Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[eiser 3],
[gedaagde 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 juli 2017 tevens houdende een provisionele vordering ex artikel 223 Rv, met producties;
- de akte wijziging van eis in provisionele vordering van 19 juli 2017, met producties;
- de conclusie van antwoord in het incident, tevens conclusie van antwoord in de hoofdzaak tevens houdende conclusie van eis in reconventie van 2 augustus 2017, met producties;
- de akte intrekken procedure van 30 augustus 2017 van Sael en [eiser 3] , met producties;
- de akte tot uitlaten van 30 augustus 2017 van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en Buis, met producties;
- de brief van 4 oktober 2017 van de rechtbank, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een comparitie van partijen;
- de akte tot uitlaten van 4 oktober 2017 van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en Buis;
- de brief van 7 december 2017 van de rechtbank, waarbij partijen nader zijn geïnstrueerd met betrekking tot de comparitie van partijen;
- de op 18 januari 2018 voor de zitting van 7 februari 2018 door Seal en [eiser 3] ingediende conclusie van antwoord in reconventie;
- de op 6 februari 2018 voor de zitting van 7 februari 2018 door BPL ingediende akte intrekking procedure;
- het proces-verbaal van comparitie van 7 februari 2018.
- mr. Maters heeft zich aanvankelijk als advocaat gesteld voor BPL, Sael en [eiser 3] ;
- op de rol van 16 augustus 2017 heeft mr. Maters zich onttrokken als advocaat van BPL;
- bij akte van 30 augustus 2017 hebben Sael en [eiser 3] de door hen ingestelde vorderingen ingetrokken;
- bij akte van 4 oktober 2017 hebben [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en Buis alle vorderingen jegens BPL, Sael en [eiser 3] ingetrokken;
- op de rol van 31 januari 2018 heeft mr. Meijroos zich als advocaat van BPL gesteld;
- bij akte van 7 februari 2018 heeft BPL haar vorderingen ingetrokken;
- ter comparitie zijn Sael, [eiser 3] en hun advocaat mr. Maters niet verschenen.
2.Het geschil
3.De beoordeling
in het incident
1.421,00(1,0 punt × tarief € 1.421,00)
4.De beslissing
2221]