ECLI:NL:RBROT:2017:9610

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 november 2017
Publicatiedatum
6 december 2017
Zaaknummer
C/10/518211 / HA ZA 17-30
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kredietovereenkomst en renteswapovereenkomst: zorgplicht bank en dwaling

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Chamisa-D Tankvaart B.V. en ABN AMRO Bank N.V. over een kredietovereenkomst in combinatie met een renteswapovereenkomst. De eisers, waaronder Chamisa-D Tankvaart, hebben ABN AMRO aangeklaagd vanwege vermeende tekortkomingen in de zorgplicht en dwaling met betrekking tot de afgesloten renteswap. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers onvoldoende zijn voorgelicht over de risico's van de renteswap, die een negatieve waarde kan ontwikkelen, en dat zij niet adequaat zijn gewaarschuwd voor de gevolgen van deze overeenkomst. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers echter afgewezen, omdat zij van mening was dat ABN AMRO voldoende informatie had verstrekt en dat de eisers, als professionele partijen, zelf verantwoordelijk waren voor het begrijpen van de risico's. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen op basis van dwaling verjaard waren, omdat de eisers eerder op de hoogte hadden moeten zijn van de negatieve waarde van de renteswap. De rechtbank heeft de eisers in de proceskosten veroordeeld.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/10/518211 / HA ZA 17-30
Vonnis van 22 november 2017
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHAMISA-D TANKVAART B.V.,
gevestigd te Rozenburg (Z-H),
2. [eiseres 2]
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
3.
[eiser 3],
wonende te [woonplaats] ,
4.
[eiser 4],
wonende te [woonplaats] ,
eisers,
advocaat mr. M.J. van Paridon te Leiden,
tegen
de naamloze vennootschap
ABN AMRO BANK N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. F.R.H. van der Leeuw te Amsterdam.
Eisers sub 1 t/m 3 zullen hierna gezamenlijk Chamisa-D Tankvaart c.s. en afzonderlijk respectievelijk Chamisa-D Tankvaart, [eiseres 2] en [eiser 3] genoemd worden. Eiser sub 4 zal hierna [eiser 4] genoemd worden. Gedaagde zal hierna ABN Amro genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 24 december 2016 en de door eisers overgelegde producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • de brief d.d. 26 april 2017, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
  • de akte overlegging producties tevens houdende wijziging van eis, zijdens eisers;
  • de akte overlegging producties, zijdens eisers;
  • het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 24 augustus 2017 en de bij die gelegenheid voorgedragen pleitnotities zijdens eisers en de spreekaantekeningen zijdens ABN Amro;
  • de reacties op het proces-verbaal per brief d.d. 11 september 2017 zijdens eisers en per fax brief d.d. 21 september 2017 zijdens ABN Amro.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser 3] is werkzaam in de tankvaart, aanvankelijk via een eenmanszaak die in 2009 is ingebracht in Chamisa-D Tankvaart. [eiseres 2] is enig aandeelhouder van Chamisa-D Tankvaart. [eiser 3] is aandeelhouder van [eiseres 2] .
2.2.
[eiser 3] heeft zich in 2008 in verband met een nieuw te bouwen tanker gewend tot ABN Amro met het verzoek om uitbreiding van zijn al lopende financiering.
2.3.
[eiser 3] heeft op 17 juli 2008 een vijfjarige bevrachtingsovereenkomst gesloten met Ruud Trans B.V.
2.4.
Op 29 juli 2008 hebben [eiser 3] en ABN Amro een kredietovereenkomst afgesloten. In de kredietovereenkomst is onder meer opgenomen:

Omvang faciliteitEUR 7.621.288,= (
was EUR 3.957.288,=)
Samenstelling
Rekening-courant krediet EUR 765.000,= (
was EUR 100.000,=)
Borgstellingskrediet 12 jarige EUR 787.500,= pro resto
lening I (hoofdsom EUR 900.000,=)
Borgstellingskrediet 12 jarige EUR 87.528,= pro resto
lening II (hoofdsom EUR 100.000,=)
20-jarige lening EUR 2.982.260,= pro resto
(hoofdsom EUR 3.170.000,=)
Borgstellingskrediet 12-jarige EUR 124.000,=
(nieuw)
EURIBOR lening
20-jarige EURIBOR lening EUR 2.875.000,=
(nieuw)
(...)
Zekerheden en verklaringen
(...)
- Achterstelling jegens ABN AMRO van de vordering op de Kredietnemer, ad EUR 1.500.000,=, van de heer [eiser 4] en mevrouw [echtgenote eiser 4] , blijkens de nog te ontvangen leningsovereenkomst
(nieuw)
(...)
OTC-derivaten(nieuw)
- ABN AMRO is bereid om, tot wederopzegging, aan de Kredietnemer, hier ook te noemen: “Cliënt”, de mogelijkheid te geven om derivatentransacties aan te gaan. Dit betekent niet dat ABN AMRO verplicht is om een transactie met de Cliënt aan te gaan. ABN AMRO heeft het recht om elke transactie afzonderlijk te beoordelen.”
(...)
- De Algemene Bepalingen Derivatentransacties mei 2001 en de Voorwaarden Treasurydienstverlening ABN AMRO zijn, voor zover niet anders wordt overeengekomen, van toepassing op alle derivatentransacties tussen de Cliënt en ABN AMRO.
(...)
Door ondertekening van deze Kredietovereenkomst verklaart de Cliënt een exemplaar van de brochure Informatie Treasurydienstverlening ABN AMRO te hebben ontvangen en daarmee volledig bekend te zijn. Deze brochure bevat naast de Algemene Bepalingen Derivatentransacties mei 2001 en de Voorwaarden Treasurydienstverlening ABN AMRO, ook het Informatieblad Treasurydienstverlening ABN AMRO, met daarin een algemene beschrijving van de aard en risico’s van Over-The-counter (OTC) derivatentransacties.”
2.5.
