Op 7 mei 2017 vond er een voetbalwedstrijd plaats tussen Excelsior en Feyenoord, waarbij Feyenoord het landskampioenschap kon veiligstellen. Na de rust ontstonden er ongeregeldheden in het centrum van Rotterdam, waar supporters van Feyenoord de ME bekogelden en vernielingen aanrichtten. De verdachte werd aangehouden en beschuldigd van openlijk in vereniging geweldplegen. De rechtbank Rotterdam heeft op 9 november 2017 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om te concluderen dat de verdachte openlijk in vereniging geweld had gepleegd. Hoewel de verdachte zelf geweldshandelingen had verricht door een stoel en een reclamebord naar de ME te gooien, was er geen bewijs dat andere personen uit zijn groep ook geweld hadden gepleegd of dat zij een wezenlijke bijdrage aan het geweld van de verdachte hadden geleverd. Het enkele feit dat de verdachte deel uitmaakte van een groep waarin geweld plaatsvond, was niet voldoende voor een bewezenverklaring van openlijke geweldpleging.
Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastelegging. De officier van justitie had een gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk en een taakstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte niet schuldig was aan de hem ten laste gelegde feiten. Dit vonnis is uitgesproken door een meervoudige kamer van de rechtbank Rotterdam, waarbij de rechters de zaak zorgvuldig hebben beoordeeld en de bewijsvoering kritisch hebben gewogen.