Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het vonnis in incident van 26 oktober 2016 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- de conclusie van antwoord van Ingredion c.s.;
- de brief van 31 januari 2017 van de rechtbank waarbij partijen zijn uitgenodigd voor een comparitie van partijen;
- de akte overlegging producties van Pyour;
- de akte overlegging producties van Ingredion c.s.;
- het proces-verbaal van de op 12 juni 2017 gehouden comparitie van partijen;
- de spreekaantekeningen van de zijde van Pyour, Lithos en Ingredion c.s.;
- de brief van 4 juli 2017 van de zijde van Pyour in reactie op het proces-verbaal en de reacties van 5 juli 2017 van de zijde van Lithos en Ingredion c.s.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend (artikel 6:74 lid 1 BW). Een tekortkoming kan de schuldenaar niet worden toegerekend, indien zij niet is te wijten aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt (artikel 6:75 BW).
welaansprakelijk voor de schade die voortvloeit uit het feit dat de afgeleverde Purimune niet aan de overeenkomst beantwoordde, maar
nietvoor schade die Pyour stelt te hebben geleden doordat zij er na de recall niet (meer) in slaagde GOS in de door haar gewenste hoeveelheden en conform de door haar gewenste kwaliteit in te kopen.
5.De beslissing
7 maart 2018voor het nemen van een akte door Pyour over hetgeen is vermeld onder 4.45, waarna Lithos en Ingredion c.s. op de rol van vier weken daarna een antwoordakte kunnen nemen,
[1729;2053;1918]