In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 20 december 2018, wordt een zorgregeling vastgesteld voor de kinderen van de betrokken ouders, die al jarenlang in conflict zijn over de opvoeding en zorg. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Heinrici, en de vader, vertegenwoordigd door mr. M.J. Verdult, zijn de ouders van twee minderjarigen, geboren in 2008 en 2011. De rechtbank heeft de procedure op basis van eerdere beschikkingen en rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming gevoerd, waarbij de ouders al verschillende pogingen hebben ondernomen om tot een oplossing te komen, waaronder mediation en deelname aan een speciaal programma voor kinderen in conflict. Ondanks deze inspanningen is de strijd tussen de ouders voortgezet, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en vader niet in staat zijn om samen tot een werkbare regeling te komen, en heeft daarom besloten dat de kinderen eenmaal per veertien dagen van vrijdag na school tot maandag naar school bij de vader verblijven. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om de vader te verplichten de kinderen naar hun activiteiten te brengen en het verzoek van de vader om de moeder te verbieden aanwezig te zijn bij deze activiteiten afgewezen. De rechtbank volgt het advies van de Raad voor de Kinderbescherming, die heeft geadviseerd de hoofdverblijfplaats van de kinderen niet te wijzigen, omdat er geen zorgen zijn over hun dagelijks functioneren bij de moeder.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de rechtbank heeft bepaald dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag, dat binnen drie maanden na de beschikking kan worden ingesteld door de verzoeker of andere belanghebbenden.