ECLI:NL:RBROT:2017:9156

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 november 2017
Publicatiedatum
21 november 2017
Zaaknummer
10/741199-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld tijdens rellen na voetbalwedstrijd in Rotterdam

Op 9 november 2017 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij rellen na de voetbalwedstrijd tussen Excelsior en Feyenoord op 7 mei 2017. De verdachte werd beschuldigd van openlijk geweld in vereniging. Tijdens de wedstrijd waren er ongeregeldheden ontstaan in het centrum van Rotterdam, waarbij de ME werd bekogeld met flessen, stenen en andere voorwerpen. De verdachte was aanwezig op de Coen Moulijnweg en zou samen met anderen glazen flessen naar de politie hebben gegooid. De rechtbank heeft op basis van getuigenverklaringen en videobeelden vastgesteld dat de verdachte daadwerkelijk geweld heeft gepleegd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet alleen deel uitmaakte van de gewelddadige menigte, maar ook actief heeft bijgedragen aan het geweld. De verdachte werd veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur, met aftrek van voorarrest. De rechtbank benadrukte dat openlijk geweld tegen politieambtenaren nooit te rechtvaardigen is en dat er een krachtig signaal moet worden afgegeven tegen dergelijk gedrag.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/741199-17
Datum uitspraak: 9 november 2017
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,
raadsvrouw mr. D.S. Lösing, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 oktober 2017.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. Harbers heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, alsmede een taakstraf voor de duur van 200 uur, subsidiair 100 dagen vervangende hechtenis, met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Standpunt van de verdediging
De tenlastelegging ziet op de rellen in het centrum. De verdachte was daar niet; hij bevond zich bij het stadion De Kuip. Alleen daarom al dient vrijspraak te volgen.
Bovendien is het niet mogelijk om te toetsen of degene die verbalisant [naam verbalisant] beschrijft als de verdachte, daadwerkelijk de verdachte is. Een signalement ontbreekt. Het proces-verbaal van aanhouding van de stiefzoon van de verdachte is bovendien identiek. Een persoonsverwisseling is dus niet uit te sluiten. Er kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat het proces-verbaal van verbalisant [naam verbalisant] betrekking heeft op de verdachte. Hij dient daarom te worden vrijgesproken.
4.2.
Bewijsoverweging
Op 7 mei 2017 werd in het stadion van Excelsior een wedstrijd gespeeld tussen Excelsior en Feyenoord. Feyenoord kon bij een overwinning het landskampioenschap veiligstellen. Op verschillende plaatsen in het centrum van Rotterdam en bij stadion De Kuip waren schermen geplaatst zodat de vele bezoekers voor wie geen plaats in het stadion was, de wedstrijd konden volgen. Na de rust liep Feyenoord een achterstand op en ontstonden er ongeregeldheden in het centrum van Rotterdam, maar ook op de Coen Moulijnweg bij het stadion werd het onrustig. [1]
Tegen het eind van de wedstrijd werd de ME van het ene op het andere moment bekogeld met flessen, stenen en ander materiaal, waaronder verkeersborden, hekken en straatmeubilair. Op de Coolsingel werden straatstenen uit het trottoir gewrikt en werd er met zwaar vuurwerk gegooid. [2] Ook op de andere locaties in het centrum – waaronder de Korte Lijnbaan – werd de ME bekogeld door de supporters en werden vernielingen aangericht. [3] Van deze ongeregeldheden zijn videobeelden gemaakt, die door verbalisanten zijn bekeken. Sommige verdachten zijn ter plaatse aangehouden, anderen zijn op de videobeelden herkend of hebben zichzelf gemeld nadat hun foto op de website van de politie was geplaatst. Ook deze verdachten zijn vervolgens aangehouden.
Aan alle verdachten die op 26 oktober 2017 terechtstonden, is ten laste gelegd dat zij openlijk in vereniging geweld hebben gepleegd in verschillende straten in het centrum van Rotterdam. Voor een bewezenverklaring van openlijke geweldpleging dient het medeplegen van (openlijk) geweld te worden vastgesteld. Dat wil zeggen dat dit geweld in nauwe en bewuste samenwerking gepleegd moet zijn. Het opzet van de dader moet derhalve gericht zijn op het geweld en zijn bijdrage daaraan en hij moet aan het geweld hebben bijgedragen door hetzij zelf geweld te gebruiken, hetzij – bij gebreke daaraan – een wezenlijke bijdrage te leveren aan het geweld van anderen. Het enkel deel uitmaken van een groep waarvan geweld uitgaat, is op zichzelf niet voldoende voor bewezenverklaring.
