ECLI:NL:RBROT:2018:10033

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 oktober 2018
Publicatiedatum
7 december 2018
Zaaknummer
7108890 VV EXPL 18-61
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over sponsorgelden en donaties tussen vrijwilliger en stichting met ANBI-status

In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 25 oktober 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrijwilliger, aangeduid als [naam eiseres], en een stichting, aangeduid als [naam gedaagde], die zich richt op het welzijn van zwerfhonden in Roemenië. De eiseres vorderde de afgifte van sponsorgelden en donaties ter waarde van € 20.504,03, die op de rekening van de stichting waren gestort in het kader van een actie die zij had opgezet. De stichting weigerde deze gelden over te maken, met als argument dat de donaties niet rechtstreeks aan de eiseres waren gedaan en dat de gelden in haar vermogen waren gevloeid. De eiseres had een actie opgezet om geld in te zamelen voor een sterilisatieprogramma voor zwerfhonden en had hiervoor een stichting opgericht, genaamd Stichting [naam 1]. De stichting [naam gedaagde] stelde dat de gelden bestemd waren voor haar doelstellingen en dat er een restitutierisico bestond als de eiseres de gelden aan een derde zou overmaken.

De rechter oordeelde dat de eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat de vordering in een bodemprocedure zou worden toegewezen. De rechter concludeerde dat de stichting [naam gedaagde] niet onrechtmatig handelde door de gelden niet aan de eiseres af te staan, aangezien de actie onder haar paraplu was uitgevoerd en de donaties op haar rekening waren gestort. De vordering van de eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de stichting. Dit vonnis benadrukt de complexiteit van de relatie tussen vrijwilligers en stichtingen, vooral in het kader van ANBI-status en de bestemming van ingezamelde gelden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 7108890 VV EXPL 18-61
uitspraak: 25 oktober 2018

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van:

[naam eiseres] ,

wonende te [woonplaats eiseres] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. C.J.M. van Veenendaal te Culemborg,
tegen:

[naam gedaagde] ,

statutair gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. ing. N. Verweij te Rotterdam,
Partijen worden hierna aangeduid als ‘ [naam eiseres] ’ respectievelijk ‘ [naam gedaagde] ’.

Verloop van de procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
 de dagvaarding van 30 augustus 2018;
 de aantekeningen van de mondelinge behandeling op 10 september 2018;
 de pleitaantekeningen respectievelijk pleitnota van de gemachtigden;
 de overgelegde producties.
1.2
Partijen is ter zitting van 10 september 2018 in overweging gegeven nader met elkaar te zoeken naar een gezamenlijke oplossing. Daarin zijn zij kennelijk niet geslaagd, waarna zij alsnog vonnis hebben gevraagd.
1.3
Vonnis is bepaald op heden.

