dat hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 13 juni
2013 tot en met 21 november 2013 in de gemeente Tilburg en/of elders in
Nederland,
als bestuurder van een rechtspersoon genaamd [naam bedrijf]
, welke op 11 juni 2013 bij vonnis van de Rechtbank Zeeland-West-
Brabant in staat van faillissement was verklaard,
niet heeft voldaan aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek en/of artikel 5, eerste lid van de Wet op de formeel buitenlandse
vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid van Boek 2 van
het Burgerlijk Wetboek omschreven verplichtingen en/of
de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, waarmee volgens die
artikelen administratie was/werd gevoerd en/of de boeken, bescheiden en
andere gegevensdragers die ingevolge die artikelen zijn bewaard, niet in
ongeschonden staat te voorschijn heeft gebracht;
(art 342 ahf/sub 3 Wetboek van Strafrecht )