In het Informatieblad Treasurydienstverlening is onder meer opgenomen:

3. Wat zijn OTC Derivaten?
- OTC-derivaten zijn financiële instrumenten die worden gebruikt om (toekomstige) financiële risico's af te dekken of om een extra rendement te behalen op een investering. Het zijn overeenkomsten, die tussen twee partijen tot stand komen en waarvan de waarde gebaseerd is op de ontwikkeling van een zogenaamde onderliggende basis­waarde. (...) Er zijn een aantal verschillen tussen beursverhandelde derivaten en OTC-derivaten te onderkennen:
- de waarde van een derivaat is afhankelijk van de waardeontwikkeling van de onderliggende waarde. Derivaten dragen daarmee vaak een hoog risico omdat de waardeontwikkeling van de onderliggende waarde soms onvoorspelbaar is.
- de handel in OTC-derivaten kan soms een illiquide markt zijn met als gevolg dat het niet altijd mogelijk is om posities tegen een gunstige prijs te sluiten of te verkopen.
(...)
Hedgen:
Hedgen betekent het afdekken van (toekomstige) financiële risico's die kunnen optreden bij voor u (nadelige) prijsschommelingen in de markt. Hierbij kunt u onder meer denken aan prijsschommelingen in rente, valuta en grondstoffen.
Hedgen brengt ook een risico met zich mee. Indien namelijk de daadwerkelijke prijsschommelingen afwijken van uw verwachting ten aanzien van de prijsontwikkelingen in de markt, kan - achteraf gezien - de conclusie zijn dat u beter voor een andere strategie had kunnen kiezen. De hoogte van het risico stelt u vast op het moment dat de transactie wordt afgesloten op basis van door u geaccepteerde variabelen.
(...)
6. Productinformatie
(...)
l. Termijncontracten:
Een termijncontract is een overeenkomst tussen twee partijen, waarbij de ene partij zich verplicht een specifieke waarde op een bepaald tijdstip in de toekomst tegen een vooraf vastgestelde prijs te ontvangen. De andere partij verplicht zich dan de desbetreffende waarde op dat tijdstip tegen die prijs te leveren. (...) Termijncontracten of variaties daarop zijn onder andere valutatermijnaffaires, forward rate agreements en swaps.
Termijncontracten zijn instrumenten, die een hoog risico met zich mee kunnen brengen doordat de prijs van de onderliggende waarde in der periode tussen het sluiten van de overeenkomst en de levering en betaling (sterk) kan stijgen of dalen. Voor de goede orde wijzen wij erop dat een dergelijk risico zich alleen kan voordoen indien een van de betrokken partijen niet aan haar verplichtingen kan voldoen.
(...)
2. Swap:
(...) Een renteswap is een bilaterale overeenkomst tot het uitwisselen van rentegeldstromen (verplichtingen) berekend op basis van de onderliggende hoofdsom. De rentebetalingen vinden plaats op van te voren vastgestelde data gedurende de looptijd van de swap. Er vindt geen uitwisseling van hoofdsom plaats. Er zijn diverse varianten op de renteswap, maar bij een standaard renteswap betaalt een partij de vaste rente en de andere partij de variabele rente over de hoofdsom. Met andere woorden een variabele renteverplichting kan wordt geruild tegen een vaste renteverplichting.
(...)
7. Derivatenrisico's
(...)
Renterisico:
De rentestijgingen en -dalingen kunnen zowel een positief of negatief effect hebben op de waarde van uw positie of gedane investering.
(...)
9. Kosten van voortijdige beëindiging
Indien u -om welke reden dan ook -een derivatentransactie wilt of moet beëindigen voordat de looptijd is verstreken, kan dit aanzienlijke kosten met zich meebrengen. Een derivatentransactie is altijd gerelateerd aan een onderliggende waarde. De waarde van een derivatentransactie is dan ook afhankelijk van de fluctuaties in de prijs, dan wel de koers van die onderliggende waarde.
Indien een transactie vervroegd moet worden beëindigd, wordt gekeken of die transactie op dat moment een positieve. dan wel een negatieve waarde heeft (waardering tegen marktwaarde). In geval van een positieve waarde zal ABN AMRO deze met u verrekenen. Bij beëindiging van een transactie met een negatieve waarde dient u een bedrag aan ABN AMRO te betalen.”
2.6.
Op 14 augustus 2008 heeft op uitnodiging van ABN Amro een gesprek plaatsgevonden tussen enerzijds [eiser 3] en zijn echtgenote en anderzijds, namens ABN Amro, de heer [persoon 1] , directeur Binnenvaart Unit Nederland, en de heer [persoon 2] , adviseur Treasury, over het afsluiten van een renteswap. Tijdens die bijeenkomst heeft [eiser 3] het formulier Cliëntenprofiel Treasury en het formulier Intake Treasury ondertekend.
Na het gesprek heeft [eiser 3] , eveneens op 14 augustus 2008, telefonisch een renteswap afgesloten ingaande op 1 juli 2009, met een looptijd van tien jaar en met een initiële hoofdsom van € 2.999.000,=. Deze overeenkomst is schriftelijk door ABN Amro aan [eiser 3] bevestigd (hierna: de renteswapovereenkomst).
2.7.
Op 25 juni 2009 hebben partijen een aangepaste kredietovereenkomst met aanvullende voorwaarden gesloten.
2.8.
Per 1 september 2010 is de bevrachtingsovereenkomst tussen Chamisa-D Tankvaart en Ruud Trans B.V. door laatstgenoemde opgezegd. ABN Amro heeft Chamisa-D Tankvaart vervolgens overgedragen aan de afdeling Bijzonder Beheer.
2.9.
Per brief van 4 november 2010 heeft ABN Amro aan [eiser 3] onder meer geschreven:
“Hierbij bevestigen wij u hetgeen wij op 18 oktober jongstleden hebben besproken.
(...)
