In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 oktober 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen CMA CGM (Holland) B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerder]. De werknemer was sinds 1997 in dienst en vervulde de functie van assistent financieel manager. Hij werd op 11 augustus 2016 op staande voet ontslagen wegens frauduleuze handelingen, maar het ontslag werd later door de kantonrechter vernietigd. Na verder onderzoek door CMA CGM, waarbij ook externe partijen betrokken waren, kwamen er ernstige beschuldigingen aan het licht over de werknemer die in de periode van juli 2009 tot februari 2011 grote bedragen had verduisterd. De kantonrechter oordeelde dat het handelen van de werknemer ernstig verwijtbaar was, onder andere omdat hij betrokken was bij het aanmaken van valse rekeningen en het verdoezelen van onregelmatige betalingen. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst per 1 november 2017 zonder recht op transitievergoeding of billijke vergoeding, en veroordeelde de werknemer in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de ernst van de beschuldigingen en de gevolgen van het handelen van de werknemer voor de werkgever.