ECLI:NL:RBROT:2018:11323

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 december 2018
Publicatiedatum
25 maart 2019
Zaaknummer
10/165228-18 en 10/164089-18 (ttz. gevoegd)
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstallen vergezeld van bedreiging en geweld met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 5 december 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, geboren op Curaçao, die op 14 en 18 augustus 2018 in Rotterdam twee straatroven heeft gepleegd. De verdachte heeft op de openbare weg een telefoon van een slachtoffer weggenomen, waarbij hij geweld heeft gebruikt door het slachtoffer in het gezicht te slaan. Bij een tweede incident heeft hij gedreigd een ander slachtoffer neer te steken. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 251 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 265 dagen voorwaardelijk, en heeft de uitvoering van de gevangenisstraf voor het voorwaardelijke deel afhankelijk gesteld van het naleven van de bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft besloten om de verdachte de kans te geven om een klinisch behandeltraject te volgen, in plaats van hem terug te sturen naar de gevangenis. De verdachte moet zich houden aan de voorwaarden die door de reclassering zijn gesteld, waaronder het melden bij de reclassering en het ondergaan van behandeling voor zijn verslaving.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummers: 10/165228-18 en 10/164089-18 (ttz. gevoegd)
Datum uitspraak: 5 december 2018
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te Curaçao (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum verdachte] ,
laatst opgegeven woon- of verblijfplaats:
[adres verdachte] te [woonplaats verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de PI Krimpen aan den IJssel,
raadsman mr. G.E. Toxopéus, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 november 2018.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. V.A.M.G. van de Bilt heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de onder parketnummer 10/165228-18 ten laste gelegde feiten alsmede bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/164089-18 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 251 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en onder oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De onder parketnummer 10/164089-18 ten laste gelegde winkeldiefstal is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering feit 1 (parketnummer 10/165228-18)
4.2.1.
Standpunt verdediging
Door de verdediging is aangevoerd dat de verdachte weliswaar heeft bekend dat hij de telefoon van aangeefster heeft weggenomen, maar dat niet kan worden bewezen dat de verdachte haar in het gezicht geslagen of gestompt heeft. De verdachte ontkent dit en niet valt uit te sluiten dat aangeefster het wondje aan haar lip heeft opgelopen tijdens de worsteling die tussen beiden heeft plaatsgevonden. Derhalve dient vrijspraak te volgen van dat onderdeel van de tenlastelegging.
4.2.2.
Beoordeling
De verklaring van aangeefster dat zij door de verdachte in haar gezicht is geslagen, vindt steun in ander objectief bewijs. De verbalisanten hebben kort na het incident een wondje in de mond bij aangeefster waargenomen. Daarnaast is door een getuige verklaard dat hij heeft gezien dat de verdachte slaande bewegingen in de richting van de aangeefster heeft gemaakt.
De verklaring van de verdachte dat hij de aangeefster niet heeft geslagen, wordt op grond hiervan dan ook ongeloofwaardig geacht. De rechtbank is van oordeel dat genoegzaam is komen vast te staan dat de verdachte tijdens de beroving geweld heeft gebruikt door aangeefster in het gezicht te slaan.
4.2.3.
Conclusie
Bewezen is dat verdachte het onder 1 (primair) ten laste gelegde feit heeft begaan.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en onder 2 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/164089-18 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1. primair)
hij op 14 augustus 2018 te Rotterdam op of nabij de openbare weg, te weten het Weimanspad , een telefoon (Huawei P9Light, kleur zwart),
dieaan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om zich
dezewederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van geweld tegen genoemde [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, enom, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die telefoon (onverhoeds) uit de handen van die [naam slachtoffer 1] te rukken, trekken of grissen en
- meermalen in het gezicht van die [naam slachtoffer 1] te slaan of stompen en
- die [naam slachtoffer 1] (weg) te duwen;
2.
hij op 14 augustus 2018 te Rotterdam op of nabij de openbare weg, te weten het Zuiderpark, een telefoon (Sony Xperia Z5, kleur zwart),
dieaan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 2] , heeft weggenomen
met het oogmerk om zich
dezewederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [naam slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die telefoon (onverhoeds) uit de handen van genoemde [naam slachtoffer 2] te rukken en/of
tetrekken en/of
- ( meermalen) naar die [naam slachtoffer 2] te roepen "Niet dichterbij komen want anders steek ik je neer", en
- ( meermalen) met zijn hand(en) een beweging naar zijn zakken te maken en/of een beweging te maken alsof hij een mes ging pakken.