Tot slot attenderen wij u op de waarde van uw rentederivaat. U heeft in het verleden, voor het laatst op 14 augustus 2008 (rente)derivaten afgesloten. Zoals ook destijds met u besproken kan de marktwaarde van deze derivaten, afhankelijk van de marktomstandigheden wijzigen. Mede gezien bovengenoemde zorg over uw continuïteit wijzen wij u er op dat de marktwaarde van de transactie(s) gesloten door Chamisa-D tankvaart bv. thans negatief is ten bedrage van circa EUR 540 duizend.”
2.10.
Per brief d.d. 20 oktober 2015 heeft mr. [advocaat namens Chamisa D Tankvaart] namens Chamisa-D Tankvaart c.s. ABN Amro aansprakelijk gesteld voor de door Chamisa-D Tankvaart c.s. geleden schade als gevolg van de renteswap.
2.11.
Bij rapport van 14 juli 2017 heeft Cadension berekeningen gemaakt van het door Chamisa-D Tankvaart c.s. als gevolg van de afgesloten renteswap geleden nadeel.

3.Het geschil

3.1.
De – gewijzigde – vordering van Chamisa-D Tankvaart c.s. luidt om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
ten aanzien van [eiseres 2] en [eiser 3] :
zowel primair. subsidiair als meer subsidiair
de hoofdelijke verbondenheid jegens ABN Amro voor de schulden van Chamisa-D Tankvaart te vernietigen, althans te wijzigen in die zin dat [eiseres 2] en [eiser 3] worden ontslagen uit deze hoofdelijke verbondenheid, althans een verklaring voor recht dat een beroep van ABN op deze hoofdelijke verbondenheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is althans ABN Amro ter zake misbruik van bevoegdheid (heeft ge)maakt en dat [eiseres 2] en Van
Damme derhalve jegens ABN Amro bevrijd zijn van enige verplichting ter zake;
ten aanzien van [eiser 4] :
zowel primair, subsidiair als meer subsidiair
de achterstelling door [eiser 4] van zijn vordering op Chamisa-D Tankvaart ad
€ 275.000,= bij de vorderingen van ABN Amro op Chamisa-D Tankvaart te vernietigen, althans een verklaring voor recht dat een beroep van ABN Amro op deze achterstelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans ABN Amro ter zake misbruik van bevoegdheid (heeft ge)maakt en dat [eiser 4] derhalve jegens ABN Amro bevrijd is van enige achterstelling ter zake genoemd bedrag, althans ABN Amro deze
achterstelling niet kan inroepen;
ten aanzien van Chamisa-D Tankvaart, [eiseres 2] en [eiser 3] :
primair
A. de renteswapovereenkomst, geheel althans partieel, te vernietigen;
B. ABN Amro te veroordelen aan Chamisa-D Tankvaart c.s. (terug) te betalen, alle door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde - en tot het einde van de looptijd nog te betalen, gelet op de negatieve waarde geschat op een bedrag ad € 209.000 - boven de variabele EURIBOR-rente uitstijgende bedragen, zijnde in totaal een bedrag ad € 954.090 + € 209.000 =
€ 1.163.900, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien Chamisa-D Tankvaart c.s. geen renteswap, doch een rentecap had afgesloten waarbij zij zich zou hebben ingedekt tegen een rentestijging tot boven een tarief van 4,98%, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien het rentetarief van de langlopende leningen onder de kredietfaciliteit was gefixeerd op 4,98%, dan wel een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen vaste rente, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien Chamisa-D Tankvaart c.s. een swaption had afgesloten en vervolgens op 1 juli 2009 tegen het dan geldende markttarief een renteswap had afgesloten, waarbij zij zich zou hebben ingedekt tegen een rentestijging tot boven een tarief van 4,98%, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve rentebetalingen, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
C. ABN Amro te ver oordelen alle door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en tot het einde der looptijd te betalen risicopremies, opslagverhogingen en hogere rentelasten als gevolg van het benodigde extra gebruik van haar rekening-courantkrediet, waarvan de hoogte nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, tot de dag der dagvaarding geschat op een bedrag ad € 265.662 te restitueren c.q. te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve betalingen, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
subsidiair
D. de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende (krediet)overeenkomst, geheel althans partieel, te ontbinden;
E. te verklaren voor recht dat ABN Amro toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen jegens Chamisa-D Tankvaart c.s.;
F. ABN Amro te veroordelen aan Chamisa-D Tankvaart c.s. (terug) te betalen, alle door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde - en tot het einde van de looptijd nog te betalen, gelet op de negatieve waarde geschat op een bedrag ad € 209.000 - boven de variabele EURIBOR-rente uitstijgende bedragen, zijnde in totaal een bedrag ad € 954.090 + € 209.000 = € 1.163.900, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien Chamisa-D Tankvaart c.s. geen renteswap, doch een rentecap had afgesloten waarbij zij zich zou hebben ingedekt tegen een rentestijging tot boven een tarief van 4,98%, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien het rentetarief van de langlopende leningen onder de kredietfaciliteit was gefixeerd op 4,98%, dan wel een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen vaste rente, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien Chamisa-D Tankvaart c.s. een swaption had afgesloten en vervolgens op 1 juli 2009 tegen het dan geldende markttarief een renteswap had afgesloten, waarbij zij zich zou hebben ingedekt tegen een rentestijging tot boven een tarief van 4,98%, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve rentebetalingen, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
G. ABN Amro te veroordelen alle door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en tot het einde der looptijd te betalen risicopremies, opslagverhogingen en hogere rentelasten als gevolg van het benodigde extra gebruik van haar rekening-courantkrediet, waarvan de hoogte nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, tot de dag der dagvaarding geschat op een bedrag ad € 265.662 te restitueren c.q. te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve betalingen, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
meer subsidiair
H. te verklaren voor recht dat ABN Amro toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar(zorg)verplichtingen jegens Chamisa-D Tankvaart c.s. en/of onrechtmatig jegens Chamisa-D Tankvaart c.s. heeft gehandeld met betrekking tot de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten;