Omschrijving van het geschil

De feiten
In deze procedure kan van de volgende feiten worden uitgegaan:
2.1
[naam eiseres] heeft een aantal jaren vrijwilligerswerk gedaan bij [naam gedaagde] .
2.2
[naam gedaagde] heeft volgens haar statuten ten doel het (doen) verzorgen van verwaarloosde en/of mishandelde honden uit Roemenië, en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de breedste zin van het woord.
2.3
[naam gedaagde] heeft sinds 1 januari 2008 een ANBI status.
2.4
In het voorjaar van 2017 is bij [naam eiseres] het idee ontstaan om Europabreed het zwerfhondenprobleem in het algemeen en in Roemenië in het bijzonder bij het brede publiek onder de aandacht te brengen. Om het zwerfhondenprobleem in Roemenië aan te pakken koos zij voor een sterilisatieprogramma voor deze honden. Om daarvoor geld bijeen te brengen besloot [naam eiseres] tot een actie waarbij zij met twee van haar honden lopend van Utrecht naar Boekarest te gaan. Deze actie kreeg de naam [naam 1] .
2.5
Voor haar actie heeft [naam eiseres] een marketing- en communicatiebureau ingeschakeld, een logo laten ontwerpen, een facebookpagina geopend, een website laten bouwen en sponsors gezocht binnen haar eigen netwerken.
2.6
Een e-mailwisseling tussen [naam eiseres] en de penningmeester van [naam gedaagde] (9/10 april 2018) vermeldt ondermeer:
Hoi [naam 2] ,
Ik een vraagje vwb een actie/plan dat ik aan het realiseren bent en waarvoor geld ingezameld gaat worden en ik er graag een check op wil. Het zal maar om een paar maanden gaan vanaf de fb pagina online gaat tot einde oktober. Er wordt nu een bankrekening ergens volgende week en ik weet niet zo goed hoe ik dat het beste kan aanpakken. Ik wil zelf geen machtiging om erbij te kunnen (…)
Dag [voornaam eiseres] ,
Goed als jij een super idee hebt om geld voor Roemeense zwerfhonden in de zamelen.
Als het voor [naam gedaagde] is, kan het toch gewoon op de normale rekening?
Altijd als er een speciale actie is, open ik daarvoor een kostenplaatsnummer.
Zo is er altijd inzage in de opbrengst/kostenverhouding.
Hoi [naam 2] ,
Nee het is een initiatief van moi persoonlijk. Heeft niets met [naam gedaagde] te maken (…) Ook geld gaat niet via [naam gedaagde]
Hallo [voornaam eiseres] ,
Als het niet over [naam gedaagde] gaat, is het niet aan mij hoe je dit gaat regelen.
Volgens mij moet je dit gewoon bij een bank regelen.
2.7
Een facebookbericht van [naam 1] d.d. 13 mei 2017 vermeldt:
Wat is Stichting [naam gedaagde] Nederland.
Ik ben vrijwilliger van Stichting [naam gedaagde] Nederland.
Deze stichting komt op voor de zwerfhonden in Roemenië. (…)wij helpen o.a. door (…)het stimuleren van sterilisatie- en castratieprojecten, en door een daarvoor geschikte honden voor adoptie aan te bieden.
(…)
Ik loop [naam 1] om het aantal honden te verminderen door sterilisaties. Helpt u ook mee?
Kijk voor meer informatie over [naam gedaagde] op[naam internetsite]
2.8
Voor de actie is € 22.402,13 gedoneerd en/of door sponsors betaald op de bankrekening van [naam gedaagde] . Daarop zijn in mindering gebracht kosten ad € 1.898,10, zodat € 20.504,03 resteert.
2.9
Een e-mail van [naam eiseres] aan leden van [naam gedaagde] d.d. 22 december 2017 vermeldt ondermeer:
Beste allen,
Vanaf heden stop ik met mijn werkzaamheden bij [naam gedaagde] . Ik ga mij de komende jaren alleen nog richten op sterilisaties en voortzetting van de gemaakte stappen tijdens [naam 1] . Uiteraard ben ik deels nog even betrokken omdat ik [naam 1] natuurlijk allemaal nog moet inplannen en tot uitvoer brengen. Omdat dit project onder [naam gedaagde] valt zal ik [naam gedaagde] uiteraard van elke stap op de hoogte houden (…)
2.1
Bij brief van 15 januari 2018 heeft [naam eiseres] [naam gedaagde] verzocht het saldo van € 20.504,03 over te maken op het rekeningnummer van de stichting [naam stichting] .
2.11
Bij brief van 18 januari 2018 heeft [naam gedaagde] aan [naam eiseres] bericht dat het ANBI regime er aan in de weg staat dat zij gelden aan willekeurige derden overmaakt. Zij heeft voorgesteld een plan te maken om de actie [naam 1] af te ronden.
2.12
[naam eiseres] heeft de stichting Stichting [naam 1] opgericht. De oprichtingsakte is op 6 april 2018 notarieel verleden en vermeldt als doel het bevorderen van het dierenwelzijn, met name in gebieden waar dieren onder slechte omstandigheden leven en voorts dat de stichting dat doel onder meer tracht te bereiken door het op medische verantwoorde wijze massaal steriliseren van (huis)dieren. Aan de stichting is de ANBI status verleend.
2.13
De stichting [naam 1] heeft inmiddels twee rondes van 200 respectievelijk 100 sterilisaties gerealiseerd. Zij heeft [naam gedaagde] gesommeerd betalingen aan haar te doen. De derde sterilisatieronde stond gepland op 16 juni 2018.
De vordering
3.1
[naam eiseres] vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [naam gedaagde] te veroordelen tot afgifte aan [naam eiseres] van de sponsorgelden en donaties ad € 20.504,03, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ad € 500,-- per dag of gedeelte van een dag nadat twee dagen na de betekening van het vonnis zijn verstreken en [naam gedaagde] niet aan deze verplichting voldoet, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 20.500, en met veroordeling van [naam gedaagde] in de kosten van dit geding.
3.2
Aan haar vordering legt de [naam eiseres] , tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, zakelijk weergegeven het volgende ten grondslag:
  • [naam eiseres] heeft haar actie [naam 1] als een persoonlijke actie opgezet, [naam gedaagde] had daarmee niets van doen, [naam eiseres] heeft de ingezamelde gelden “bij elkaar gelopen”, deze komen haar persoonlijk toe;
  • [naam gedaagde] handelt onrechtmatig jegens [naam eiseres] door te weigeren de haar toekomende gelden aan haar af te geven;
  • [naam eiseres] heeft een spoedeisend belang: er staan een vierde en vijfde sterilisatieronde gepland maar deze kunnen niet doorgaan als [naam eiseres] niet tijdig de haar toekomende gelden aan de stichting [naam 1] kan doneren.
Het verweer
3.3
[naam gedaagde] heeft – zakelijk weergegeven en voor zoveel nu van belang – het volgende aangevoerd:
  • de donaties/schenkingen zijn niet rechtstreeks aan [naam eiseres] gedaan, zodat de gelden ook niet vrijelijk door [naam eiseres] kunnen worden besteed; de gelden zijn overgemaakt op de rekening van [naam gedaagde] en in haar vermogen gevloeid; [naam eiseres] riep juist op om de betalingen op de rekening van [naam gedaagde] te doen;
  • er is sprake van een restitutierisico: [naam eiseres] is voornemens de gelden door te storten naar stichting [naam 1] ; als de bodemrechter beslist dat [naam gedaagde] de gelden dient te besteden is dat bedrag niet meer beschikbaar bij [naam eiseres] ;
  • [naam eiseres] heeft geen (spoedeisend) belang: [naam gedaagde] is in staat en bereid de gelden - in lijn met haar doelstelling - overeenkomstig het belang van [naam eiseres] te besteden;
  • de geplande sterilisatierondes zijn niet door [naam eiseres] maar door een derde gepland;
  • als door [naam gedaagde] , als stichting met een ANBI status, een uitkering aan een derde niet wordt gedaan in het kader van het algemeen belang, dan is daarover schenkbelasting verschuldigd, in dit geval 30%;
  • [naam gedaagde] verzet zich tegen een eventuele uitvoerbaar bij voorraad verklaring.

