11.
Op 1 juli 2017 heeft op het door sportcomplex een incident plaatsgevonden, waarbij de politie is opgeroepen en aanwezig is geweest.
Uit een brief van de politie aan de burgemeester van Gemeente Rotterdam - welke brief ter zitting aan de voorzieningenrechter is getoond, maar die geen deel uitmaakt van het procesdossier - volgt dat volgens getuigenverklaringen sprake is geweest van dreiging met een vuurwapen. Ook blijkt uit de brief dat alcohol is geschonken en dat er een feest gaande was, terwijl voor beide geen vergunning was verleend.
2.12.
Op 14 augustus 2017 heeft Sportsupport aan Gemeente Rotterdam bericht niet tot advisering omtrent Kocatepe te kunnen overgaan, omdat niet (alle) gewenste stukken waren aangeleverd.
2.13.
Op 31 augustus 2017 heeft KNVB aan Kocatepe bericht als volgt:
“Beste bestuursleden,
Wij hebben kennis genomen van het besluit van de gemeente Rotterdam om geen nieuwe huurovereenkomst met de voetbalvereniging Kocatepe aan te gaan. Een vervelende situatie voor zowel de vereniging als jullie leden. Uiteraard heeft dit ook gevolgen voor deelname aan KNVB activiteiten. Indien een vereniging namelijk niet beschikt over een accommodatie, kan er niet worden deelgenomen aan de competitie.
We hebben eerder vandaag contact gehad over de ontstane situatie. Uit oogpunt van een ordelijk verloop van de competitie moeten we een aantal waarborgen stellen. Deze brief is een schriftelijke bevestiging van de besluiten van onze kant.
Voor de korte termijn kunnen we niet anders dan alle veldvoetbalteams uit de bekercompetitie halen. Dit biedt de tegenstanders duidelijkheid en bovendien is er in de aanloop naar de competitie onvoldoende tijd om deze wedstrijden in te halen. Omdat we vernomen hebben dat jullie het besluit van de gemeente mogelijk aanvechten, willen we jullie de tijd geven om alsnog de beschikking te krijgen over een accommodatie. Mocht dit op 15 september a.s. nog niet het geval zijn, zullen we ook alle veldvoetbalteams uit de reguliere competitie halen.
Mocht het zover komen dan wil de KNVB graag voorkomen dat er leden zijn die door deze situatie dit seizoen niet kunnen gaan voetballen. We hebben besloten dat leden die zich willen overschrijven en uitkomen/uitkwamen in de A-categorie, en daarvoor toestemming krijgen van het bestuur, dispensatie te verlenen. Voor spelers van de B-categorie bestaat deze mogelijkheid al.
De vereniging beschikt ook over een aantal zaalvoetbalteams. De eerder benoemde maatregelen zijn vooralsnog niet van toepassing op deze teams. Voor het deelnemen aan de competitie in de zaal is namelijk geen eigen accommodatie vereist.
Helaas hebben we ook moeten constateren, dat er een betalingsachterstand richting de KNVB is ontstaan. Uiteraard kunnen we begrip opbrengen voor de situatie waar jullie je in bevinden. Evenwel verwachten we uiterlijk 15 september 2017 een oplossing voor deze achterstand. We zijn bereid hierover in gesprek te gaan, maar laten het initiatief bij jullie.
(…)”
2.14.
Op 1 september 2017 heeft Gemeente Rotterdam aan Kocatepe per brief, voor zover van belang, bericht als volgt:
“(…)
Geacht bestuur,
Zoals u reeds mondeling op 30 augustus jl. door [persoon 4] (afdelingshoofd), [persoon 5] (teammanager) en [persoon 6] (beleidsadviseur) van de directie Sport & Cultuur van de gemeente Rotterdam en nogmaals op 31 augustus 2017 door wethouder [persoon 7] (Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport) is medegedeeld, heeft de gemeente besloten geen nieuwe gebruikersovereenkomst voor het sportcomplex aan de [adres] met uw vereniging aan te gaan. De laatste gebrulkersovereenkomst (gebruikersovereenkomst nr. 160321) is van rechtswege geëindigd op 31 augustus jl.
Zoals u wel bekend, is uw vereniging de uit voornoemde gebruikersovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen niet (volledig) nagekomen inmiddels bedraagt de betalingsachterstand € 16.238,75- (exclusief bijkomende incasso)kosten en wettelijke rente). Naast genoemde betalingsachterstand kampt uw vereniging ook me bestuurlijke problemen. De afgelopen maanden hebben er op initiatief van de gemeente diverse gesprekken met uw vereniging plaatsgevonden De gemeente heeft u in juni jl. laten weten de situatie van
Kocatepe als zeer ernstig en uitzichtloos te beschouwen en te overwegen om geen nieuwe
gebruikersovereenkomst aan te gaan.