I. ABN AMRO te veroordelen aan Chamisa-D Tankvaart c.s. (terug) te betalen, alle door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde - en tot het einde van de looptijd nog te betalen, gelet op de negatieve waarde geschat op een bedrag ad € 209.000 - boven de variabele EURIBOR-rente uitstijgende bedragen, zijnde in totaal een bedrag ad € 954.090 + € 209.000 = € 1.163.900, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien Chamisa-D Tankvaart c.s. geen renteswap, doch een rentecap had afgesloten, waarbij zij zich zou hebben ingedekt tegen een rentestijging tot boven een tarief van 4,98%, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien het rentetarief van de langlopende leningen onder de kredietfaciliteit was gefixeerd op 4,98% dan wel een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen vaste rente, althans het verschil tussen de door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en nog te betalen bedragen aan rente als gevolg van de renteswapovereenkomst en de daaraan ten grondslag liggende overeenkomsten en de bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. zou hebben betaald indien Chamisa-D Tankvaart c.s. een swaption had afgesloten en vervolgens op 1 juli 2009 tegen het dan geldende markttarief een renteswap had afgesloten waarbij zij zich zou hebben ingedekt tegen een rentestijging tot boven een tarief van 4,98%, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve rentebetalingen, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
J. ABN Amro te veroordelen alle door Chamisa-D Tankvaart c.s. betaalde en tot het einde der looptijd te betalen risicopremies, opslagverhogingen en hogere rentelasten als gevolg van het benodigde extra gebruik van haar rekening-courantkrediet, waarvan de hoogte nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag, tot de dag der dagvaarding geschat op een bedrag ad € 265.662 te restitueren c.q. te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve betalingen, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
uiterst subsidiair
K. ABN Amro te veroordelen aan Chamisa-D Tankvaart c.s. (terug) te betalen alle bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. onder de langlopende leningen ter zake renteopslag heeft betaald voor zover dit zag op een opslag hoger dan de aanvankelijk afgesproken 1,0%, althans alle bedragen die Chamisa-D Tankvaart c.s. heeft betaald voor zover dit zag op de 0,5% extra opslag met ingang van november 2010, een en ander vermeerderd met hetgeen Chamisa-D Tankvaart c.s. uit hoofde van risicopremies en hogere rentelasten als gevolg van het benodigde extra gebruik van haar rekening-courantkrediet heeft betaald, althans vermeerderd met hetgeen Chamisa-D Tankvaart c.s. uit hoofde van risicopremies heeft betaald, althans hetgeen Chamisa-D Tankvaart c.s. uit hoofde van risicopremies heeft betaald, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve rentebetalingen, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot en met de dag der
algehele voldoening, althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
zowel primair, subsidiair, meer als uiterst subsidiair
L. te verklaren voor recht dat het beroep van ABN Amro op contractuele bepalingen op grond waarvan zij gerechtigd zou zijn de renteopslagen te verhogen in rekening te brengen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans ABN AMRO ter zake misbruik van bevoegdheid (heeft ge)maakt, althans dat de vervulling van de voorwaarde hiervoor door ABN AMRO zelf is teweeggebracht en als niet vervuld geldt en dat Chamisa-D Tankvaart c.s. derhalve jegens ABN AMRO bevrijd is van enige verplichting ter zake;
M. te verklaren voor recht dat het beroep van ABN Amro op contractuele bepalingen op grond waarvan zij gerechtigd zou zijn risicopremies in rekening te brengen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans ABN AMRO ter zake misbruik van bevoegdheid (heeft ge)maakt, althans dat de vervulling van de voorwaarde hiervoor door ABN AMRO zelf is teweeggebracht en als niet vervuld geldt en dat Chamisa-D Tankvaart c.s. derhalve jegens ABN AMRO bevrijd is van enige verplichting ter zake;
N. te verklaren voor recht dat het beroep van ABN Amro op contractuele bepalingen op grond waarvan zij gerechtigd zou zijn bij vervroegde (algehele) aflossing aanspraak te maken op een onmiddellijk opeisbare boete als gevolg van de negatieve waarde van de renteswapovereenkomst, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans ABN AMRO ter zake misbruik van bevoegdheid (heeft ge)maakt, althans dat de vervulling van de voorwaarde hiervoor door ABN Amro zelf is teweeggebracht en als niet vervuld geldt en dat Chamisa-D Tankvaart c.s. derhalve jegens ABN Amro bevrijd is van enige verplichting ter zake;
O. ABN Amro te veroordelen aan Chamisa-D Tankvaart c.s. te betalen de kosten ter vaststelling van de schade ad p.m., althans ad € 13.202, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
P. ABN Amro te veroordelen aan Chamisa-D Tankvaart c.s. te betalen de wettelijke rente over de aan Chamisa-D Tankvaart c.s. toekomende bedragen zoals bedoeld in alle hiervoor geformuleerde vorderingen, te rekenen vanaf de dag van betaling door Chamisa-D Tankvaart c.s. aan ABN Amro, althans vanaf de dag der dagvaarding;
Q. ABN Amro te veroordelen aan Chamisa-D Tankvaart c.s. te betalen de buitengerechtelijke incassokosten ad € 9.376,50, althans een door uw rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de inleidende dagvaarding, althans de dag van het in deze te wijzen vonnis tot en met de dag der algehele voldoening, althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
R. te verklaren voor recht dat het beroep van ABN Amro op contractuele bepalingen op grond waarvan zij gerechtigd zou zijn aanspraak te mogen maken op een negatieve EURIBOR-rente onder het aan de klant te betalen onderdeel van de renteswap, naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans ABN Amro ter zake misbruik van bevoegdheid (heeft ge)maakt, met veroordeling van ABN Amro in (terug)betaling van alle bedragen uit dien hoofde door Chamisa-D Tankvaart c.s. aan haar betaald, de hoogte waarvan nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de respectieve rentebetalingen, althans vanaf de dag der inleidende dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening, althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag.
ten aanzien van Chamisa-D Tankvaart, [eiseres 2] , [eiser 3] en [eiser 4] :
zowel primair, subsidiair, meer als uiterst subsidiair
A. ABN Amro te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van de inleidende dagvaarding, althans de dag van het in deze te wijzen vonnis tot en met de dag der algehele voldoening althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag;
B. ABN Amro te veroordelen te betalen aan Chamisa-D Tankvaart, [eiseres 2] , [eiser 3] en [eiser 4] aan nakosten als bedoeld in artikel 237 lid 4 Rv een bedrag ad € 131,-, verhoogd met een bedrag ad € 68,- ingeval van betekening, met bepaling dat, als deze kosten niet binnen zeven dagen na de dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis, wettelijke rente verschuldigd is, althans een door uw rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag.