Verbalisant [naam verbalisant] zag dat de verdachte samen met twee anderen glazen flessen gooide vanuit de menigte in de richting van de politie, die in linie stonden op de Coen Moulijnweg [4] te Rotterdam, ter hoogte van het Topsportcentrum. De politiemensen moesten volgens verbalisant [naam verbalisant] uit de linie stappen om de flessen te kunnen ontwijken. Hierop heeft verbalisant de verdachte aangehouden. [5] De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij een flesje in de richting van de politie heeft gegooid. [6] Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij zich wel op die locatie bevond en een flesje bij zich had, maar dat hij dit flesje vervolgens van zich af in de berm heeft gegooid. De rechtbank heeft evenwel – ook vanwege de verklaring die de verdachte bij de politie heeft afgelegd - geen reden om te twijfelen aan de waarneming van verbalisant [naam verbalisant] , die de verdachte een fles in de richting van de ME heeft zien gooien. Op basis daarvan komt de rechtbank tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde openlijke geweldpleging op de openbare weg in Rotterdam.
De verdachte verrichtte de bedoelde (gewelds)handelingen op een moment dat ook anderen voorwerpen naar ME-agenten, -paarden of -bussen gooiden. Dit kan hem niet ontgaan zijn. Hij droeg met zijn handelen bij aan de gewelddadige stemming ter plaatse. Hieruit volgt dat verdachtes opzet zich (ook) uitstrekte tot het geweld dat anderen op dezelfde locatie pleegden. Ook dat geweld kan hem daarom worden toegerekend. Die toerekening gaat niet zo ver dat de verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor geweld dat op andere plekken in de stad gepleegd werd. In zoverre zal de verdachte worden vrijgesproken.
4.3.
Bewezenverklaring
De rechtbank heeft de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
Hij op 7 mei 2017 te Rotterdam, op of aan de openbare weg(en),
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen,
welk geweld bestond uit het meermalen (telkens) (met kracht)
in de richting van politieagenten en/of politiepaarden gooien met flesjes.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
7 mei 2017 had een feestelijke dag moeten worden voor Feyenoord, de supporters van die club en de stad Rotterdam. Helaas bleek ook nu dat de gezegden “voetbal is oorlog” en “geen woorden maar daden” door velen verkeerd worden begrepen. Feyenoord verloor van Excelsior en moest daardoor nog een week op de landstitel wachten. Meteen na de wedstrijd sloeg de vlam in de pan. Het centrum van Rotterdam werd een slagveld, waar ME’ers werden belaagd door relschoppers en ook bij stadion De Kuip werd het onrustig en werd onder meer door verdachte met bierflesjes naar de ME gegooid. Niet alleen de ME’ers, maar ook politiepaarden en politievoertuigen werden bekogeld met stenen, flessen, blikjes, vuurwerk en andere voorwerpen. Er werden vernielingen aangericht. Er klonken opruiende spreekkoren als “Rotterdam hooligans” en “Hamas Hamas, Joden aan het gas”. De beelden die in de dossiers zijn beschreven en deels ter zitting zijn getoond, laten menigten zien die uit zijn op rellen, en daardoor de politie verhinderen de openbare orde te handhaven. De verdachten en de andere relschoppers hebben door hun bijdragen aan de gewelddadigheden Feyenoord in het bijzonder en het voetbal in het algemeen een slechte dienst bewezen.
De rol van de verdachte bestond niet alleen uit het getalsmatig versterken van de groep relschoppers, maar hij heeft bovendien bijgedragen aan de geweldshandelingen door een fles naar de politie te gooien.
7.2.