Naar aanleiding van deze gesprekken en onder strikte voorwaarden heeft de gemeente zich
bereid verklaard om uw vereniging een laatste kans te geven om in financiële en
organisatorische zin orde op zaken te stellen. De met uw vereniging in dit kader gemaakte afspraken zijn op 6 juli 2017 vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst.
Medio augustus Is helaas gebleken dat uw vereniging niet alle afspraken is nagekomen, waaronder de afspraken betrekking hebbend op het vitaliseringstraject vanuit Rotterdam Sportsupport en een Bibob onderzoek. Ook is er nog geen voltallig bestuur benoemd. Voorts heeft er op 1 juli jl. een incident op het sportcomplex plaatsgevonden waarbij het clubgebouw op het sportcomplex is gebruikt in strijd met de geldende wet- en regelgeving en de politie is ingeschakeld. In de gesprekken na 1 juli heeft u verzuimd de gemeente te informeren over dit incident.
Alles overwegende heeft de gemeente niet het vertrouwen dat uw vereniging in staat is om de financiële en bestuurlijke, organisatorische problemen het hoofd te bieden en zich een betrouwbare contractspartner te tonen die tijdig en volledig de op haar rustende verplichtingen nakomt. Om deze reden is besloten om geen nieuwe gebruikersovereenkomst met uw vereniging aan te gaan.
(…) ”

3.Het geschil

3.1.
Kocatepe vordert samengevat – bij vonnis:
I. Gemeente Rotterdam te veroordelen om het sportcomplex te aan de [adres] te Rotterdam aan Kocatepe ter beschikking te blijven stellen, zolang de Bibob-toets niet volledig is afgerond en zolang er geen bezwaren uit de Bibob-toets naar voren zijn gekomen met betrekking tot Kocatepe.
II. Gemeente Rotterdam te veroordelen in de kosten van het geding, de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
Gemeente Rotterdam voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De spoedeisendheid van het gevorderde volgt uit de inhoud van de vordering en wat daaraan ten grondslag gelegd is. Die spoedeisendheid wordt ook niet betwist.
4.2.
De vraag die in dit kort geding moet worden beantwoord is of Gemeente Rotterdam de beslissing die besloten ligt in zowel de brief van 1 september 2017, als in de mondelinge mededelingen tijdens gesprekken met vertegenwoordigers van Kocatepe op 30 en 31 augustus 2017, in het licht van de tekst en de inhoud van de vaststellingsovereenkomst heeft kunnen nemen.
4.3.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat Gemeente Rotterdam in de brief van 1 september 2017 vijf kwesties benoemt die aanleiding vormen voor de constatering dat de vaststellingsovereenkomst niet is nagekomen, waarna daaruit consequenties worden getrokken. De dagvaarding en de vordering concentreren zich op slechts één aspect daarvan, te weten het Bibob-onderzoek. Tijdens de mondelinge behandeling zijn de andere vier kwesties, door beide partijen, ook ter sprake gebracht. Gelet daarop zal de voorzieningenrechter hierna al die vijf kwesties beoordelen. Op de consequenties van de beperkte strekking en omvang van de vordering zal, zo nodig, bij het nemen van de beslissing nog worden teruggekomen.
4.4.
Kocatepe stelt zich op het standpunt dat Gemeente Rotterdam eerst het Bibob-onderzoek volledig moet afronden voordat er een beslissing kan worden genomen over een gebruikersovereenkomst ten aanzien van het sportcomplex en wijst daarbij op artikel 2 van de vaststellingsovereenkomst. Die stellingname miskent dat de vaststellingsovereenkomst veel meer afspraken bevat aan de nakoming waarvan fatale termijnen zijn gekoppeld. De voorzieningenrechter wijst in dat verband op de artikelen 1b en 1c van de overeenkomst en op artikel 4. Daarnaast volgt uit artikel 3 van de overeenkomst een verplichting die gedurende zekere tijd, en dus bij voortduring, moet worden nagekomen. Als de verplichtingen uit een of meer van die drie artikelen niet worden nagekomen, betekent dat dat de overeenkomst eindigt.
4.5.