3.2.
Het verweer van ABN Amro strekt tot afwijzing van de vorderingen van Chamisa-D Tankvaart c.s. en [eiser 4] , met veroordeling bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, van Chamisa-D Tankvaart c.s. en [eiser 4] in de kosten van het geding (inclusief nakosten), zulks met bepaling dat over die proceskosten de wettelijke rente verschuldigd zal zijn met ingang van veertien dagen te rekenen vanaf de datum van het te dezen te wijzen vonnis.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Ten aanzien van Chamisa-D Tankvaart c.s.

4.1.
Chamisa-D Tankvaart c.s. grondt haar primaire vordering op dwaling ex artikel 6:228 lid 1 en sub a Burgerlijk Wetboek (BW). Daartoe stelt zij dat ABN Amro heeft verzuimd die inlichtingen te verschaffen die zij, gelet op de aard van de overeenkomst, naar de in het verkeer geldende opvattingen in gevallen als de onderhavige behoorde te verstrekken om te voorkomen dat Chamisa-D Tankvaart c.s. omtrent die essentiële eigenschappen van de overeenkomst zou dwalen. Bovendien heeft ABN Amro verzuimd om er zorg voor te dragen dat zij Chamisa-D Tankvaart c.s. voorafgaand aan het adviseren alle informatie heeft doen toekomen voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor een adequate beoordeling van dat product conform op grond van artikel 4:20 lid 1 Wet op het financieel toezicht (Wft). Ook heeft ABN Amro verzuimd Chamisa-D Tankvaart c.s. tijdig informatie te verstrekken over wezenlijke wijzigingen in deze informatie conform artikel 4:20 lid 3 sub a Wft.
4.2.
Chamisa-D Tankvaart c.s. grondt haar subsidiaire en meer subsidiaire vordering op toerekenbaar tekortschieten van ABN Amro in de nakoming van haar verbintenis uit overeenkomst die de ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt, althans ABN Amro verplicht tot vergoeding van de schade die Chamisa-D Tankvaart c.s. daardoor lijdt. Daartoe stelt Chamisa-D Tankvaart c.s. dat ABN Amro haar zorgverplichting heeft geschonden door Chamisa-D Tankvaart c.s. niet voldoende indringend te hebben gewaarschuwd voor de bijzondere risico’s die zijn verbonden aan de renteswap, een complex financieel product, in combinatie met de lening. In het bijzonder had ABN Amro Chamisa-D Tankvaart c.s. erop moeten wijzen dat het risico van een renteswap, ten opzichte van een vastrentende lening, is dat deze een negatieve waarde kan ontwikkelen in geval van rentedaling. Een negatieve waarde van de renteswap heeft tot gevolg dat jaarlijkse ‘boetevrije’ aflossing niet meer mogelijk is evenmin als voortijdige gehele aflossing. Ook weegt een negatieve waarde mee in het risicoprofiel, wat bij een ‘verhoogd kredietrisico’ kan leiden tot verhogingen van de renteopslag. Voorts kan een negatieve waarde leiden tot een
margin call, waarbij de bank extra zekerheid vraagt voor de negatieve waarde van de renteswap. Daarnaast heeft ABN Amro aan Chamisa-D Tankvaart c.s. geen alternatieven voor de renteswap gepresenteerd, zoals de rentecap of de omzetting naar een vastrentende lening, die in dit geval geschikter zouden zijn geweest.
4.3.
Uiterst subsidiair grondt Chamisa-D Tankvaart c.s. haar vordering, voor zover het betreft de door ABN Amro verrichte opslagverhogingen en in rekening gebrachte risicopremies en rentebetalingen uit hoofde van de rekening-courant, op misbruik van bevoegdheid als bedoeld in artikel 3:13 BW, althans strijd met de redelijkheid en billijkheid, althans het niet vervuld zijn van de voorwaarde als bedoeld in artikel 6:23 lid 2 BW.
4.4.
Als verst strekkende verweer heeft ABN Amro aangevoerd dat de vorderingen van Chamisa-D Tankvaart c.s. verjaard zijn. Daartoe stelt ABN Amro het volgende. Chamisa-D Tankvaart c.s. heeft per brief d.d. 20 oktober 2015 voor het eerst haar beklag gedaan bij ABN Amro. De verjaringstermijn van een beroep op dwaling bedraagt drie jaar. Chamisa-D Tankvaart c.s. raakte in ieder geval op met de brief van ABN Amro van 4 november 2010 (zie 2.9) bekend met het verschijnsel negatieve waarden en de mogelijke omvang daarvan, in dit geval € 540.000,= op het moment van schrijven. Ervan uitgaande dat de verjaringstermijn toen is gaan lopen, verjaarde de mogelijkheid van een beroep op dwaling dus op 4 november 2013.
Ook de subsidiaire en de meer subsidiaire vorderingen, die een verjaringstermijn van 5 jaar kennen, zijn verjaard. In de brief van 4 november 2010 staat in de eerste regel een verwijzing naar het gesprek tussen [eiser 3] en ABN Amro op 18 oktober 2010, waarvan de brief van 4 november 2010 een verslag is. Dat betekent dat de onderwerpen uit die brief al op 18 oktober 2010 zijn besproken en dat die datum dus moet worden gehanteerd als de werkelijke aanvangsdatum van de verjaringstermijn. Uitgaande van die datum waren ook vordering met een verjaringstermijn van vijf jaar verjaard op 20 oktober 2015.
