ECLI:NL:RBROT:2017:9479

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 december 2017
Publicatiedatum
1 december 2017
Zaaknummer
C/10/536569 / KG ZA 17-1114
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verbod op inbreuk auteursrechten en slaafse nabootsing afgewezen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 1 december 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap Texant B.V. (eiseres) en Cetex Fashion V.O.F. (gedaagden). Eiseres vorderde een verbod op inbreuk op haar auteursrechten en een verbod op slaafse nabootsing van haar VIB-meubel door gedaagden. Eiseres stelde dat zij als maker van het ontwerp van het VIB-meubel moet worden aangemerkt en dat gedaagden onrechtmatig handelden door een vergelijkbaar meubel, het PV-meubel, op de markt te brengen. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet kon worden aangemerkt als maker in de zin van de Auteurswet, omdat zij niet kon aantonen dat het meubel door haar was ontworpen. Daarnaast werd geoordeeld dat er geen sprake was van slaafse nabootsing, omdat de overeenkomsten tussen de meubels niet voldoende waren om verwarring bij het publiek te veroorzaken. De vorderingen van eiseres werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/536569 / KG ZA 17-1114
Vonnis in kort geding van 1 december 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] TEXANT B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaten mr. S. Tigu en mr. M. Poulus te Rotterdam,
tegen
1. de vennootschap onder firma
CETEX FASHION V.O.F.,
gevestigd te Rotterdam,
2.
[gedaagde],
vennoot van gedaagde sub 1.,
wonende te [woonplaats] ,
3.
[gedaagde 1],
vennoot van gedaagde sub 1.,
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaten mr. Y. Ay en mr. R.P. de Vries te Amsterdam.
Partijen zullen hierna afzonderlijk [eiseres] Texant, Cetex Fashion, Biçer en Uslu worden genoemd. Gedaagden zullen gezamenlijk als Cetex Fashion c.s. worden aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 10 oktober 2017;
  • de 20 producties van [eiseres] Texant;
  • de 18 producties van Cetex Fashion c.s.;
  • de mondelinge behandeling op 17 november 2017;
  • de pleitnota van [eiseres] Texant;
  • de pleitnota van Cetex Fashion c.s.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van
3 oktober 2017 heeft [persoon 1] (hierna: [persoon 1] ) op 5 maart 2009 een eenmanszaak opgericht, zijnde een groot- en tussenhandel in kinderkleding. De handelsnamen van dit bedrijf waren “Be Fashioned”, “Very Important Baby Fashion” en “VIB Fashion”. De eenmanszaak is met ingang van 23 december 2011 opgeheven en uit het handelsregister uitgeschreven.
2.2.
Blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van
5 oktober 2017 is [eiseres] Texant op 27 januari 2014 opgericht en op 29 januari 2014 in dat register ingeschreven. De zelfstandig bevoegde bestuurders van [eiseres] Texant zijn, van aanvang af, N.T. [persoon 2] (hierna: [persoon 2] ) en [persoon 1] .
Bij ‘Activiteiten’ is vermeld:
“SBI-code: 46421 – Groothandel in bovenkleding
SBI-code: 46429 – Groothandel in textielwaren algemeen assortiment
De exploitatie van een handelsbedrijf op het gebied van kleding en aanverwante artikelen (groothandel). Import en export babyproducten, textielproducten en aanverwante artikelen. Groothandel in (baby) textielproducten. Import en export van handdoeken en golfhanddoeken.”
Bij ‘Handelsnaam’ is vermeld:
“ [eiseres] Texant B.V.”
Bij ‘Startdatum onderneming’ is vermeld:
“27-01-2014”
Bij ‘Internetadressen’ is vermeld:
“www.novatexant.com www.its-a-baby.com
www.veryimportantbaby.nl www.golfhanddoek.com”
2.3.
[eiseres] Texant verkoopt babytextiel van het merk ‘VIB’ en ‘VIB Very Important Baby’. Zij biedt haar afnemers (winkels) de mogelijkheid aan om haar producten aan te bieden in een door [eiseres] Texant te leveren display/verkoopmeubel (hierna: het VIB-meubel), zoals hieronder afgebeeld.
2.4.