Beoordeling van het geschil

4.1
Bij een vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening als de onderhavige dient te worden beoordeeld of de eisende partij een zodanig spoedeisend belang heeft dat van haar niet mag worden verwacht dat zij de uitkomst een bodemprocedure afwacht. Bij die beoordeling dienen in ieder geval te worden betrokken hoe aannemelijk het is dat de vordering in een bodemprocedure toegewezen zal worden, het belang van eisende partij bij het treffen van die voorziening en de gevolgen voor gedaagde bij het ten onrechte treffen van de voorziening en – in verband daarmee – het restitutierisico.
4.2
Uit hetgeen partijen over en weer hebben gesteld en aangevoerd kan worden afgeleid dat de actie [naam 1] weliswaar door [naam eiseres] is opgezet en uitgevoerd, maar niet dat [naam gedaagde] daarmee niets van doen had, zoals door [naam eiseres] betoogd. [naam eiseres] was ten tijde van de actie vrijwilligster bij [naam gedaagde] , verwijst in de media naar [naam gedaagde] en laat donaties/giften voor de actie storten op de bankrekening van [naam gedaagde] . Er moet [naam gedaagde] ook vanuit worden gegaan dat de gelden die die voor de actie op de rekening van [naam gedaagde] zijn gestort rechtmatig in het vermogen van [naam gedaagde] zijn gevloeid kennelijk met de bedoeling dat deze worden besteed aan de doelstelling van de actie van [naam eiseres] , die ook correspondeert met de doelstellingen van [naam gedaagde] . Niet dat deze aan [naam eiseres] zelf ter beschikking zouden moeten worden gesteld. [naam eiseres] gaat er blijkens haar mail van 22 december 2017 kennelijk zelf ook van uit dat de verdere uitvoering van de actie [naam 1] onder de paraplu van [naam gedaagde] wordt gerealiseerd. Zij kan dan ook niet worden gevolgd in haar stelling dat [naam gedaagde] onrechtmatig handelt door de gelden niet aan haar af te staan. Daarbij komt dat van [naam gedaagde] niet zondermeer gevergd kan worden dat zij aan haar betaalde gelden afdraagt, zonder dat de gevolgen daarvan, gelet op de ANBI status, voldoende vaststaan. Het is dus niet zondermeer aannemelijk dat de bodemrechter de vordering van [naam eiseres] zal toewijzen.
4.3
Overigens heeft [naam gedaagde] ook een punt ten aanzien van het restitutierisico. Indien [naam eiseres] de gelden die zij vordert doorstort naar een derde, waarover zij geen zeggenschap heeft, is de kans groot dat deze gelden niet door haar kunnen worden teruggestort indien in een bodemprocedure zo wordt beslist.
4.4
De vordering zal dus worden afgewezen.
4.5
[naam eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. De gevorderde nakosten en rente zullen worden toegewezen als hierna vermeld.

Beslissing

De kantonrechter:

wijst de vordering af;
veroordeelt [naam eiseres] in de proceskosten, tot op heden aan de zijde van [naam gedaagde] bepaald op € 600,-- aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met de nakosten ad € 133,-, te voldoen binnen veertien dagen na datum dit vonnis en indien [naam eiseres] daaraan niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf die termijn tot aan de dag van algehele voldoening.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
623