4.5.
Chamisa-D Tankvaart c.s. heeft aangevoerd dat zij pas op 14 juli 2017, het moment van het uitbrengen van het rapport door Cadension, (subjectief) bekend is geworden met de feiten en omstandigheden waarop het beroep op dwaling en de schending door ABN Amro van haar zorgplicht is gegrond.
Chamisa-D Tankvaart c.s. voert met betrekking tot de bespreking van 18 oktober 2010 het volgende aan. Tijdens die bespreking is nooit gesproken over een negatieve waarde van de renteswap. Gelet op de formulering van de laatste alinea van de brief van 4 november 2010 is dit een standaardformulering van ABN Amro, die aan wel meer klanten is gericht. Bij gebrek aan enige toelichting op het begrip ‘negatieve waarde’, meer in het bijzonder de consequenties daarvan voor Chamisa-D Tankvaart c.s., kan Chamisa-D Tankvaart c.s. na ontvangst van deze brief niet geacht worden (subjectief) bekend te zijn geworden met de feiten en omstandigheden waarop het beroep op dwaling en de schending van de zorgplicht door ABN Amro zijn gegrond.
4.6.
Ingevolge artikel 3:52 lid 1 aanhef en sub c BW verjaart een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling in geval van dwaling drie jaren nadat de dwaling is ontdekt.
Ingevolge artikel 3:310 BW verjaart een rechtsvordering tot vergoeding van schade door verloop van vijf jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden.
4.7.
De rechtbank is met ABN Amro van oordeel dat Chamisa-D Tankvaart c.s., met de ontvangst van de brief van 4 november 2010, gelet op de ondubbelzinnige bewoordingen daarvan, bekend was althans had moeten zijn met het verschijnsel negatieve waarden en de mogelijke omvang daarvan, in dit geval € 540.000,=. Onaannemelijk is dat Chamisa-D Tankvaart c.s. pas op 14 juli 2017, het moment van het uitbrengen van het rapport door Cadension, (subjectief) bekend is geworden met de feiten en omstandigheden waarop het beroep op dwaling en de schending door ABN Amro van haar zorgplicht is gegrond, nu dit moment ligt na het uitbrengen van de dagvaarding (op 24 december 2016), waarbij een vordering is ingesteld gebaseerd op dwaling en schending van de zorgplicht door ABN Amro.
4.8.
Een beroep op dwaling had dus voor 4 november 2013 gedaan moeten zijn. Nu Chamisa-D Tankvaart c.s. dit beroep voor het eerst op 20 oktober 2015 heeft gedaan, betekent dit dat de vordering op grond van dwaling in ieder geval is verjaard. De op dwaling gebaseerde (primaire) vorderingen komen derhalve niet voor toewijzing in aanmerking.
4.9.
Anders dan ABN Amro is de rechtbank van oordeel dat de vorderingen uit hoofde van de schending van de zorgplicht niet per 18 oktober 2015 zijn verjaard. Gelet op de formulering in de brief van 4 november 2010 van de alinea waarin de negatieve waarde van de renteswap aan de orde komt ten opzichte van de in rest van de brief gehanteerde formuleringen, is niet duidelijk of dit een bevestiging is van hetgeen is besproken in het gesprek waarvan de brief een bevestiging is of dat sprake is van een mededeling die voor eerst in die brief wordt gedaan. Om die reden dient ervan uit gegaan te worden dat Chamisa-D Tankvaart c.s. pas met de ontvangst van die brief op 4 november 2010 met de negatieve waarde van de renteswap bekend is geworden en dus met haar schade. De vordering op grond van schending van de zorgplicht door ABN Amro verjaart daarmee op 4 november 2015, dus pas nadat Chamisa-D Tankvaart c.s. per brief d.d. 20 oktober 2015 bij ABN Amro beklag heeft gedaan.
4.10.
ABN Amro heeft aangevoerd dat Chamisa-D Tankvaart c.s. haar recht tot klagen heeft verwerkt en te laat heeft geklaagd in de zin van artikel 6:89 BW. Als Chamisa-D Tankvaart c.s. eerder had geklaagd dan 20 oktober 2015 was ABN Amro in een aanmerkelijk minder nadelige positie terecht gekomen dan waarin zij nu zit. Dat ligt met name in de bewijspositie van ABN Amro. Voor zover destijds betrokkenen nu nog bij ABN Amro werkzaam zijn, is ABN Amro afhankelijk van het geheugen van deze mensen. Inmiddels is het negen jaar later en kan redelijkerwijs niet verwacht worden dat iemand zich nog precies de gang van zaken van weleer herinnert. Bovendien kan het ook bij ABN Amro gebeuren dat na verloop van een dermate lange termijn dossierstukken incompleet of zoek raken. Had Chamisa-D Tankvaart c.s. eerder haar ongenoegen geuit, dan had ABN Amro op een eventuele (klacht)procedure kunnen anticiperen, aldus ABN Amro.
4.11.
Naar het oordeel van de rechtbank is onvoldoende gebleken dat ABN Amro in haar belangen is geschaad doordat Chamisa-D Tankvaart c.s. eerst op 20 oktober 2015 over de renteswap heeft geklaagd. ABN Amro is daarmee niet in haar bewijspositie benadeeld. Deze procedure gaat (enkel nog) over de vraag of ABN Amro haar zorgplicht heeft geschonden. ABN Amro heeft onvoldoende toegelicht dat er voor de beantwoording van deze vraag relevante dossierstukken verloren zijn gegaan. Onvoldoende is bovendien gebleken, gelet op de door ABN Amro in het geding gebrachte stukken, dat zij voor haar bewijspositie uitsluitend afhankelijk is van de herinnering van haar (oud-)werknemers.