Blijkens een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van
5 oktober 2017 is Cetex Fashion op 1 januari 2003 opgericht. De vennoten van Cetex Fashion zijn Biçer en Uslu.
Bij ‘Activiteiten’ is vermeld:
“SBI-code: 46421 – Groothandel in bovenkleding
De groot- (daaronder begrepen de im- en export) en markthandel in babyartikelen (o.a. pyjama’s, rompertjes, sokken, wiegjes, hemeltjes).”
Bij ‘Handelsnaam’ is vermeld:
“Cetex Fashion V.O.F.”
Bij ‘Startdatum onderneming’ is vermeld:
“18-09-1997”
2.5.
Cetex Fashion verkoopt babytextiel van het merk ‘Petit Villain’. Zij biedt haar afnemers (winkels) de mogelijkheid aan om haar producten aan te bieden in verschillende door haar te leveren displays, waaronder de modellen zoals hierna afgebeeld.
het PV-meubel I de PV-kapstok
2.6.
Bij brief van 19 juli 2016 is Cetex Fashion c.s. er door [eiseres] Texant op gewezen dat Cetex Fashion met het PV-meubel I het door [eiseres] Texant ontworpen VIB-meubel heeft gekopieerd en dat deze nabootsing onrechtmatig is. Cetex Fashion c.s. heeft niet op die brief gereageerd.
2.7.
Bij brief van 30 mei 2017 heeft [eiseres] Texant aan Cetex Fashion c.s. medegedeeld dat het PV-meubel I nagenoeg identiek is aan het ontwerp van het VIB-meubel en dat Cetex Fashion c.s. daarmee inbreuk maakt op de auteursrechten van [eiseres] Texant, waarbij is verwezen naar de artikelen 1, 12 en 13 van de Auteurswet (hierna: Aw). [eiseres] Texant stelt in die brief ook dat sprake is van slaafse nabootsing. Cetex Fashion c.s. is onder meer gesommeerd om dit onrechtmatige handelen jegens [eiseres] Texant te staken en gestaakt te houden en de Petit Villain-meubels uit de winkels te verwijderen. Naar aanleiding van die brief heeft schriftelijk en telefonisch contact plaatsgevonden tussen de advocaten van partijen. Dit heeft niet geleid tot afspraken.
2.8.
In 2017 heeft Cetex Fashion een nieuwe display ontwikkeld om aan haar afnemers aan te bieden, het PV-meubel II. Deze display wordt door klanten van Cetex Fashion al gebruikt.
het PV-meubel II

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] Texant vordert – na eisvermeerdering ter zitting (in haar pleitnota) – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. Cetex Fashion c.s. te verbieden inbreuk te maken op [eiseres] Texant’s auteursrechten op het VIB-meubel, c.q. deze slaafs te (doen) nabootsen, meer in het bijzonder door het (doen) vervaardigen, (doen) verkopen, te koop (doen) aanbieden, (doen) verhuren, te huur (doen) aanbieden, (doen) tentoonstellen, (doen) leveren, (doen) gebruiken, dan wel in voorraad (doen) hebben van de PV-meubels I en II;
II. Cetex Fashion c.s. te bevelen uiterlijk binnen 14 dagen na betekening van het vonnis, te doen toekomen een schriftelijke, door een registeraccountant gecontroleerde en gewaarmerkte opgave van de volgende informatie:
a. de leverancier(s), maker(s), producent(en) en distributeur(s), van wie de PV-meubels I en II door Cetex Fashion zijn verkregen, onder mededeling van hun adres(sen), e-mailadres(sen), telefoon en telefaxnummer(s);
b. de aan Cetex Fashion geleverde aantallen, nummers, prijzen en leverdata van de PV-meubels I en II, zulks gerangschikt per leverancier, maker, producent of distributeur van de PV-meubels I en II, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende facturen;
c. de afnemers (voor zover bekend), alsmede de verkochte aantallen, nummers, prijzen, leverdata en afleveradressen van de PV-meubels I en II, zulks gerangschikt per afnemer, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende facturen en onder mededeling van adres(sen), e-mailadres(sen), telefoon- en faxnummer(s) van de afnemers;
