2.17In 2017heeft [verweerder] op 24 april 2017 verzocht om van 10 juli 2017 tot en met 4 augustus 2017 met vakantie te mogen gaan. Bij brief van 12 mei 2017 heeft de Apotheek hierop - verkort weergegeven - als volgt gereageerd:
“(…) Wij hebben eerder de afspraak gemaakt dat je maximaal 3 weken aaneengesloten op vakantie mag en hebben je verzocht hier in het vervolg aan te houden. Toch dien je weer een verzoek in die buiten onze afspraken liggen. (…)
Met je huidige contract (…)heb je nog ongeveer 16 dagen op te nemen. Dat is 3 weken vakantie en 1 dag. Hierna zijn je uren op en kan je niets meer opnemen. Realiseer dat je dan de rest het jaar geen vrij meer kan nemen. Ik verzoek je je vakantie zodanig aan te passen dat het klopt met je nog op te nemen vakantie.
Zou je zo snel mogelijk je nieuwe verzoek dan willen indienen?”
In overleg tussen partijen is het [verweerder] toegestaan om van 10 juli 2017 tot en met 31 juli 2017 met vakantie te gaan.
Op 27 juli 2017 ontving de Apotheek een faxbericht bestaande uit drie bladzijden tekst, waarvan twee in de Turkse taal en één in de Nederlandse. De bladzijde in de Nederlandse taal met als kop “Attest” en onderwerp “Rust rapport” luidt - verkort weergegeven - als volgt:
“Voormij verscheen op dd.22.07.2017 om 11:33:25 uur in staatsziekenhuis van Şarkişla bij afdeling Interne Geneeskunde Kliniek onder protocolnummer 8.362, zaaknummer 41.281.828 [verweerder]. Na grondig onderzoek bleek dat hij last heeft van (M54.4) Lumbago,lendenpijn om die redenen is voor hem 10 dagen rust voorgeschreven.
Statusrapport ter kennisgeving afgegeven door:
Specialist Dr. [naam specialist]
Staat Ziekenhuis van Sarkta
Interne Geneeskunde(…)”
Per e-mailbericht van 28 juli 2017 heeft de Apotheek het volgende geschreven aan [verweerder]:
“Hoe gaat het met je? Ik heb je vandaag geprobeerd telefonisch te bereiken, maar je telefoon is niet bereikbaar.
Via de fax en email heb ik een bericht van een mij onbekende [X.] (vertaler) ontvangen dat je in Turkije naar een arts bent geweest die vanwege rugpijn rust heeft voorgeschreven. Ik heb hierover verder geen bericht van je mogen ontvangen.
Je weet dat je, zoals afgesproken is, op dinsdag 1 augustus weer in de apotheek aanwezig moet zijn. Je laatste vakantie dag is maandag 31 juli. Je wilde langer wegblijven en zelfs onbetaald verlof nemen, maar dat was voor ons niet mogelijk.
De afgelopen jaren hebben we meerdere keren discussie gehad over de lengte van jouw vakantie en ben je eerder langer weggebleven. Je weet dat we dit niet kunnen accepteren.
Mocht je dinsdag niet op je werk zijn, dan zal dat dan ook consequenties hebben voor de loonbetaling. Ook zullen we een beslissing nemen of er voor jou nog een toekomst bij ons is. Je weigert dan immers werk. Dit bericht, dat ik vandaag ook aan jou zal mailen en in een brief aan jouw huisadres zal sturen, moet je als
een waarschuwing beschouwen.”
Op 28 juli 2017 heeft de Apotheek de tekst van dit bericht ook verzonden naar [verweerder] via een sms-bericht en via WhatsApp.
Op 1 augustus 2017 is [verweerder] niet op het werk bij de Apotheek verschenen.
Op 1 augustus 2017 om 20:49 uur heeft [verweerder] een sms-bericht verzonden naar de Apotheek met de volgende inhoud:
“Hallo [C.] met [verweerder] ik weet het wel het is zeer lastig situatie van mij wat het gebeurd is. ik ben niet lekker van me rug. weet niet hoe dat komt omdat het niet over is ben ik ziekenhuis geweest als het niet weg is pijn moet ik naar specialist gaan deze week zal ik jullie meer informatie geven overmij. ik gebruik mijn telefoon hier niet veel Omdat wij gebruiken sim kaart anders.”
Op 2 augustus 2017 heeft de Apotheek via een sms-bericht en via WhatsApp het volgende meegedeeld aan [verweerder]:
“Gisteravond pas heb ik je SMS bericht ontvangen dat je nog in Turkije bent.
