Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De verdere procedure
- het tussenvonnis van 5 april 2017 en de daaraan ten grondslag liggende gedingstukken
- de akte na tussenvonnis van OBM met producties 55 tot en met 58
- de (antwoord)akte na tussenvonnis van Willett met producties 42 tot en met 45
- de aanhouding voor partijberaad vonnis vragen tot 9 augustus 2017, waarop een reactie
2.De verdere beoordeling in conventie en (voorwaardelijke) reconventie
extra storage costsen
processing costs.
extra storage costsmoet worden bepaald hoe de omvang van Willetts voorraad SRF bij OBM zich heeft ontwikkeld tussen 17 september 2012 (00.00 uur) en 15 september 2013 (de correctieperiode). Als relevante factoren daarvoor heeft zij genoemd hoeveel tonnen SRF van week tot week zijn aan- en afgevoerd, maar ook de omstandigheid dat het gewicht van de SRF gedurende de opslag fluctueerde. Deze laatste omstandigheid geldt de gehele voorraad SRF, zoals beide partijen omstandig hebben betoogd.
gehelevoorraad over de gehele correctieperiode te bepalen. Zij heeft partijen gevraagd om - op basis van in het vonnis gegeven uitgangspunten - antwoord te geven de volgende vragen:
het ‘verschil uit-in’ gedeeld door de totale aanvoer voor Willett in de correctieperiode, en niet zoals de rechtbank voorschrijft (...) het ‘verschil uit-in’ gedeeld door de totale aanvoer inclusief beginvoorraad”. Zij komt aldus tot een correctiefactor van 1,221 % van de totale hoeveelheid van het door OBM ontvangen materiaal.
Willetts stock”. Zij geeft aan dat in die voorraadcijfers - conform het tussenvonnis - de administratieve fout terzake van de ‘Bonay’ is gecorrigeerd.
Willetts stock” staan, naar de rechtbank begrijpt, de door Willett juist geachte voorraadgegevens.
Willetts stock” gepresenteerde voorraadcijfers tot uitgangspunt voor de verdere beoordeling.
extra storage costszij in de correctieperiode van week tot week over de gecorrigeerde voorraad SRF had mogen berekenen (r.o. 4.45 van het tussenvonnis).
extra storage 1’ dat Willett over de hele correctieperiode € 69.538,98 aan
extra storage costsverschuldigd is geworden. Dit zelfde bedrag komt naar voren in productie 57 van OBM onder ‘
Gecorrigeerd te factureren - extra storage costs 1’. In haar reactie noemt Willett € 69.538,90 als bedrag waarop OBM aanspraak had kunnen maken. Willett benoemt dit zelf als ‘
hetzelfde bedrag dat naar voren komt bij kennisname van productie 56 van OBM’ (antwoordakte onder 6). Ook de rechtbank zal geen punt maken van de € 0,08 verschil en uitgaan van het bedrag van € 69.538,98. Dit is het bedrag dat OBM aan Willett over de gehele correctieperiode (week 38 van 2012 tot en met week 37 van 2013) voor
extra storage costshad mogen factureren.
extra storage costscorrect zijn, zal ook de rechtbank daarvan uitgaan.
extra storage costsvordert over de weken 31 tot en met 37 van 2013, ingevolge r.o. 4.46 van het tussenvonnis te becijferen hoeveel
extra storage costsaan OBM toekomen over die periode wanneer wordt uitgegaan van de gecorrigeerde voorraadcijfers.
extra storage costszijn becijferd op basis van de gecorrigeerde voorraadgegevens:
€ 720,14 +
extra storage costsvoor deze weken. OBM komt tot een saldo van € 13.328,57 - een eurocent lager - en Willett geeft in haar reactie aan dat dit bedrag haar juist voorkomt, zodat vaststaat dat de over de weken 31 tot en met 37 van 2013 verschuldigd geworden
extra storage costs€ 13.328,57 bedragen.