d. de bij Cetex Fashion nog aanwezige voorraad van de PV-meubels I en II onder vermelding van de locatie waar de PV-meubels I en II zich bevinden, alsmede de aantallen van de PV-meubels I en II;
e. de met de PV-meubels I en II behaalde omzet en winst, alsmede de verschillende ter berekening van de winst op de omzet in mindering gebrachte kostenposten, voorzien van duidelijke en gedetailleerde schriftelijke bewijsstukken van iedere kostenpost;
III. Cetex Fashion c.s. te veroordelen tot betaling van alle ten gevolge van de inbreuk op het VIB-meubel genoten winst, af te dragen aan [eiseres] Texant;
IV. Cetex Fashion c.s. te bevelen binnen uiterlijk 14 dagen na betekening van het vonnis aan al haar afnemers van de PV-meubels I en II in een voor de geadresseerde begrijpelijke taal, een brief te zenden met uitsluitend de volgende inhoud:
“Geachte […],
Bij vonnis van [datum vonnis] heeft de (fungerend) voorzieningenrechter van de Rechtbank te Rotterdam beslist dat de meubels die wij u hebben verkocht en geleverd, inbreuk maken op het auteursrecht van [eiseres] Texant B.V. en dat wij onrechtmatig hebben gehandeld door het slaafs nabootsen van een meubel van [eiseres] Texant B.V.
In verband hiermee dient u binnen drie dagen na heden de bij u aanwezige voorraad van deze meubels aan ons te retourneren, vergezeld van een schriftelijke verklaring dat er geen (exemplaren van deze) meubels meer bij uw onderneming aanwezig zijn. Door u gemaakte kosten, waaronder verzendkosten, zullen door ons worden vergoed. Voor de goede orde wijzen wij erop dat het in voorraad houden en/of verhandelen van bovenbedoelde meubels inbreuk maakt op de exclusieve rechten van [eiseres] Texant B.V.
Hoogachtend,
[…]”
onder gelijktijdige toezending van kopieën van deze brieven alsmede een lijst van geadresseerden met volledige adresgegevens aan de advocaten van [eiseres] Texant, mrs. S. Tigu en M. Poulus;
V. Cetex Fashion c.s. te bevelen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis de gehele voorraad, waaronder begrepen de door haar afnemers geretourneerde voorraad van de PV-meubels I en II op kosten van Cetex Fashion c.s. en onder toezicht van een door Cetex Fashion c.s. te betalen deurwaarder te vernietigen en binnen twee dagen na deze vernietiging een op kosten van Cetex Fashion c.s. opgesteld proces-verbaal van constatering van de vernietiging toe te zenden aan de advocaten van [eiseres] Texant, mrs. S. Tigu en M. Poulus;
VI. Cetex Fashion c.s. te veroordelen tot betaling aan [eiseres] Texant van een dwangsom van € 5.000,00 ineens voor iedere overtreding van de onder I. tot en met V. opgelegde geboden, c.q. bevelen en een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat een overtreding voortduurt, tot een maximum van € 150.000,00;
VII. Cetex Fashion c.s. te veroordelen in de volledige proceskosten op grond van artikel 1019h onder de bepaling dat (i) de proceskosten voldaan dienen te worden binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, en – voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaatsvindt – (ii) te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede (iii) met veroordeling van Cetex Fashion c.s. in de nakosten de somma van € 131,00 dan wel, indien betekening plaatsvindt, de somma van € 199,00;
VIII. Cetex Fashion c.s. te bevelen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, alle VIB-meubels die Cetex Fashion c.s. in bezit heeft op kosten van Cetex Fashion c.s. aan [eiseres] Texant te retourneren;
IX. Cetex Fashion c.s. te bevelen binnen 14 dagen na dagtekening van het vonnis, te doen toekomen een schriftelijke opgave van de bron van alle VIB-meubels die Cetex Fashion c.s. in haar bezit heeft.
3.2.