4.12.
Bij de beoordeling van de vraag of ABN Amro bij het aangaan van de renteswapovereenkomst tekort is geschoten in de op de op haar rustende contractuele zorgplicht stelt de rechtbank het volgende voorop.
Naar vaste rechtspraak rust op de bank, als bij uitstek deskundig te achten professionele financiële dienstverlener, die een (beleggings-)product adviseert, een (bijzondere) zorgplicht die mede ertoe strekt de cliënt te beschermen tegen de gevaren van eigen lichtvaardigheid of gebrek aan inzicht. Deze zorgplicht volgt uit hetgeen waartoe de eisen van redelijkheid en billijkheid een financiële dienstverlener, in aanmerking genomen haar maatschappelijke functie en haar deskundigheid, verplichten
.De omvang van die zorgplicht is steeds afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval, waaronder ook de van toepassing zijnde publiekrechtelijke regels. Deze zorgplicht behelst onder meer dat de bank, mede afhankelijk van de aard en complexiteit van het te verstrekken advies en of te adviseren product, vooraf voldoende onderzoek moet doen naar de financiële mogelijkheden, de deskundigheid en doelstellingen van de cliënt, om in te kunnen schatten of en, zo ja, in hoeverre en op welke wijze zij de cliënt dient te informeren over de werking en kenmerken van een voorgenomen transactie of toegepaste constructie en hem moet waarschuwen voor de (bijzondere) risico’s die daaraan verbonden zijn, alsook voor het feit dat een door hem voorgenomen of toegepaste (beleggings-)strategie mogelijk niet past bij zijn financiële mogelijkheden of doelstellingen, zijn risicobereidheid of zijn deskundigheid (vgl. HR 3 februari 2012, BU4914). Deze zorgplicht is niet alleen van toepassing in de verhouding tussen de bank en een particuliere cliënt. De eisen van redelijkheid en billijkheid brengen met zich dat de bank, in aanmerking genomen haar maatschappelijke functie en haar deskundigheid, in de verhouding tot een ondeskundige wederpartij steeds dient te onderzoeken welke informatie en of waarschuwingen zij aan deze specifieke cliënt dient te verstrekken, teneinde hem in staat te stellen een voldoende geïnformeerde beslissing te nemen deze concrete transactie of specifieke (combinatie van) product(en) al dan niet aan te gaan of af te nemen.
4.13.
In het onderhavige geval zijn de kredietovereenkomst en de renteswap weliswaar twee op zichzelf staande producten zijn, maar die niet los van elkaar kunnen worden gezien, aangezien partijen de renteswap zijn aangegaan met het oogmerk om het aan de kredietovereenkomst verbonden risico van een rentestijging te beperken. De kredietovereenkomst en de renteswap moeten dan ook als een samengesteld geheel worden beschouwd. De combinatie van een geldlening en een renteswap levert een complex product op waaraan specifieke risico’s zijn verbonden, die niet aan een op zichzelf staande kredietovereenkomst kleven. De renteswap staat los van de onderliggende financiering en dat maakt dat, als de onderliggende financiering voortijdig wordt afgelost, de renteswap in beginsel blijft doorlopen. De cliënt moet dan dus gedurende de resterende looptijd van de renteswap de afgesproken vaste rente aan de bank blijven betalen tegenover de ontvangst van de door de bank te betalen afgesproken variabele rente. Als de cliënt bij aflossing van de onderliggende financiering tevens besluit de renteswap voortijdig te beëindigen, kan de renteswap - afhankelijk van de rentestand - een negatieve of positieve waarde hebben. Een negatieve waarde moet de cliënt aan de bank betalen. De hiervoor genoemde zorgplicht brengt met zich, zoals Chamisa-D Tankvaart c.s. ook betoogt, dat ABN Amro haar bij de advisering van de renteswap ook volledig en voldoende begrijpelijk op deze specifieke risico’s van de productcombinatie (Euribor-lening en renteswap) moet wijzen.
4.14.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft ABN Amro in dit geval Chamisa-D Tankvaart c.s. volledig en voldoende begrijpelijk op de specifieke risico’s van de productcombinatie gewezen. In het Informatieblad Treasurydienstverlening (zie 2.5), dat Chamisa-D Tankvaart c.s. met de ondertekening van de kredietovereenkomst van 29 juli 2008 verklaard te hebben ontvangen en op 14 augustus 2008 heeft ondertekend, staat in heldere bewoordingen beschreven wat een renteswap is en wat de consequenties zijn van het afsluiten van een renteswap, waaronder de dat de renteswap een negatieve waarde kan ontwikkelen en dat het voortijdig beëindigen van de renteswap (in geval van een negatieve waarde) aanzienlijke financiële consequenties kan hebben.
4.15.
Van Chamisa-D Tankvaart c.s. had verwacht mogen worden dat zij deze aan haar verstrekte informatie over de renteswap zorgvuldig zou bestuderen alvorens een beslissing over het aangaan van een renteswap te nemen.
4.16.
Op hetgeen hiervoor onder 4.14 en 4.15 is overwogen en hierna onder 4.17.1 wordt overwogen stuit af de – door ABN Amro gemotiveerd weersproken – stelling van Chamisa-D Tankvaart c.s. dat zij tijdens het gesprek van 14 augustus 2008 onvoldoende althans onjuist zou zijn voorgelicht door ABN Amro. Gelet daarop kan in het midden gelaten worden of Chamisa-D Tankvaart c.s. tijdens dat gesprek onvoldoende althans onjuist is voorgelicht.
4.17.
Bij het onder 4.14 gegeven oordeel neemt de rechtbank voorts de volgende omstandigheden in aanmerking.
4.17.1.
