Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 1 tot en met 6;
- de conclusie van antwoord, met producties 7 en 8;
- de oproepbrief van de rechtbank van 23 augustus 2017, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de brief van de rechtbank van 1 november 2017 met een zittingsagenda;
- het schrijven van mr. Roozeboom van 28 december 2017 met productie 10 en 11;
- het proces-verbaal van comparitie van 12 januari 2018;
- het B16-formulier van mr. Franken, waarin staat vermeld dat tussen partijen geen regeling tot stand is gekomen.
2.De feiten
2. de eerstvolgende betaling van de erfpachtcanon, na het passeren van de akte van overdracht, dient te geschieden door de nieuwe erfpacht(st)er(s) zodanig dat de gemeente buiten elke verrekening blijft. In dit verband delen wij u mee dat de erfpachtcanon halfjaarlijks achteraf in rekening wordt gebracht. Aangezien de hierbij verwoorde toestemming betrekking heeft op de overdracht van een gedeelte van het erfpachtrecht, ten gevolge waarvan het bestaande recht wordt opgedeeld in twee afzonderlijke rechten, wordt de op het moment van de overdacht toepasselijke canon opgedeeld in twee afzonderlijke canons, waarvan de respectieve bedragen worden berekend naar rato van de oppervlakten van de desbetreffende perceelsgedeelten. Aangezien de overdracht betrekking heeft op een gedeelte van het oorspronkelijke erfpachtperceel dat nog niet kadastraal is uitgemeten, is de betreffende naar-rato-berekening uitgevoerd met de opgegeven geraamde oppervlakte. De aldus bepaalde (deel-)canon staat daarmee vast tot het eerstvolgende moment van de reguliere herziening en wordt derhalve niet tussentijds aangepast op grond van het kadastraal vastgesteld worden van de desbetreffende oppervlakte.’
Artikel 4
3.Het geschil
- de Gemeente Schiedam op te dragen een correcte berekening te vervaardigen aan de hand van de feitelijke bebouwde kantooroppervlakte;
- de Gemeente Schiedam te veroordelen tot terugbetaling van het teveel betaalde aan erfpacht vanaf datum 11 juli 2004 tot de datum waarop de erfpacht opnieuw zal worden herzien;
- de Gemeente Schiedam te veroordelen tot herziening van de erfpacht vanaf 2015;
- de Gemeente Schiedam te veroordelen om aan eiseres te betalen de wettelijke rente over het bedrag welke [eiseres] onverschuldigd heeft betaald vanaf 11 juli 2004 althans vanaf 2015, althans vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; en
- de Gemeente Schiedam te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van rechtsbijstand conform Rapport Voorwerk II, althans tot betaling van een bedrag dat de rechtbank juist en billijk acht; en
- de Gemeente Schiedam te veroordelen in de kosten van deze procedure.’
4.De beoordeling
waarvan de respectieve bedragen worden berekend naar rato van de oppervlakten van de desbetreffende perceelsgedeelten’. Ter comparitie heeft Gemeente Schiedam verklaard dat het gebruikelijk is om de canon te berekenen op basis van de perceel grootte. Voorts is in de voorwaarde uitgeschreven dat aangezien de kadastrale uitmeting op dat moment nog niet heeft plaatsgehad, ‘
de betreffende naar-rato-berekening [is] uitgevoerd met de opgegeven geraamde oppervlakte.’ Naar het oordeel van de rechtbank kan uit voormelde passsage niet anders dan begrepen worden dat de canon zou worden berekend op grond van de door partijen opgegeven geschatte perceel grootte. Uit de aan de brief gehechte tabellen waarin de hoogte van de canon per jaar wordt berekend over de periode 11 juli 2004 tot 11 juli 2024 zowel voor het perceel van Northwood als voor het perceel van [eiseres] , blijkt dat met de geschatte perceel grootte ook daadwerkelijk is gerekend. [eiseres] heeft zijn stelling dat de canon dient te worden berekend op basis van vloeroppervlakte van de op het recht van erfpacht gelegen kantoorgebouw, onvoldoende onderbouwd. [eiseres] heeft zijn verweer dat een medewerker van Gemeente Schiedam heeft verklaard dat erfpacht wordt berekend per vierkante meter kantoorruimte, niet met concrete feiten danwel met stukken onderbouwd. De overgelegde mail van [eiseres] waarin staat vermeld ‘
Erfpacht bij kantoren wordt verdeeld naar m2 kantoorruimte heb ik begrepen’ is van zijn hand en niet afkomstig van Gemeente Schiedam. Uit de overgelegde mailcorrespondentie blijkt slechts, dat de medewerker van Gemeente Schiedam navraag zou doen en geen toezegging heeft gedaan. Bovendien is gesteld noch gebleken dat de betreffende medewerker vertegenwoordigingsbevoegd zou zijn namens Gemeente Schiedam. Bovendien kan de vastgestelde canon niet voor de herzieningsdatum worden gewijzigd. In de brief van 27 oktober 2005 is immers de navolgende zin opgenomen: ‘
De aldus bepaalde
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
5.De beslissing
39