Cetex Fashion c.s. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Voor zover [eiseres] Texant stelt dat zij, als gevolg van de in haar ogen voortdurende inbreuk op haar auteursrechten c.q. onrechtmatige slaafse nabootsing door Cetex Fashion c.s., doorlopende schade lijdt en de gevraagde voorzieningen ertoe strekken een einde te maken aan die onrechtmatige handelingen, is het spoedeisend belang bij de direct uit die stellingen voortvloeiende of daarmee samenhangende vorderingen voldoende gegeven, zoals volgt uit HR 12 maart 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AN8483). Dat geldt niet voor de onder III. gevorderde afdracht van winst die uit de gestelde inbreuk voortvloeit en evenmin voor de vorderingen onder VIII. en IX. tot teruggave van VIB-meubels en het verstrekken van informatie daarover. Nu [eiseres] Texant daarvoor geen (apart) spoedeisend belang heeft gesteld, liggen de vorderingen sub III., VIII. en IX. reeds om die reden voor afwijzing gereed.
4.2.
In de eerste plaats legt [eiseres] Texant aan haar vordering ten grondslag dat Cetex Fashion c.s. inbreuk maakt op haar auteursrecht op het ontwerp van het VIB-meubel. Ingevolge artikel 1 Aw komt het auteursrecht uitsluitend toe aan de maker van het werk dan wel diens rechtverkrijgende. In dat verband heeft [eiseres] Texant gesteld dat zij als de maker van het ontwerp van het VIB-meubel moet worden aangemerkt op grond van de artikelen 4, 7 en 8 Aw. Cetex Fashion c.s. heeft daar gemotiveerd verweer tegen gevoerd. Daarover wordt het volgende overwogen.
4.3.
Volgens [eiseres] Texant is [persoon 1] (zie 2.1.) in 2011 gaan samenwerken met [persoon 2] , hebben zij samen [eiseres] Texant opgericht en is de eenmanszaak van [persoon 1] vervolgens opgeheven. Het VIB-meubel is ontworpen door [persoon 2] . Nu [persoon 2] ten tijde van het gemaakte ontwerp naast vennoot tevens werknemer van [eiseres] Texant was, is [eiseres] Texant op grond van artikel 7 Aw te beschouwen als de maker van en auteursrechthebbende op het ontwerp van het VIB-meubel, aldus [eiseres] Texant.
Artikel 7 Aw bepaalt dat, indien een bepaald werk is vervaardigd in dienst van een ander en de arbeid van de vervaardiger bestaat in het verrichten van dergelijke werken, de werkgever als de maker van dat werk wordt aangemerkt, tenzij anders is overeengekomen. Cetex Fashion c.s. heeft er terecht op gewezen dat de stellingen van [eiseres] Texant worden weerlegd door de uittreksels uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel van zowel de eenmanszaak van [persoon 1] als van [eiseres] Texant. Uit die uittreksels volgt, zoals hiervoor al als vaststaand is aangenomen, dat de eenmanszaak per 23 december 2011 is opgeheven en dat [eiseres] Texant pas op 27 januari 2014 is opgericht. Dat betekent ten eerste dat [persoon 2] in 2011 – het moment dat volgens [eiseres] Texant het meubel is ontworpen – nooit werknemer van [eiseres] Texant kan zijn geweest. Dat leidt tot het oordeel dat [eiseres] Texant niet kan worden aangemerkt als maker en auteursrechthebbende en artikel 7 Aw toepassing mist.
Voor zover [eiseres] Texant ter zitting heeft verklaard dat [persoon 2] en [persoon 1] al vele jaren in allerlei rechtsvormen samenwerken en dat het VIB-meubel in één van die rechtsvormen is gemaakt en toen is overgeheveld of overgedragen naar (uiteindelijk) [eiseres] Texant, wordt aan die stelling voorbij gegaan. Nog afgezien van het feit dat die stelling te vaag en niet onderbouwd is, is niet duidelijk gemaakt en valt ook nog niet in te zien hoe een dergelijke inbreng of overdracht tot rechten van [eiseres] Texant uit hoofde van artikel 7 Aw zou kunnen leiden.
4.4.