Algemene strafmotivering
Het is de rechtbank opgevallen dat geen van de verdachten die op 26 oktober 2017 terecht hebben gestaan, een redelijke verklaring heeft kunnen geven voor zijn betrokkenheid bij de rellen. Bij velen speelde overmatig drankgebruik een rol. Sommigen hebben psychische problemen of een beperkt denkvermogen. Veel verdachten hebben verklaard dat zij zich “hebben laten meeslepen” door de groep waarin zij verkeerden. Dit alles vormt geen enkel excuus voor de bijdrage die elk van de verdachten aan het geweld heeft geleverd. Het is buitengewoon zorgelijk te noemen dat ook verdachten die hun leven goed op orde lijken te hebben, zich niet kunnen beheersen en hun baan, opleiding of toekomstperspectief in gevaar brengen door deel te nemen aan openlijke geweldpleging.
Sommige verdachten hebben verklaard dat zij klappen van de ME hebben gekregen of zagen dat anderen door ME’ers werden geslagen. Wat daarvan zij, dit is geen excuus voor geweld tegen politieambtenaren. De politie heeft de taak om waar nodig de orde te herstellen en mag daartoe geweld gebruiken. Wanneer een burger vindt dat hij het slachtoffer is geworden van buitenproportioneel politiegeweld, dan kan hij daarover klagen bij de bevoegde instanties. Geweld tegen politieambtenaren, die de hun opgedragen taak uitoefenen, is nooit te rechtvaardigen en leidt bovendien alleen maar tot verdere escalatie.
De officier van justitie heeft tegen de volwassen verdachten taakstraffen geëist, variërend van 180 tot 240 uur, met daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat een krachtig signaal moet worden afgegeven dat openlijke geweldpleging als op 7 mei op verschillende plaatsen in de stad plaatsvond volstrekt onaanvaardbaar is. Anders dan de officier van justitie vindt de rechtbank echter dat bij de strafoplegging recht moet worden gedaan aan het beginsel “gelijke monniken, gelijke kappen”. De meeste verdachten hebben immers vergelijkbare handelingen verricht, zoals het gooien van één of meer voorwerpen richting politieambtenaren, politievoertuigen of politiepaarden. Bovendien neemt de rechtbank de verdachten niet alleen hun eigen handelingen kwalijk. Het gaat er ook om, dat zij allen door die gedragingen een bijdrage hebben geleverd aan een sfeer waarin geweld tegen politiemensen gewoon werd gevonden, en daarmee anderen tot dergelijk geweld aanzetten.
De rechtbank houdt als uitgangspunt een onvoorwaardelijke taakstraf van forse duur aan. Naar het oordeel van de rechtbank sluit dat aan bij de straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd. Voor zover verdachten een aanmerkelijk grotere bijdrage aan de gewelddadigheden hebben geleverd of die meer feiten hebben gepleegd, zal een hogere straf worden opgelegd.
De rechtbank houdt bij de strafoplegging voorts rekening met de persoonlijke omstandigheden van iedere verdachte, zoals die tijdens de politieverhoren, in reclasseringsrapporten en tijdens de zitting naar voren zijn gekomen. Alleen in die gevallen waarin er ook volgens de reclassering een verhoogd herhalingsgevaar bestaat, wordt een deels voorwaardelijke taakstraf opgelegd, waar nodig met bijzondere voorwaarden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 29 september 2017, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 10 mei 2017. Dit rapport houdt – samengevat en voor zover van belang - het volgende in.
Er zijn geen problemen geconstateerd op de besproken leefgebieden. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat. Verder was verdachte coöperatief. Hij werkte goed mee aan de informatieverstrekking ten behoeve van het reclasseringsrapport, bleek sociaal en heeft zijn leven goed op orde. Verdachte betreurde bij de reclassering (maar overigens ook op zitting) wat er is gebeurd en zei te begrijpen dat het ook voor de politie en ME een moeilijke en agressieve situatie was.