- i) hoeveel
- ii) hoeveel Willett feitelijk over die weken voor
- iii) hoeveel Willett over die weken teveel heeft betaald voor
extra storage costshad mogen factureren over week 38 van 2012 tot en met week 37 van 2013 (r.o. 2.8), en over de weken 31 tot en met 37 van 2013 een bedrag groot € 13.328,57 (r.o. 2.9). Hieruit volgt dat na Willett over week 38 van 2012 tot en met week 30 van 2013 een bedrag groot € 56.210,41 verschuldigd was voor
extra storage costs(€ 69.538,98 minus € 13.328,57).
extra storage costs.Daaruit blijkt dat per saldo over de weken 38 van 2012 tot en met 37 van 2013 € 83.474,35 is gefactureerd voor
extra storage costs. Willett trekt hiervan nog af de bedragen van de twee creditnota’s, telt erbij op het bedrag van de extra factuur voor de ‘Bonay’, en komt tot een saldo van € 69.475,53.
extra storage costsover week 38 van 2012 tot en met week 30 van 2013.
extra storage costs.
extra storage costs(€ 83.474,35 minus € 15.029,98).
extra storage coststerwijl zij ter zake op grond van de gecorrigeerde voorraadcijfers slechts € 56.210,41 was verschuldigd, heeft Willett over de bewuste periode € 12.233,96 teveel betaald voor
extra storage costs.
extra storage costsop basis van gecorrigeerde voorraadcijfers ook de administratieve fout ter zake van de ‘Bonay’ is hersteld. Deze fout zag immers - zie r.o. 4.19 en 4.20 van het tussenvonnis - op de weken 21 tot en met 35 van 2013, en voor al deze weken zijn de
extra storage costsnu op de juiste voorraadcijfers gebaseerd. Noch in conventie noch in reconventie speelt deze factuur verder een rol.
extra storage costsdie OBM met deze creditfacturen beoogde te bewerkstelligen, is achterhaald doordat inmiddels de juiste
extra storage costszijn berekend op grond van de gecorrigeerde voorraadcijfers. Ook deze creditnota’s spelen verder geen rol, zoals voorzien in r.o. 4.34 van het tussenvonnis.
processing costsOBM over de correctieperiode heeft mogen berekenen, en dient te worden bepaald hoeveel Willett aan OBM verschuldigd is geworden ter zake van
processing costsover de weken 31 tot en met 37 van 2013.
processingheeft plaatsgevonden zodat Willett daarvoor het overeengekomen tarief dient te betalen (r.o. 4.52). Ook is geoordeeld dat onvoldoende concrete aanknopingspunten bestaan om aan te nemen dat na medio september 2012 anders dan incidenteel door OBM is bevochtigd, terwijl voor incidentele bevochtigingswerkzaamheden geen tarief valt te bepalen, en niet duidelijk is gemaakt dat of waarom het overeengekomen bevochtigingstarief strekte ter dekking van de kosten van het in bedrijf hebben van een bevochtigingsinstallatie. Op die gronden is geoordeeld dat OBM in de correctieperiode geen bevochtigingstarief in rekening mocht brengen (r.o. 4.53) en dat zij dit uit haar facturen moest elimineren (r.o. 4.56).
processingsprake is geweest. De verwijzing naar een ‘balletjes proef’ die steeds zou zijn uitgevoerd, volstaat niet zonder uitleg over wat deze proef inhield en in hoeverre deze het tonnageafhankelijke bevochtigingstarief rechtvaardigt. Het betoog dat de vergoeding voor bevochtigingskosten mede strekte ter vergoeding van de kosten van de installatie is in het tussenvonnis reeds gemotiveerd verworpen, en een nieuwe onderbouwing is uitgebleven.
processing costszij per saldo, exclusief bevochtigingskosten, mocht factureren over de weken 31 tot en met 37 van 2013. De vordering in conventie strekt immers tot betaling van onbetaald gelaten facturen waarvan (ook) in geschil is in hoeverre de gefactureerde
processing costsverschuldigd waren.
processing costshaar per saldo over genoemde weken toekwamen. Zij heeft slechts voor de gehele correctieperiode het teveel berekende bedrag genoemd, namelijk € 10.445,74, en hiertoe verwezen naar de kolom ‘
moisturising’ in haar productie 56.
processing costs(exclusief bevochtigingskosten) die over de weken 31 tot en met 37 van 2013 in rekening mochten worden gebracht.