[eiseres] Texant heeft voorts aangevoerd dat op alle VIB-meubels een topkaarthouder aanwezig is, waarin de aanduidingen “VIB”, “Very Important Baby” en de tekst “www.veryimportantbaby.nl” zijn aangebracht. Ook is op alle zijden van het VIB-meubel een sticker aangebracht met daarop de tekst “VIB” en www.veryimportantbaby.nl. Aangezien op het meubel meermaals de bedrijfs- en merknaam alsook de domeinnaam is weergegeven en [eiseres] Texant handelt onder de naam VIB/Very Important Baby, dient [eiseres] Texant op grond van artikel 4 en 8 Aw als de maker te worden aangemerkt, aldus [eiseres] Texant.
In artikel 4 Aw is bepaald dat als maker van het werk wordt beschouwd degene die op of in het werk als zodanig is aangeduid of, bij gebreke van een aanduiding, degene die bij de openbaarmaking van het werk als maker daarvan is bekend gemaakt door hem die het openbaar maakt, behoudens bewijs van het tegendeel. Artikel 8 Aw bepaalt dat, indien een rechtspersoon een werk als van haar afkomstig openbaar maakt, zonder daarbij een natuurlijk persoon als maker ervan te vermelden, de rechtspersoon als maker van dat werk wordt aangemerkt, tenzij de openbaarmaking onder de bedoelde omstandigheden onrechtmatig was.
Uit de teksten die op het VIB-meubel zijn aangebracht, kan niet worden afgeleid dat [eiseres] Texant de maker van het werk is. In het handelsregister wordt namelijk niet vermeld dat VIB en Very Important Baby door [eiseres] Texant als handelsnaam worden gevoerd. Deze namen worden (blijkbaar) slechts als merknaam gebruikt en Very Important Baby komt in dat kader voor in één van de domeinnamen van [eiseres] Texant. Dat op het VIB-meubel een merknaam en domeinnaam van [eiseres] Texant zijn vermeld, is onvoldoende om te spreken van een aanduiding zoals bedoeld in artikel 4 Aw. Daarbij is ook hier van belang dat [eiseres] Texant heeft gesteld dat het VIB-meubel is ontworpen door [persoon 2] in 2011 en dat het meubel vanaf 2012 aan afnemers is verstrekt. Op dat moment bestond [eiseres] Texant nog niet. Ook is niet bekend, want door [eiseres] Texant is niet gesteld, vanuit welke rechtsvorm het VIB-meubel vanaf 2012 aan afnemers werd aangeboden of openbaar gemaakt. Evenmin is gebleken van een inbreng in of overdracht van de auteursrechten door die rechtsvorm aan [eiseres] Texant. Dit alles tezamen leidt tot het voorlopige oordeel dat [eiseres] Texant ook niet is aan te merken als maker van het werk in de zin van artikel 4 of 8 Aw.
4.5.
Nu niet aannemelijk is gemaakt dat [eiseres] Texant is aan te duiden als maker van het ontwerp van het VIB-meubel dan wel op andere gronden als rechthebbende daarvan in de zin van de Auteurswet, komt haar geen bescherming toe uit hoofde van die wet.
4.6.
De tweede grondslag voor haar vorderingen is de stelling van [eiseres] Texant dat Cetex Fashion c.s. zich schuldig maakt aan slaafse nabootsing van het VIB-meubel en daarmee onrechtmatig jegens [eiseres] Texant handelt in de zin van artikel 6:162 BW.
4.7.
De Hoge Raad heeft in haar arrest van 19 mei 2017 (ECLI:NL:HR:2017:938,
All Round/Simstars) het juridische kader omtrent slaafse nabootsing uiteengezet.
Ten aanzien van nabootsing van een stoffelijk product dat niet (langer) wordt beschermd door een absoluut recht van intellectuele eigendom geldt dat nabootsing van dit product in beginsel vrijstaat, zij het dat dit beginsel uitzondering lijdt wanneer door die nabootsing verwarring bij het publiek valt te duchten en de nabootsende concurrent tekortschiet in zijn verplichting om bij dat nabootsen alles te doen wat redelijkerwijs, zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid of bruikbaarheid van zijn product, mogelijk en nodig is om te voorkomen dat door gelijkheid van beide producten gevaar voor verwarring ontstaat. Nabootsing op een wijze die nodeloos verwarring veroorzaakt, is een vorm van oneerlijke mededinging, waartegen met een vordering uit onrechtmatige daad kan worden opgekomen. Van verwarring ten aanzien van een nagebootst product kan eerst sprake zijn indien dat product een ‘eigen gezicht’ heeft op de relevante markt, dat wil zeggen: zich in uiterlijke verschijningsvorm onderscheidt van andere, gelijksoortige producten op die markt (ook wel ‘het Umfeld’ genoemd). De mate waarin dat product zich dient te onderscheiden van die gelijksoortige producten om bij het verschijnen van nabootsingen ervan een gevaar voor verwarring te kunnen doen ontstaan, hangt onder meer af van de aard en de hoeveelheid gelijksoortige producten die zich op dat moment op de desbetreffende markt bevinden.
