4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring van feiten 1 tot en met 3 redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 tot en met 3 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring van feiten 4 en 5 redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 21 tot en met 28 april 2017 te Dordrecht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [naam slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, meermalen, (telkens) (met kracht) onder andere terwijl die [naam slachtoffer] met tape was vastgezet in een stoel
- heeft gestompt en geslagen in het gezicht, en het bovenlichaam, van die [naam slachtoffer] en
- de keel van die [naam slachtoffer] heeft dichtgeknepen en
- met een boksbeugel, althans een hard/puntig voorwerp, heeft geslagen in het gezicht, van die [naam slachtoffer] en
- heeft geschopt en getrapt tegen de ribben van die [naam slachtoffer] terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op 21 april 2017 te Dordrecht [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door
- een pistool tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] te zetten/te houden, en
- ( daarbij) die [naam slachtoffer] de woorden toe te voegen: "Het liefst schiet ik je dood. Als je naar de politie gaat, duw ik het puntje van dit pistool zo vaak in je reet dat het bloedt. En dan ga ik schieten. Ik hoop dat het nu duidelijk is";
3.
hij op tijdstippen gelegen in de periode van 21 april tot en met 28 april 2017 te Dordrecht tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn pinpas en zijn pincode en een hoeveelheid geldtoebehorende aan die [naam slachtoffer] , welk geweld en welke bedreiging met geweld bestonden uit het
- aan die [naam slachtoffer] op dreigende toon toevoegen van de woorden: "Geef je pinpas en pincode" en "Als je naar de politie gaat zal ik je pakken" en "Ik ga je ballen afsnijden" en "Ik ga je nagels uittrekken" en "Ik ga je voetjes in het cement zetten" en "Ik stuur Mario op je af om je te martelen" en "Als ik hiervoor vast kom te zitten zal ik je pakken", althans woorden van gelijke strekking, en
- meermalen(telkens) slaan en stompen en schoppen en trappen op/tegen die [naam slachtoffer] ;
4.
hij op 29 mei 2017 te Dordrecht een wapen als bedoeld artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een gaspistool van het merk Eskol, type Firat Compact, kaliber 9 mmm P.A.K.,
en
munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de Categorie III, te weten 40 knalpatronen, kaliber 9 mm P.A.K., voorhanden heeft gehad;
5.
hij op 29 mei 2017 te Dordrecht opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 100,8 gram amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.