ECLI:NL:RBROT:2018:11090

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 november 2018
Publicatiedatum
4 februari 2019
Zaaknummer
C/10/561299 / HA RK 18-1278
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beperking van aansprakelijkheid in verband met aanvaring tussen duwboot en ponton

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 november 2018 een beschikking gegeven in een verzoekschriftprocedure. Het verzoek is ingediend door Duw- en Sleepvaartbedrijf Touwslager B.V., gevestigd te Rotterdam, en betreft de beperking van aansprakelijkheid voor schade die is ontstaan door een aanvaring op 21 april 2015. De aanvaring vond plaats tussen de duwboot, die door verzoekster werd geëxploiteerd, en het ponton 'Sea Camel', evenals het beweegbare gedeelte van de hefbrug te Waddinxveen. Verzoekster had de opdracht gekregen om het ponton van Alphen aan de Rijn naar Zierikzee te duwen, en had hiervoor een duwboot ingeschakeld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoekschrift op 26 oktober 2018 is ontvangen en dat het verzoek strekt tot het beperken van de aansprakelijkheid van verzoekster op hetzelfde bedrag als bepaald in een eerdere beschikking van 16 september 2016 in een beperkingsprocedure. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, waarbij zij oordeelde dat de Provincie Zuid Holland onvoldoende onderbouwing had gegeven voor haar betwisting van de aansprakelijkheidsbeperking. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het door de belanghebbende [naam 1] gestelde zakenfonds mede moet worden aangemerkt als gesteld namens verzoekster.

De rechtbank heeft de aansprakelijkheid van Duw- en Sleepvaartbedrijf Touwslager B.V. ter zake van de aanvaring beperkt en verklaard dat het zakenfonds mede strekt ter beperking van de aansprakelijkheid van verzoekster. Tevens heeft de rechtbank de onderhavige procedure gevoegd met andere beperkingsprocedures die door [naam 1], [naam 2] en [naam 3] zijn ingeleid. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. P.C. Santema.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
duwboot ‘ [naam duwboot] ’
zaaknummer / rekestnummer: C/10/561299 / HA RK 18-1278

Beschikking van 6 november 2018

in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DUW- EN SLEEPVAARTBEDRIJF TOUWSLAGER B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verzoekster,
advocaat mr. J. Blussé van Oud -Alblas te Rotterdam.
1. Het verzoekschrift is op 26 oktober 2018 op de rechtbank ontvangen.
2. Het verzoek strekt tot:
- bepaling van de bedragen waartoe de aansprakelijkheid van verzoekster ter zake van verlies of schade als gevolg van de aanvaring op 21 april 2015 tussen de duweenheid bestaande uit de duwboot [naam duwboot] en het ponton [naam ponton] en het beweegbare gedeelte van de hefbrug te Waddinxveen is beperkt op hetzelfde bedrag als bepaald in de beschikking van 16 september 2016 in de beperkingsprocedure van [naam 1] met zaak- en rekestnummer C/10/502453 / HA RK 16-413;
- verklaring dat het namens [naam 1] gestelde beperkingsfonds (zakenfonds) moet worden aangemerkt als mede te zijn gesteld namens verzoekster;
- voeging van de onderhavige procedure met de reeds namens [naam 1] en [naam 2] en Schotgroep Aannemingsbedrijf B.V. (hierna: Schotgroep) ingeleide beperkingsprocedures met zaak- en rekestnummers: C/10/503622 / HA RK 16-473 en C/10/502452 / HA RK 16-413 en C/10/553303 / HA RK 18-691.
3. Het verzoekschrift is behandeld ter terechtzitting van 6 november 2018. Van het verhandelde ter terechtzitting is proces-verbaal opgemaakt.
4. Uit het verzoekschrift is gebleken dat Schotgroep aan verzoekster opdracht had gegeven om het ponton [naam ponton] van Alphen aan de Rijn naar Zierikzee te duwen. Touwslager had op haar beurt daartoe opdracht aan [naam 1] met diens duwboot [naam duwboot] gegeven. Onderweg moesten ook andere activiteiten worden verricht (zo blijkt uit de overgelegde facturen) waaruit blijkt dat Touwslager de duwboot exploiteerde.
De in het verzoekschrift genoemde belanghebbenden hebben verzoekster aansprakelijk gesteld voor de schade die zij door de aanvaring stellen te hebben geleden.
Verzoekster is op grond van het autonoom uit te leggen artikel 1 lid 2 sub a juncto artikel 1 lid 1 CLNI 1988 gerechtigd om zich op de beperking van haar aansprakelijkheid te beroepen. De door de Provincie Zuid Holland gedane betwisting is tegenover de ruime definitie in dit artikel en de uitleg in de jurisprudentie onvoldoende onderbouwd. Op grond van artikel 9 lid 1 sub a en 11 lid 3 CLNI 1988 dient het door [naam 1] gestelde zakenfonds aangemerkt te worden als mede te zijn gesteld namens verzoekster.
5. De rechtbank zal het verzoek toewijzen zoals is verzocht.

De beslissing

De rechtbank
bepaalt dat de aansprakelijkheid van Duw- en Sleepvaartbedrijf Touwslager B.V. ter zake van verlies of schade als gevolg van de aanvaring tussen de duweenheid bestaande uit de duwboot [naam duwboot] en het ponton [naam ponton] en het beweegbare gedeelte van de hefbrug te Waddinxveen op 21 april 2015 voorshands is beperkt overeenkomstig het bepaalde in de beschikking van 16 september 2016 in de beperkingsprocedure van [naam 1] met zaak- en rekestnummer C/10/502452 / HA RK 16-413,
verklaart dat het vanwege [naam 1] door middel van storting van het totale bedrag op een rentedragende bankrekening ten name van de rechter-commissaris en de vereffenaar gevormde zakenfonds mede strekt ter beperking van de aansprakelijkheid van Duw- en Sleepvaartbedrijf Touwslager B.V. in verband met de aanvaring tussen de duweenheid bestaande uit de duwboot [naam duwboot] en het ponton [naam ponton] en het beweegbare gedeelte van de hefbrug te Waddinxveen op 21 april 2015,
voegt de onderhavige procedure met de door [naam 1] ingeleide procedure met zaak- en rekestnummer C/10/502452 / HA RK 16-413 alsmede met de door [naam 2] ingeleide procedure met zaak- en rekestnummer C/10/503622 / HA RK 16-473 en de door [naam 3] ingeleide procedure met zaak- en rekestnummer C/10/553303 / HA RK 18-691.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.C. Santema en in het openbaar uitgesproken op 6 november 2018.
1346/32