Aangezien het verbod op slaafse nabootsing ertoe strekt marktdeelnemers te beschermen tegen oneerlijke concurrentie, gaat het bij de beoordeling van de vraag of de consument een nabootsing zal kunnen verwarren met het nagebootste product, om de invloed van de gelijkenis op diens aankoopbeslissing. Daarbij is bepalend de totaalindruk van elk product en de beschouwing daarvan door een weinig oplettend kopend publiek dat de beide producten meestal niet naast elkaar ziet. De rechter die heeft te beoordelen of in een concreet geval, gelet op de totaalindrukken van vergelijkbare producten, sprake is van een (gevaar voor) nodeloze verwarring bij het desbetreffende publiek, dient daarbij alle relevante omstandigheden van dat geval te betrekken. Daarbij behoeft hij niet als regel ervan uit te gaan dat voor de verwarringsvraag aan punten van overeenstemming meer gewicht toekomt dan aan punten van verschil. Eveneens afhankelijk van de omstandigheden van het geval is of en in hoeverre het publiek zich in het kader van een aankoopbeslissing zal laten leiden door de wijze waarop de producten na aankoop (‘post sale’) zijn of worden waargenomen, of (ook) zal letten op onderdelen die bij gebruik niet zichtbaar zijn, en op de verpakking van de diverse producten.
4.8.
Tussen partijen is onder meer in geschil wie als eerste met haar display op de markt is gekomen. Vaststaat dat [eiseres] Texant op 27 januari 2014 is opgericht. Voor zover het VIB-meubel in 2012 op de markt is gebracht, zoals door [eiseres] Texant is betoogd maar door Cetex Fashion c.s. is betwist, moet dat zijn gedaan door een andere onderneming. Nu, zoals gezegd, vooralsnog gesteld noch gebleken is dat die laatste onderneming in [eiseres] Texant is ingebracht dan wel haar rechten op het VIB-meubel heeft overgedragen aan [eiseres] Texant, wordt het ervoor gehouden dat [eiseres] Texant pas vanaf 27 januari 2014 het VIB-meubel op de markt brengt. Cetex Fashion c.s. heeft aangevoerd dat zij het PV-meubel I in 2011 al op de markt heeft gebracht. Ter onderbouwing daarvan heeft zij schriftelijke verklaringen overgelegd van verschillende afnemers. De verklaringen komen erop neer dat de afnemers in 2011 dan wel in 2012 een houten, verrijdbare display in driehoeksvorm van Cetex Fashion geleverd hebben gekregen. Ook heeft Cetex Fashion c.s. een factuur van een Turkse leverancier van 5 maart 2011 overgelegd, waaruit, volgens haar, blijkt dat zij 30 displays van die leverancier heeft afgenomen tegen € 14,00 per stuk. Hoewel de overgelegde stukken vooralsnog onvoldoende zijn om te concluderen dat het PV-meubel I in 2011 op de markt is gekomen, mede gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door [eiseres] Texant, valt niet uit te sluiten dat Cetex Fashion c.s. in een bodemzaak, waarin in tegenstelling tot dit kort geding wel gelegenheid is om bewijs te leveren middels het horen van getuigen, erin zal slagen dat bewijs te leveren. Dat zou betekenen dat het PV-meubel I eerder door Cetex Fashion op de markt is gebracht dan het VIB-meubel door [eiseres] Texant, zodat Cetex Fashion met het aanbieden van haar displays niet onrechtmatig kan hebben gehandeld jegens [eiseres] Texant.
4.9.