Omdat de verdachte zijn leven op orde heeft en het recidiverisico als laag wordt geschat, acht de rechtbank een oplegging van een voorwaardelijke straf als stok achter de deur niet opportuun. Wel zal de rechtbank, conform het hiervoor geformuleerde uitgangspunt, een onvoorwaardelijke taakstraf van forse duur aan de verdachte opleggen, waarbij de rechtbank rekening houdt met het hiervoor overwogene.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Alles afwegend acht de rechtbank een taakstraf voor de duur van 160 uur passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
160 (honderdzestig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
140 (honderdveertig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
70 (zeventig) dagen;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.M. Koevoets, voorzitter,
en mrs. E.M. Havik en L. Amperse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M.E.G. Busemeijer genaamd Lagemann, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 7 mei 2017
te Rotterdam,
op of aan de openbare weg(en), de Coolsingel en/of de Lijnbaan en/of de Korte
Lijnbaan en/of het Rode Zand en/of de Meent en/of het Stadhuisplein en/of het
Beursplein en/of de Karel Doormanstraat en/of het Binnenwegplein en/of de Van
Oldebarneveltstraat en/of de Van Oldebarneveltplaats en/of de Oude Binnenweg
en/of de Haagseveer, in elk geval op of aan (een) openbare weg(en),
openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen en/of goederen,
welk geweld bestond uit het
- meermalen, althans éénmaal (telkens) (met kracht)
naar, althans in de richting van, één of meer politieagen(en) en/of
politievoertuig(en) en/of politiepaard(en) gooien met
(een) (glazen) flesje(s) en/of
(een) blikje(s) en/of
(een) ste(e)n(en) en/of
(een) de(e)l(en) van (een) stoeptegel(s) en/of (een) stoeptegel(s) en/of
(een) fiets(en) en/of (een) pilon(nen) en/of
(een) hek(ken) en/o£ (een) ijzeren pa(a)l(en) en/of
(een) verkeersbord(en) en/of (een) parasolvoet(en) en/of
(een) (plastic) stoel(en) en/of (een) reclamebord(en) en/o£
(een) brandende fakkel(s) en/of vuurwerk en/of bier en/of
(een) ander(e) voorwerp(en)
en/of
- meermalen, althans éénmaal, gooien van (een) hek(ken) en/of (een) ander(e)
voorwerp(en) op de rijbaan om politie-agent(en) en/of
politievoertuig(en) en/of de politiepaard(en) tegen te houden en/of te
belemmeren
en/of
- meermalen, althans éénmaal, zoeken van de confrontatie met
politie-agenten en/of vertonen van agressie£ gedrag en/of op luide
(agressieve) toon roepen van de woorden: "Rotterdam Hooligans" en/of
"Kankerjoden". althans woorden van gelijke (opruiende) aard en/of strekking
en/of
- meermalen, althans éénmaal, trappen tegen (een) hek(ken) en/o£ (een)
politievoertuig(en).

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen [proces-verbaalnummer 1] . In dit proces-verbaal wordt overigens melding gemaakt van de ‘Coenmelijnweg’, maar nu deze niet bestaat en mede gelet op de context van het dossier, kan het niet anders zijn dan dat dit een kennelijke verschrijving is en hier de Coen Moulijnweg gelegen naast het stadion ‘De Kuip’ wordt bedoeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen [proces-verbaalnummer 2] , blad 3: “Omstreeks 16:10 uur barstte de bom en werden de eenheden van de BIOO vanuit het niets bekogeld met flessen, stenen en ander gooimateriaal, waaronder verkeersborden, hekken en ander straatmeubilair. Ik zag dat op de Coolsingel straatstenen uit het trottoir werden getrokken. Ook werd met zeer zwaar vuurwerk gegooid.”
3.Proces-verbaal van bevindingen [proces-verbaalnummer 2] , blad 3: “Het geweld was gericht tegen ons als politie. Op diverse locaties in het centrum werd er in linie opgetreden en geweld toegepast tegen supporters welke de ME bekogelden en vernielingen aanrichtten. De ME werd bijgestaan door de beredenen, de hondenbrigade en de waterwerpers. Voor het aanwenden van het geweld was veelvuldig gewaarschuwd. De B101 heeft opgetreden op de Coolsingel in de richting van West Blaak. De B102 heeft opgetreden op de Lijnbaan en de Korte Lijnbaan.
4.Zie noot 1.
5.Proces-verbaal van aanhouding, nummer [proces-verbaalnummer 3] .
6.Proces-verbaal verhoor verdachte, nummer [proces-verbaalnummer 4] .