ECLI:NL:RBROT:2017:8914

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 oktober 2017
Publicatiedatum
14 november 2017
Zaaknummer
C/10/533936 / FT EA 17/1762
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot gedwongen schuldregeling niet-ontvankelijk verklaard wegens incompleet verzoek

Op 25 augustus 2017 heeft verzoekster een verzoek ingediend op basis van artikel 287a, eerste lid, van de Faillissementswet. Dit verzoek was gericht aan de rechtbank om de schuldeisers die weigerden mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze regeling. De rechtbank heeft op 20 oktober 2017 uitspraak gedaan in deze zaak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat bij het verzoek een compleet verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling ontbrak, zoals vereist volgens artikel 3.2.3.4 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken. Hierdoor kon de rechtbank niet overgaan tot de behandeling van het verzoek. Verzoekster werd dan ook niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek.

De rechtbank merkte op dat zelfs als er een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling was ingediend, verzoekster er rekening mee had moeten houden dat zij alsnog niet ontvankelijk zou worden verklaard. Dit was het geval omdat niet was aangetoond dat Smaal Finance Incasso B.V. als schuldbemiddelaar kon worden aangemerkt volgens artikel 48, eerste lid, onderdeel d van de Wet op het consumentenkrediet. Hierdoor was er geen verwachting dat de verklaring genoemd in artikel 285, lid 1, onder f van de Faillissementswet bij het verzoek tot toelating kon worden gevoegd.

De rechtbank heeft in haar beslissing verklaard dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot het bevelen van een gedwongen schuldregeling. Deze uitspraak is gedaan door mr. W.J. Geurts-de Veld en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verzoek gedwongen schuldregeling: niet-ontvankelijk
rekestnummer: [nummer]
[naam] ,
[adres]
[woonplaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 25 augustus 2017 een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om de schuldeisers die weigeren mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

Bij een verzoek ex artikel 287a Fw dient, op grond van artikel 3.2.3.4 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken, een compleet verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling met de in artikel 3.1.2.6 vermelde bijlagen, te worden gevoegd.
Bij het onderhavige verzoek ontbreekt een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling.
Op grond van het bovenstaande kan de rechtbank niet overgaan tot behandeling van het verzoek. Verzoekster dient dan ook vanwege het vorenstaande niet ontvankelijk te worden verklaard in haar verzoek.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat ook indien een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling bij het onderhavige verzoek was gevoegd, verzoekster er rekening mee had moeten houden dat zij niet ontvankelijk zou worden verklaard in haar verzoek. Nu niet is gebleken dat Smaal Finance Incasso B.V. kan worden aangemerkt als schuldbemiddelaar in de zin van artikel 48 eerste lid, onderdeel d van de Wet op het consumentenkrediet, is immers niet de verwachting dat bij het verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling de verklaring genoemd in artikel 285 lid 1 onder f van de Faillissementswet kan worden gevoegd.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot het bevelen van een gedwongen schuldregeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Geurts-de Veld, rechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 20 oktober 2017. [1]
De griffier is buiten staat het vonnis mede te ondertekenen.