Voor zover in een bodemprocedure zou komen vast te staan dat [eiseres] Texant in rechte kan opkomen uit hoofde van een aan haar toekomend recht dat is overgedragen door een (rechts)persoon die eerder dan Cetex Fashion haar display heeft uitgebracht, wordt het volgende overwogen.
4.10.
Cetex Fashion c.s. heeft betoogd dat de vorm en het uiterlijk van het VIB-meubel niet wezenlijk onderscheidend zijn, omdat er op de markt een veelvoud is van driehoekige stands met een vergelijkbare verschijningsvorm als het VIB-meubel. Zij heeft daartoe printscreens overgelegd van (aanbieders van) verschillende modellen displays. Uit die stukken blijkt echter niet wanneer die modellen op de markt zijn gebracht en of zij op de Nederlandse en Belgische markt worden aangeboden, zodat niet kan worden vastgesteld of die producten tot het hier relevante ‘Umfeld’ behoren. Het verweer van Cetex Fashion c.s. dat [eiseres] Texant geen ‘eigen gezicht’ zou hebben op de relevante markt, slaagt dan ook niet naar voorlopig oordeel.
4.11.
Cetex Fashion c.s. heeft verder aangevoerd dat zij alle PV-meubels I heeft vervangen door het PV-meubel II en dat zij alle PV-meubels I inmiddels heeft laten vernietigen door een daartoe gecertificeerd bedrijf, zodat [eiseres] Texant in ieder geval ten aanzien van het PV-meubel I geen belang meer heeft. Ter onderbouwing heeft zij een ondertekend formulier c.q. ontvangstbevestiging van dat bedrijf, Renewi, overgelegd. [eiseres] Texant heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd betwist dat alle PV-meubels I vernietigd zouden zijn, daarbij onder meer aanvoerend dat het formulier van Renewi niet duidelijk is en het kan zijn dat – als er al iets is vernietigd – het niet ziet op PV-meubels I maar op PV-kapstokken. Op (de enige leesbare versie van) het formulier staat Cetex Fashion als afzender, als datum van het transport 2 november 2017 en de vermelding dat het vertrouwelijk bedrijfsafval betreft. Daarnaast staat daarop met de hand geschreven
“Houten displays ong 25 stuks meegenomen ter vernietiging”. Dit kunnen, zeker gelet op de materiaalaanduiding die – anders dan [eiseres] Texant meent – niet kan duiden op de
PV-kapstokken omdat die van metaal (zouden) zijn, aanwijzingen vormen voor het door Cetex Fashion c.s. gestelde. Daar staat echter tegenover dat er volgens Cetex Fashion c.s.
30 PV-meubels I in omloop zouden zijn geweest, welk aantal niet overeenstemt met “ong 25”, en dat zowel de aanduiding “ong” (ongeveer) als de handgeschreven opmerking – in de situatie dat alle andere aanduidingen en opmerkingen op het formulier geprint zijn – vragen oproepen. Dat betekent dat in het beperkte kader van dit kort geding niet kan worden aangenomen dat alle PV-meubels I zijn vernietigd.
4.12.
Wat daar ook van zij, naar voorlopig oordeel is onaannemelijk dat de meubels van Cetex Fashion op dit moment leiden tot nodeloos verwarringsgevaar met het VIB-meubel onder het relevante publiek. Dat de betreffende displays van partijen verrijdbaar en draaibaar zijn en daarnaast een driehoeksvorm hebben, lijkt nodig voor de bruikbaarheid van het product, namelijk om de op te hangen artikelen beter tentoon te stellen, zodat die overeenkomsten nog niet leiden tot een ongeoorloofde nabootsing. Het PV-meubel I vertoont veel gelijkenis met het VIB-meubel (ongeveer even hoog, vierkante plankjes,
3 ophanghoogtes, uitstallingsmogelijkheden voor mutsjes bovenop het meubel, kleur grijs, ronde onderkant), maar ook verschillen (andere ophangpunten en hangers, de hoeken zijn anders afgewerkt en afwijkende houders voor mutsjes). Het PV-meubel II bevat veel meer verschillen met het VIB-meubel (andere kleur, halfronde plankjes, andere ophangindeling, driehoekige onderkant). Bovendien is bij de vergelijking van de totaalindruk van het product van belang dat partijen zich niet op de verkoop van displays richten. De displays strekken ertoe de verkoop van baby-artikelen te stimuleren. Het product van partijen betreft in wezen een display gevuld met baby-artikelen, zoals rompertjes, knuffels, slabbetjes e.d. Doordat een display doorgaans gevuld is met die baby-artikelen, zal van de vorm van het display weinig zichtbaar zijn. Uit overgelegde foto’s is te zien dat boven op het VIB-meubel een kaarthouder is geplaatst en aan de zijkant stickers, waarop duidelijk “VIB” is vermeld.