Parketnummer 10/164089-18
hij op 18 augustus 2018 te Rotterdam negen Zwitsal-producten enenergydrink,
dieaan een ander toebehoorde, te weten aan [naam supermarkt] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
Parketnummer 10-165228-18
1. (primair)
diefstal, vergezeld en gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg
2.
diefstal, vergezeld van geweld en gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg
Parketnummer 10/164089-18
diefstal
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft op 14 augustus 2018 twee straatroven gepleegd, waarbij hij onverhoeds een telefoon uit de handen van zijn slachtoffers heeft gegrist. Bij de eerste beroving heeft de verdachte het slachtoffer vervolgens in haar gezicht geslagen. Bij de tweede beroving heeft de verdachte vervolgens gedreigd het slachtoffer neer te steken.
Dergelijke feiten hebben niet alleen een grote impact op de slachtoffers, maar versterken ook de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving. Berovingen kunnen voor de direct betrokkenen bijzonder traumatiserend zijn, wat tot langdurige psychische schade kan leiden. Bovendien zijn de berovingen op de openbare weg gepleegd, waarbij getuigen ongewild getuige hebben moeten zijn van de gewelddadige en brutale handelwijze van de verdachte. De verdachte heeft zich aan dit alles niets gelegen laten liggen. Hij heeft geen enkel oog gehad voor de slachtoffers, maar uitsluitend voor zijn eigen financiële voordeel, om in zijn verslaving te kunnen voorzien.
Ook heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal. Winkeldiefstallen vormen een ergerlijke vorm van criminaliteit die voor winkeliers veel hinder en schade oplevert. De verdachte heeft ook hier kennelijk enkel en alleen gehandeld vanuit het oogpunt van eigen materieel voordeel. Hij heeft er blijk van gegeven weinig respect te hebben voor de eigendomsrechten van anderen en geen oog te hebben voor de gevolgen van zijn daad.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 24 oktober 2018, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaring van deskundige op de terechtzitting
Reclassering Nederland, afdeling Antes, heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 14 november 2018. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
Er is sprake van een verergering van het delictgedrag van de verdachte gedurende de laatste jaren. Criminogene factoren worden gevormd door een problematisch middelengebruik, dak-/thuisloosheid, het regelmatig ontbreken van inkomen, alsmede een gebrek aan een ondersteunend systeem en beperktheid in oplossingsvaardigheden. Dit geheel heeft geleid tot vergaande maatschappelijke desintegratie, waarin de verdachte tot delictgedrag is gekomen. Eerder reclasseringstoezicht en pogingen om hulp te zoeken zijn echter mislukt.
De verdachte reageert thans veranderingsgericht op huidig justitieel ingrijpen en hij heeft een positief toekomstperspectief ontwikkeld. Hij toont zich gemotiveerd voor een klinische behandeling ten aanzien van het geïndiceerde woon-werktraject met dagbehandeling vanwege zijn verslavingsproblematiek. Om dit zorgtraject zo nodig te ondersteunen en omdat een terugval in problematisch middelengebruik een recidive-risico inhoudt, wordt tevens de mogelijkheid van een kortdurende klinische behandeling geadviseerd. De verwachting is dat voornoemde hulpverlening de risico’s kan beperken. De slagingskans is groter wanneer de zorg aansluitend aan detentie kan starten.