Chamisa-D Tankvaart c.s. is een onderneming, die bovendien werd bijgestaan door een bedrijfsadviseur. Chamisa-D Tankvaart c.s. moet daarom in staat worden geacht en van haar mag verwacht worden dat zij ook zelf de consequenties van het aangaan van een contractuele verplichting onderzoekt, al dan niet met behulp van haar adviseur, en zo nodig nadere toelichting vraagt. Dit geldt in het bijzonder bij het aangaan van een langjarige overeenkomst die van groot belang is voor de financiering en continuïteit van de onderneming.
4.17.2.
Het gaat hier om een renteswap die niet om speculatieve redenen is afgesloten, maar enkel met het doel om het aan de Euribor-lening verbonden risico van rentestijging (conform de wens van Chamisa-D Tankvaart c.s.) te beperken. Niet valt in te zien dat een renteswap op zichzelf niet een economisch geschikt keuze zou zijn om het renterisico van de Euribor-lening te beperken. Met een renteswap wordt immers het risico op stijging van de variabele Euribor-rente afgedekt door deze rente te ruilen met een vaste rente. Bovendien brengt de renteswap geen extra kosten mee zolang deze niet voortijdig wordt beëindigd. Dat de variabele rente uiteindelijk niet is gestegen, maar gedaald, waardoor Chamisa-D Tankvaart c.s. met een vastrentende lening goedkoper uit was geweest, kan niet aan ABN Amro worden tegengeworpen. Het verloop van de rentestand naar zijn aard niet voorspelbaar.
4.17.3.
Gelet op de stellingen en betwistingen over en weer is niet aannemelijk geworden dat er economisch betere financiële producten dan de renteswap waren, zoals de rentecap of de omzetting van de variabelrentende lening in een vastrentende lening, die eveneens het risico van rentestijgingen konden beperken, terwijl bovendien niet kenbaar was dat die producten in dit geval voor Chamisa-D Tankvaart c.s. passend waren.
4.17.4.
De rechtbank beschouwd de stelling dat ABN Amro aan Chamisa-D Tankvaart c.s. een marginverplichting heeft opgelegd in het licht van de gemotiveerde weerlegging daarvan door ABN Amro, die Chamisa-D Tankvaart c.s. niet heeft tegengesproken, als onvoldoende gehandhaafd.
4.18.
De rechtbank wijst er ten overvloede nog op dat, gelet op de economische waarde van de door Chamisa-D Tankvaart c.s. afgesloten renteswap (vgl. onder 4.17.2), onvoldoende aannemelijk is dat hij meer schade heeft geleden dan het Herstelkader (Uniform Herstelkader Rentederivaten MKB) zal vergoeden.
4.19.
Nu ABN Amro Chamisa-D Tankvaart c.s. voldoende heeft voorgelicht, heeft zij haar bijzondere zorgplicht niet geschonden. Dit betekent dat de daarop gebaseerde (subsidiaire en meer subsidiaire) hoofdvorderingen en daarvan afhankelijke vorderingen (gevolgschade, wettelijke rente, buitengerechtelijke (incasso)kosten) niet voor toewijzing in aanmerking komen.
4.20.
Chamisa-D Tankvaart c.s. vordert (meer) subsidiair en uiterst subsidiair – samengevat – terugbetaling door ABN Amro aan haar van alle bedragen die zij onder de langlopende leningen ter zake renteopslag heeft betaald. Ook deze vordering komt niet voor toewijzing in aanmerking. Nu ABN Amro reeds heeft aangeboden de opslagverhogingen onder de leningen terug te draaien en aan Chamisa-D Tankvaart c.s. de daarmee gemoeid zijnde bedragen terug te betalen, welk aanbod zij bij conclusie van antwoord heeft herhaald (onder 30), heeft Chamisa-D Tankvaart c.s. bij dit deel van de vordering geen belang meer.
Ten aanzien van [eiser 3] en [eiseres 2]
4.21.
[eiser 3] en [eiseres 2] vorderen – kort gezegd – ontslag uit de hoofdelijke verbondenheid voor de schulden van Chamisa-D Tankvaart. Daartoe stellen zij dat een beroep op deze hoofdelijke verbondenheid naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans ABN Amro misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt.
4.22.
Deze vordering komt niet voor toewijzing in aanmerking. Mede gelet op het verweer terzake van ABN Amro is niet gebleken dat hier sprake is van een voor een kredietovereenkomst niet gebruikelijk beding, terwijl bovendien niet is gebleken dat de hoofdelijke aansprakelijkheid zonder instemming van [eiser 3] en [eiseres 2] in de kredietovereenkomst is opgenomen.
Ten aanzien van [eiser 4]
4.23.
[eiser 4] vordert – kort gezegd– ongedaanmaking van de achterstelling van zijn vordering op Chamisa-D Tankvaart in de kredietovereenkomst. Daartoe stelt [eiser 4] dat een beroep op de achterstelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans ABN Amro misbruik van bevoegdheid heeft gemaakt.
4.24.
Deze vordering komt niet voor toewijzing in aanmerking. Met ABN Amro is de rechtbank van oordeel dat de achterstelling geen verband houdt met de door Chamisa-D Tankvaart c.s. gesloten renteswapovereenkomst. De achterstelling is al voor het aangaan van de renteswapovereenkomst in de kredietovereenkomst opgenomen. Gesteld noch gebleken is bovendien dat deze achterstelling zonder instemming van [eiser 4] is geschied.
Ten aanzien van Chamisa-D Tankvaart c.s. en [eiser 4]
4.25.
Chamisa-D Tankvaart c.s. en [eiser 4] zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van ABN Amro worden begroot op:
- griffierecht € 3.894,00
- salaris advocaat
4.000,00(2,0 punten* × tarief € 2.000,00)
Totaal € 7.894,00
* conclusie van antwoord (1) en comparitie van partijen (1)

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Chamisa-D Tankvaart c.s. en [eiser 4] in de proceskosten, aan de zijde van ABN Amro tot op heden begroot op € 7.894, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Chamisa-D Tankvaart c.s. en [eiser 4] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Chamisa-D Tankvaart c.s. en [eiser 4] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. van den Bergh en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2017.
2111/2504