De hangers waaraan het textiel hangt, zijn voorzien van de naam “VIB” en de artikelen zijn voorzien van een “VIB” label. De displays van Cetex Fashion bevatten bovenop een kaarthouder waarop “Petit Villain” is vermeld en de baby-artikelen zijn voorzien van grote labels waarop “Petit Villain” te lezen valt. Nu zowel op de displays als op het textiel duidelijk is aangegeven van welke partij zij afkomstig zijn, is verwarring bij de consument over het product of de herkomst ervan als gevolg van een vergelijkbare display niet erg waarschijnlijk. Dat er bij de winkeliers verwarring kan ontstaan, valt ook niet in te zien.
Op dat punt heeft [eiseres] Texant aangevoerd dat winkelaars haar hebben gebeld met de vraag waarom zij in de nabijheid van hun winkel een soortgelijke stand met baby-artikelen hadden aangetroffen terwijl aan hen door [eiseres] Texant exclusiviteit was beloofd. Dat kan niet worden aangemerkt als directe of indirecte verwarring die het verbod op slaafse nabootsing beoogt tegen te gaan.
4.13.
Dit alles tezamen bezien, is het niet waarschijnlijk te achten dat in een bodemzaak zal worden geoordeeld dat sprake is van slaafse nabootsing door Cetex Fashion c.s.
4.14.
Dat betekent dat alle vorderingen van [eiseres] Texant worden afgewezen.
4.15.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [eiseres] Texant worden veroordeeld in de kosten van dit geding. Cetex Fashion c.s. maakt aanspraak op een proceskostenvergoeding op de voet van artikel 1019h Rv voor dat deel van haar kosten dat betrekking heeft op de handhaving van de door haar gestelde intellectuele eigendomsrechten. Het geschil ziet op zowel een vermeende inbreuk op intellectuele eigendomsrechten als op slaafse nabootsing.
Op dat laatste is artikel 1019h Rv niet van toepassing en dient het gebruikelijke liquidatietarief te worden gehanteerd. De verhouding tussen beide grondslagen wordt vastgesteld op 50/50. Cetex Fashion c.s. heeft de door haar gemaakte kosten tot de mondelinge behandeling gespecificeerd en berekend op € 14.193,93 exclusief btw.
Ter zitting heeft zij aangevoerd dat dit bedrag nog vermeerderd dient te worden met de kosten van de behandeling van de zitting en de daarmee gepaarde reistijd, door haar begroot op 8 uur. Uitgaande van een uurtarief van € 265,00 komt dat neer op € 2.120,00. In totaal gaat het dan om € 16.313,93 aan advocaatkosten voor Cetex Fashion c.s.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om bij de bepaling van de redelijke en evenredige proceskosten aansluiting te zoeken bij de indicatietarieven in IE-zaken, waarin voor “normale” kort gedingen (als het onderhavige) een maximumbedrag is genoemd van
€ 15.000,00. Het gebruikelijke liquidatietarief bij een kort geding is € 816,00.
Gelet op de 50/50-verhouding, worden de advocaatkosten bepaald op de helft van deze bedragen. Dat komt neer op € 7.500,00 + € 408,00 = € 7.908,00. De kosten aan de zijde van Cetex Fashion c.s. worden dan ook begroot op € 618,00 aan griffierecht en € 7.908,00 aan salaris advocaat.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter:
5.1.
wijst alle vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiseres] Texant in de proceskosten, aan de zijde van Cetex Fashion c.s. tot op heden begroot op € 8.526,00;
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2017.
2091 / 2009