Door de deskundige, reclasseringswerker P.B.C.H. van ’t Veer, is ter zitting de inhoud van de rapportage bevestigd. De deskundige heeft het belang van een snelle plaatsingsmogelijkheid in Huize Norel in Epe toegelicht, waar met ingang van de dag volgend op de zittingsdag het (klinische) behandeltraject van de verdachte gestart kan worden.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De ernst van de feiten rechtvaardigt in beginsel slechts het opleggen van een gevangenisstraf van langere duur, mede gelet op het strafblad van de verdachte. De rechtbank is evenwel (mede op grond van de bevindingen van de reclassering) van oordeel dat de verdachte en ook de maatschappij er bij gebaat zijn dat de verdachte zo snel mogelijk een (klinisch) behandeltraject volgt. Nu ter zitting is gebleken dat de verdachte hiermee reeds de volgende dag zou kunnen starten heeft de rechtbank de voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag na de zitting mede onder die voorwaarde geschorst tot aan de uitspraak. De rechtbank zal de duur van het onvoorwaardelijke gedeelte van de op te leggen gevangenisstraf beperken tot de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, omdat de rechtbank het - evenals de officier van justitie - niet wenselijk vindt dat de verdachte terug moet naar de gevangenis. De rechtbank vindt in de gemotiveerde houding van de verdachte aanleiding om hem deze kans te geven en detentie zou het reeds ingezette (klinische) traject doorkruisen. De verdachte dient zich te realiseren dat hem daarmee opnieuw een kans wordt geboden en dat hij deze dient te benutten.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een groot deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel met daaraan gekoppeld een proeftijd van 3 jaar, heeft als doel de verdachte ertoe te bewegen het ingezette traject en het vervolgtraject positief af te ronden en bovendien om hem ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank zal, zoals ook door de officier van justitie is gevorderd en door de reclassering is geadviseerd, de dadelijke uitvoerbaarheid bevelen van de bijzondere voorwaarden, nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten onder parketnummer 10/165228-18, alsmede het onder parketnummer 10/164089-18 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
265 dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
stelt als algemene voorwaarden:
  • de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
  • de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
  • de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde zal zich melden op door de Stichting Verslavingsreclassering GGZ te bepalen data en locaties, zo vaak en zolang als deze instelling dat nodig vindt en zal zich houden aan de door of namens die instelling te geven voorschriften en aanwijzingen;
2. de veroordeelde zal zich laten behandelen door Stichting Terwille of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De veroordeelde zal zich houden aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
3. de veroordeelde zal medewerking verlenen aan een klinische opname in een zorginstelling - deze instelling te bepalen door de reclassering - ten behoeve van een kortdurende klinische behandeling van maximaal zeven weken;
4. de veroordeelde zal verblijven in Huize Norel van Stichting Ontmoeting of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. De veroordeelde zal zich houden aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
5. de veroordeelde zal zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering. Deze kunnen ook inhouden dat de verdachte medewerking zal verlenen aan adem-, speeksel- en urinecontroles, met als doel mogelijk middelengebruik inzichtelijk te maken.
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de genoemde bijzondere voorwaarden en het aan genoemde reclasseringsinstelling opgedragen toezicht
dadelijk uitvoerbaarzijn;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. R.J.A.M. Cooijmans en D. van Putten, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. van Herwijnen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Parketnummer 10/165228-18:
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 14 augustus 2018 te Rotterdam op of nabij de openbare weg, te weten het Weimanspad , een telefoon (Huawei P9Light, kleur zwart), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [naam slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die telefoon (onverhoeds) uit de handen van die [naam slachtoffer 1] te rukken, trekken of grissen en/of
- meermalen in het gezicht van die [naam slachtoffer 1] te slaan of stompen en/of
- die [naam slachtoffer 1] (weg) te duwen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 14 augustus 2018 te Rotterdam op of nabij de openbare weg, te weten het Weimanspad , ter uitvoering van het voornemen om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een telefoon (Huawei P9Light, kleur zwart), in elk geval enig goed geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer 1] , te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,- die telefoon (onverhoeds) uit de handen van die [naam slachtoffer 1] heeft gerukt, getrokken of gegrist en/of
(toen die [naam slachtoffer 1] haar telefoon terug wilde pakken)
- meermalen in het gezicht van die [naam slachtoffer 1] heeft geslagen of gestompt en/of
- die [naam slachtoffer 1] (weg) heeft geduwd, terwijl de uitvoering van dat voornemen niet is voltooid;
2
hij op of omstreeks 14 augustus 2018 te Rotterdam op of nabij de openbare weg, te weten het Zuiderpark, een telefoon (Sony Xperia Z5, kleur zwart), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam slachtoffer 2] , heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [naam slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die telefoon (onverhoeds) uit de handen van genoemde [naam slachtoffer 2] te rukken en/of trekken en/of
- ( meermalen) naar die [naam slachtoffer 2] te roepen "Niet dichterbij komen want anders steek ik je neer", althans (telkens) woorden van een soortgelijke dreigende aard en/of strekking
en/of
- ( meermalen) met zijn hand(en) een beweging naar zijn zakken te maken en/of een beweging te maken alsof hij een mes ging pakken;
Parketnummer 10/164089-18
hij op of omstreeks 18 augustus 2018 te Rotterdam negen, althans één of meer Zwitsal-producten en/of energydrink, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [naam supermarkt] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;