2.5.Per brief van 9 juli 2010 heeft de gemeente Den Haag aan [gedaagde] onder meer geschreven:
“In reactie op ons telefoongesprek van 7 juli 2010 deel ik u het volgende mede betreffende het adresonderzoek van de heer [eiser] geboren op 15 juni 1956.
- Op 10 juli 2007 is een adresonderzoek aangevraagd voor de heer [eiser] door het deurwaarderskantoor Vismans.
- Op 10 juli 2007 is een voornemen tot uitschrijving verzonden naar de heer [eiser] .
- De heer [eiser] reageert op 16 juli 2007 op het voornemen en heeft hij tevens contact opgenomen met het deurwaarderskantoor. De heer [eiser] heeft bewijsstukken overleg en naar aanleiding hiervan is het adres akkoord [...] verklaard.
- Op 24 september 2010 is er voor de heer [eiser] nogmaals een adresonderzoek aangevraagd. Dit maal door de eigenaar van de woning aan [adres] , zijnde de heer [eigenaar woning] . De eigenaar verklaart dat de heer [eiser] op genoemd adres alleen zijn post ontvangt en niet daadwerkelijk op het adres woonachting is. De heer [eiser] komt zijn post niet [...] ophalen en hierdoor heeft de eigenaar onderzoek aangevraagd. Hij verklaart ook dat de heer [eiser] in Delft woonachtig zou zijn.
- Hierop volgend is er opnieuw een voornemen gestuurd en wel op 24 september 2007 en een nieuw adresonderzoek gestart. In het kader van het onderzoek hebben wij geen gerelateerden gevonden van de heer [eiser] die wij konden raadplegen. Op dat moment is de wachttijd van het voornemen (4 weken) ingegaan. Binnen di[e] termijn heeft de heer [eiser] kunnen reageren op het voornemen.
- Echter moesten wij constateren dat de heer [eiser] hier niet op gereageerd heeft. Hierop is op 30 oktober 2007 een beschikking verstuurd. De heer [eiser] heeft 6 weken de tijd gehad een bezwaar hierop in te dienen. Wederom heeft de heer [eiser] hier niet op gereageerd.
- Tijdens een telefoongesprek op 15 oktober 2007 heeft de eigenaar van de woning, de heer [eigenaar woning] , verklaard dat de heer [...] [eiser] tot dan toe nog geen contact met hem had opgenomen.
- Het gevolg hiervan is geweest dat de heer [eiser] uiteindelijk op 24 september 2007 is uitgeschreven naar onbekend adres.
In verband met bovenstaande kom ik tot de conclusie dat de gemeente Den [H]aag zich aan de gestelde onderzoeksprocedure heeft gehouden in het kader van het bijhouden van de Gemeentelijke Basisadministratie. Er is dus mijns inziens sprake geweest van rechtmatig verlopen adresonderzoeken.”