In het kader van het Bibob-onderzoek stelt Gemeente Rotterdam dat geen volledige informatie is ingediend. Daardoor kan het Bibob-onderzoek (blijkbaar) niet plaatsvinden of niet worden afgerond. Kocatepe stelt dat het haar niet duidelijk is waarom Gemeente Rotterdam vindt dat zij geen medewerking heeft verleend aan de Bibob-toets. Ter zitting heeft Gemeente Rotterdam zich in eerste termijn beperkt tot de mededeling dat de aangeleverde gegevens voor het Bibob-onderzoek niet compleet waren, waarna Kocatepe heeft herhaald dat het haar niet duidelijk is welke stukken dan zouden ontbreken. Pas in tweede termijn heeft een ter zitting aanwezige vertegenwoordiger van Gemeente Rotterdam verklaard dat de beantwoording van de onderzoeksvragen door een van de bestuursleden zodanig was dat er vanwege dat antwoord een bijlage bij de stukken had moeten worden gevoegd. Die bijlage ontbrak. Kocatepe heeft daarop niet meer kunnen reageren zodat, gelet op het beginsel van hoor en wederhoor, met grote terughoudendheid betekenis aan die mededeling moet worden toegekend.
4.6.
Een tweede kwestie betreft het niet (tijdig) nakomen van de betalingsregeling, door het niet (tijdig) betalen van de aflossing over de maand augustus 2017. Kocatepe erkent dat die aflossing niet tijdig betaald is. Zij stelt zich op het standpunt dat Gemeente Rotterdam in schuldseisersverzuim verkeerde zodat zij die betaling kon opschorten. Zij heeft daarvan mondeling mededeling gedaan. Uit het hiernavolgende zal blijken dat de voorzieningenrechter van oordeel is dat Gemeente Rotterdam niet in schuldeisersverzuim verkeerde, zodat het betoog van Kocatepe niet opgaat, zodat de betalingsregeling en daarmee de vaststellingsovereenkomst is komen te vervallen. De stelling van Kocatepe dat bedoelde aflossing later alsnog betaald is, kan daar dan niet aan afdoen en is bovendien niet onderbouwd. Dat had van haar wel verwacht mogen worden, ook gelet op de tijd die er tussen de brief van Gemeente Rotterdam en de zitting in dit kort geding verstreken is.
4.7.
Volgens Gemeente Rotterdam is Kocatepe ook de verplichtingen in het kader van het vitaliseringstraject vanuit Rotterdam Sportsupport niet nagekomen. De vereniging is in dat kader een overeenkomst met Rotterdam Sportsupport aangegaan op grond waarvan zij verplichtingen had om per 23 juli 2017 gegevens te verstrekken. De voorzieningenrechter begrijpt dat Kocatepe dit niet zozeer betwist, maar het wijt aan de zomer- en vakantieperiode dat dit (nog) niet is/was gebeurd. Daarmee miskent zij dat zij de verplichting ten opzichte van Gemeente Rotterdam op 6 juli 2017 is aangegaan, op het moment dat in deze regio de zomervakantie op het punt van uitbreken stond, en blijkbaar nog later verplichtingen ten opzichte van Rotterdam Sportsupport op zich heeft genomen. Het komt voor haar rekening en risico dat zij verplichtingen is aangegaan waarvan zij, mogelijk achteraf, moet constateren dat zij die niet kan nakomen. Kocatepe stelt niet dat zij Gemeente Rotterdam en Rotterdam Sportsupport hierover benaderd heeft, om te kijken of er op dit punt mogelijk een zeker uitstel of addendum op de overeenkomst mogelijk zou zijn.
4.8.
In Artikel 4 van de vaststellingsovereenkomst legt Kocatepe zich vast op het punt van bestuurdersbenoemingen, ontslag van bestuurders en het naar aanleiding daarvan actualiseren van de gegevens in het handelsregister van de Kamer van koophandel. Gemeente Rotterdam heeft onweersproken gesteld dat de, twee, nieuw gekozen bestuurders, niet zijn ingeschreven in het handelsregister en dat de oude bestuursleden nog wel staan ingeschreven. Daarmee staat vast dat Kocatepe de verplichtingen die zij op dit punt op zich genomen heeft niet is nagekomen.
4.9.