Je toegekende vakantiedagen zijn voorbij. We hebben heel vaak gezegd en je
gewaarschuwd dat je gisteren moest beginnen. Daarom is de loonbetaling vanaf gisteren stop gezet. Ik verzoek je nogmaals om naar de apotheek te komen.”
Op 4, 7 en 14 augustus 2017 heeft [verweerder] in Turkije een arts bezocht. Aan de Apotheek zijn faxberichten gezonden in de Turkse taal die verband houden met deze bezoeken. Desgevraagd heeft [verweerder] nadien vertalingen van de faxberichten aan de Apotheek doen toekomen.
In de vertaling van het faxbericht van 4 augustus 2017 is – verkort weergegeven – vermeld:
“(…) lumbale en andere aandoeningen tussenwervelschijf (…) 14 dagen geleden heeft hij een wasmachine opgetild, 5-6 maanden terug heeft hij met dezelfde klachten naar dokter gegaan en fysiotherapie gehad. (…)”
In de vertaling van het faxbericht van 7 augustus 2017 met als kop “verklaring van arbeidsongeschiktheid” is – verkort weergegeven – vermeld:
“(…) Van 07.08.2017 tot 13.08.2017 rust voorgeschreven. Kan op 14.08.2017 werk hervatten.”
In de vertaling van het faxbericht van 14 augustus 2017 met als kop “Attest van arbeidsongeschiktheid” is – verkort weergegeven – vermeld:
“(…) 14.08.2017 t/m 18.08.2017 rusten – 19.08.2017 kann weer beginnen met werken.”
Op 22 augustus 2017 is [verweerder] teruggekeerd naar Nederland.
Op 23 augustus 2017 heeft [verweerder] per WhatsApp-bericht onder meer het volgende geschreven aan de Apotheek:
“Hallo [C.] met [verweerder] ik had vandaag om 9 uur apotheek te zijn maar ik kan niet komen ik heb zeer pijn ik kan niet uit mijn bed ik ga zo dokter bellen.”
Op 23 augustus 2017 heeft de Apotheek per WhatsApp-bericht onder meer het volgende bericht aan [verweerder]:
“Beste [verweerder], Nu je je ziek heb gemeld ben je verplicht om naar het spreekuur van de arbo arts te gaan. De nieuwe uitnodiging hiervoor volgt hierna. Tevens herinner ik je aan dat ik morgen een afspraak met je heb om 9 uur in de apotheek. Je loon wordt voorlopig vanaf vandaag voor de rest van augustus betaald in de vorm van een voorschot. Ik wacht verder het oordeel af van de bedrijfsarts of je daadwerkelijk ziek bent en of je ziek bent geweest.”
Op 24 augustus 2017 is [verweerder] op het spreekuur van de bedrijfsarts geweest, waarvan - verkort weergegeven - het volgende is teruggekoppeld aan de Apotheek:
“(...) Eerste arbeidsongeschiktheidsdag 23/08/2017 (...) Dhr. [verweerder] is momenteel
arbeidsongeschikt. Hij geeft overigens zelf aan zich op 27-7 te hebben ziek gemeld. Hij is beperkt in bukken, zwaar tillen, langdurig staan en lopen, autorijden.
Ik verwacht dat dhr. [verweerder] vanaf 4-9 halve dagen kan hervatten in passend werk. Na
twee weken (vanaf 18-9) kan hij volledig hervatten. (...)”
Op 1 september 2017 heeft de Apotheek per WhatsApp-bericht - verkort weergegeven - het volgende meegedeeld aan [verweerder]:
“(…) Je bent vrijgesteld van werkzaamheden in de Apotheek (…)”
Op 19 september 2017 heeft de Apotheek per WhatsApp-bericht - verkort weergegeven - het volgende gevraagd aan [verweerder]:
“(…) klopt het dat je beter bent en ik je hersteld kan melden? (…)”
Per WhatsApp-bericht van diezelfde datum heeft [verweerder] hierop - verkort weergegeven - als volgt gereageerd:
“(…) het gaat wel ik kan gewoon me bezorg werk doen zo als het hoord hier voor heb ik ook Arboarts email gestuurd paardagen geleden (…) Ik wil gewoon komen werken morgen (...)”
In reactie hierop heeft de Apotheek per WhatsApp-bericht van 19 september 2017 het volgende geschreven aan [verweerder]:
“(…) Ik heb je bij de arbodienst hersteld gemeld. Zoals eerder met je besproken is is ben je ontheven van je werkzaamheden in de [De Apotheek]. Je hoeft dus niet te komen.”