De vordering van [eisers] luidt dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
A. verklaart voor recht dat [eisers] hebben gedwaald in de zin van artikel 6:228 BW bij het aangaan van de koopovereenkomst van 31 maart 2015 voor de koop van het perceel met woning aan de [adres en woonplaats] en in de plaats van vernietiging van de Koopovereenkomst het door [eisers] geleden nadeel opheft door [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van alle schade die [eisers] hebben geleden, en nog zullen lijden ten gevolge van de verontreiniging van de bodem met asbest;
Subsidiair
B. verklaart voor recht dat het perceel met de woning aan de [adres en woonplaats] niet beantwoordt aan de koopovereenkomst van 31 maart 2015 en dat [gedaagde] aansprakelijk is voor alle door [eisers] geleden en nog te lijden schade ten gevolge van de verontreiniging van de bodem met asbest;
Zowel primair als subsidiair
C. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eisers] van een bedrag ad € 1.963,80 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van ingebrekestelling, althans de dag van de dagvaarding, althans de dag van het in dezen te wijzen vonnis;
D. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eisers] van alle door [eisers] geleden en nog te lijden schade, voor zover deze schade niet reeds is gevorderd onder sub B van het petitum, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding, althans de dag van het in dezen te wijzen vonnis nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
E. [gedaagde] veroordeelt tot betaling aan [eisers] van een bedrag ad € 25.000,= althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, als voorschot op de
onder D. van dit petitum gevorderde schadevergoeding;
F. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding, althans de dag van het in dezen te wijzen vonnis.