De laatste kwestie betreft het verzuim om Gemeente Rotterdam te informeren over een incident dat zich op 1 juli 2017 op het sportcomplex heeft voorgedaan en, zo begrijpt de voorzieningenrechter, de inhoud van dit incident. Op 1 juli 2017 zou het sportcomplex zonder vergunning gebruikt zijn voor een feest van een van de nieuwe bestuurders waarbij alcohol geschonken zou zijn en bovendien bedreiging met een vuurwapen zou hebben plaatsgevonden. Gemeente Rotterdam heeft hiervan een melding ontvangen van de politie die naar aanleiding van een melding ter plaatse is geweest. Kocatepe meent dat het incident wordt aangedikt en betwist dat er met een vuurwapen is gedreigd. Gemeente Rotterdam heeft ter zitting inzage gegeven aan de voorzieningenrechter van een brief van de politie aan de burgemeester waarin het incident wordt beschreven en wordt gevraagd om een bestuurlijke maatregel te overwegen. De voorzieningenrechter heeft bepaalde passages uit die brief ter zitting voorgelezen, met name die passages die (zouden kunnen) gaan over een vuurwapen. De strekking van die passages was dat getuigen verklaard hebben dat er door een man gedreigd is met een vuurwapen door dat wapen met een vinger aan de trekker tegen het hoofd van een vrouw te zetten. Kocatepe stelt zich naar aanleiding daarvan op het standpunt dat daarmee nog niets bewezen is. Formeel gezien klopt dat, maar als weergave van politieonderzoek, ook al is dat slechts neergelegd in een brief en niet gerelateerd in een proces-verbaal, kan aan de inhoud van het gerelateerde desalniettemin wel betekenis worden gehecht. Wat daar verder ook van zij, niet betwist wordt dat in strijd met wet- en regelgeving en de aan Kocatepe verleende vergunningen, een feest op het complex is gehouden en daarbij alcohol is geschonken, wat beide niet is toegestaan. De voorzieningenrechter begrijpt verder dat Gemeente Rotterdam er voorts betekenis aan hecht dat dat het ging om een feest van (familie van) een van de nieuwe bestuurders. In het licht van alles wat er speelde, is dat niet onterecht.
4.10.
Van al deze kwesties heeft Gemeente Rotterdam in gesprekken op 30 en 31 augustus mondeling (al) mededeling gedaan in gesprekken met vertegenwoordigers van Kocatepe. Daarbij heeft zij haar beslissing om geen nieuwe gebruikersovereenkomst aan te gaan al aangekondigd/meegedeeld. Gelet op alle feiten en omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat Gemeente Rotterdam in alle redelijkheid tot die beslissing heeft kunnen komen. Niet aan te nemen valt dat die beslissing in een bodemprocedure anders zal uitpakken.
Een belangenafweging zou dit niet anders maken. Daarbij is acht geslagen op het feit dat er ook nog een geschil lijkt te spelen met de KNVB, aan wie Kocatepe ook nog een schuld zou hebben, waarover zij wel stelt maar niet onderbouwt dat die inmiddels voldaan zou zijn. Voorts is acht geslagen op het feit dat Kocatepe nog een andere schuld aan Gemeente Rotterdam heeft. Dat betreft een vordering aan leges in verband met een voorgenomen nieuwbouwproject waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd. Ten aanzien daarvan stelt Kocatepe, net als ten aanzien van het restant van de schuurschuld, dat alles in één keer betaald kan worden, althans dat er toezeggingen en garantstellingen zijn. Gemeente Rotterdam stelt zich echter terecht op het standpunt dat daarvan niets gebleken is.
4.11.
Dit alles leidt tot het oordeel dat Gemeente Rotterdam heeft kunnen komen tot de beslissing om Kocatepe geen nieuwe gebruikersovereenkomst aan te bieden. Dat leidt tot afwijzing van de vordering. Volledigheidshalve zij nog overwogen dat, nu er veel meer kwesties speelden dan alleen die aangaande het Bibob-onderzoek en die kwesties, gelet op de tekst van de vaststellingsovereenkomst, zowel afzonderlijk als tezamen het eindigen van die overeenkomst rechtvaardigen, het nog laten afronden van een Bibob-onderzoek nergens toe zou leiden. Immers, (ook) op andere gronden is er al een einde aan de vaststellingsovereenkomst gekomen en kunnen komen.
4.12.
Op grond van het voorgaande zal de vordering worden afgewezen.
4.13.
Kocatepe zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Gemeente Rotterdam worden begroot op:
- griffierecht € 618,00
- salaris advocaat €
816,00
Totaal € 1.434,00
De voorzieningenrechter zal de proceskostenveroordeling ambtshalve uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Kocatepe in de proceskosten, aan de zijde van Gemeente Rotterdam tot op heden begroot op € 1.434,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 15 september 2017.
1634/2009