processing costsheeft verdeeld over drie kolommen, te weten ‘
coordination’, ‘
handling’ en
‘moisturising’. Dit strookt met de opbouw van het tarief in de overeenkomst(en) waarin wordt gesproken over
logistical coordination,
processingrespectievelijk
moisturising(vgl. tussenvonnis onder 2.6 en 4.51).
moisturisingin productie 56 buiten beschouwing wordt gelaten, en alle getallen uit de kolommen
coordinationen
handlingper week worden opgeteld, volgen uit dit overzicht de volgende gecorrigeerde
processing costs:
€ 2.285,76 +
processing costsvast op € 15.911,35.
processing costszij vanaf 17 september 2012 00.00 uur (week 38 van 2012) tot en met week 30 van 2013 te veel heeft betaald
.Uitdrukkelijk heeft de rechtbank overwogen: “
Zij dient daartoe het bedrag te nemen dat zij voorprocessing costs
over die weken feitelijk aan OBM heeft betaald en daarvan af te trekken het bedrag dat zij volgens haar herberekeningen aanprocessing costs
was verschuldigd.”
extra storage costsis overwogen, geldt ook hier dat Willett niet al deze ‘teveel gefactureerde’ kosten heeft betaald, omdat daarin ook zijn vervat de wel gefactureerde maar niet betaalde bevochtigingskosten over de weken 31 tot en met 37 van 2013. Bij gebrek aan beter zal de rechtbank ook deze ontlenen aan productie 56 van OBM. Optelling van alle bedragen in de kolom ‘
moisturising’ bij voornoemde weken leidt tot een totaal van € 1.535,33 over de weken 31 tot en met 37 van 2013. Indien dit bedrag van het bedrag van € 10.445,74 wordt afgetrokken, is de conclusie dat Willett over deze weken voor (bevochtigingskosten als onderdeel van de)
processing costs€ 8.910,41 teveel heeft betaald.
processing costsgeeft Willett aan dat zij ‘de berekening iets anders maakt’ en zij bepleit vervolgens - zonder terug te komen op de
processing costs- een additionele correctie op (de voorraadstanden en) de
extra storage costs. Willett stelt, naar de rechtbank begrijpt, dat Itema in de laatste weken van de samenwerking tussen partijen geen eigen fysieke voorraad had en dat OBM Itema heeft beleverd uit de voorraden die OBM voor Willett in opslag had. De feitelijke voorraden van Willett waren op die momenten dus lager dan de geadministreerde voorraden, en over deze tonnageverschillen zijn geen
extra storage costsverschuldigd, aldus Willett.
extra storage costsnaar voren gebracht. In dit verband heeft zij zich beroepen op de uit haar producties blijkende voorraden die OBM voor Willett hield, welke nauwelijks afweken van hetgeen OBM hierover stelde. Willett heeft ingestemd met de door OBM aangedragen correctiefactor, en aangegeven dat het volgens OBM over de - hier meest relevante - slotweken van de samenwerking nog openstaande bedrag haar juist voorkomt. Met deze proceshouding is in strijd dat zij bij het bespreken van de
processing costseen tournure maakt waarmee zij deze uitdrukkelijk ingenomen standpunten ondergraaft. De rechtbank acht dit in strijd met de goede procesorde.
extra storage costsen de beweerdelijk daardoor geleden schade is al een eindoordeel gegeven. Hetgeen Willett thans naar voren brengt, vertoont hiermee veel overlap. De rechtbank heeft hierover geoordeeld dat bij het reconstrueren van de voorraad die OBM voor Willett hield, moest worden weggedacht dat 977 ton per abuis uit de voorraad van Willett aan Itema is uitgeleverd, nu op de einddatum is afgerekend alsof deze uitlevering niet had plaatsgevonden. Willett is aan dit oordeel gebonden en kan daar niet, zeker niet in dit late stadium van de procedure aan ontkomen door een andere, versluierende, insteek te kiezen voor hetzelfde punt.
extra storage costsen
processing costsover de weken 31 tot en met 37 van 2013.
extra storage costsover de weken 31 tot en met 37 van 2013.
processing costsover de weken 31 tot en met 37 van 2013.
extra storage costs(€ 12.233,96, zie r.o. 2.14 hierboven) en teveel heeft betaald voor
processing costs(€ 8.910,41, zie r.o. 2.23 hierboven).