In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een bevoegdheidsincident tussen Prefunko B.V. en Pak Engineering B.V. over de toepasselijkheid van de RVOI-1987 voorwaarden en het daarin opgenomen arbitraal beding. Prefunko, eiseres in de hoofdzaak, heeft een vordering ingesteld tegen Pak Engineering, waarbij zij stelt dat Pak Engineering tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van een overeenkomst tot het opstellen van een palenplan. Pak Engineering heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren om van de vorderingen van Prefunko kennis te nemen, omdat partijen arbitrage zijn overeengekomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een bestendige handelsrelatie tussen partijen en dat de RVOI-1987 voorwaarden van toepassing zijn op de overeenkomst tussen hen. Prefunko heeft betoogd dat het arbitraal beding vernietigbaar is, omdat zij niet op een redelijke manier in staat is gesteld om kennis te nemen van de voorwaarden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat Pak Engineering voldoende heeft aangetoond dat de RVOI-1987 aan Prefunko ter hand zijn gesteld en dat Prefunko daarmee heeft ingestemd. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard om van de vordering van Prefunko kennis te nemen en heeft Prefunko veroordeeld in de kosten van de procedure.