Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 april 2017 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de brief van 2 augustus 2017 waarin de rechtbank partijen oproept voor een comparitie van
- de brief van 29 augustus 2017 van LPL c.s. met producties
- de brief van 4 september 2017 van Onego met productie
- het proces-verbaal van comparitie van 11 september 2017
- de brief van 20 september 2017 van Onego met opmerkingen op het proces-verbaal
- de brief van 26 september 2017 van LPL c.s. met verzochte aanvullingen op het proces-
2.De feiten
recap”die Euroaméricas op 11 maart 2016 aan LPL doorleidde bevatte onder meer de volgende passages:
owners Onego Shipping & Chartering B.V.
- owners conline as attached
- owners bills of lading to be used as attached
- (...)
ONEGO LINER BILL OF LADING” afgegeven (hierna: het vervoersdocument). Transgroup, de logistiek dienstverlener in Houston, is hierop als geadresseerde vermeld.
THIS IS A NON NEGOTIABLE EXPRESS BILL OF LADING”
- TRAFO SHOWING MINOR PAINT SCRATCHES AT LOCATIONS.
- TRAFO RUST STAINED AT FEW LOCATIONS AT ONE SIDE.”
Number of original Bills of Lading” is ingevuld “
0 – NONE”. Op het vervoersdocument is gestempeld “
COPY NOT NEGOTIABLE”.
“ONEGO LINER Terms and Conditions”van toepassing (hierna: de vervoerscondities).
CLAUSE PARAMOUNT AND JURISDICTION”) van de vervoerscondities luidt - voor zover relevant - als volgt:
3.Het geschil
4.De beoordeling
bevoegdheid
De bepalingen van dit Verdrag zijn van toepassing op elk cognossement dat betrekking heeft op vervoer van goederen tussen havens in twee verschillende Staten, indien:
‘Contrat de transport’ s’applique uniquement au contrat de transport constaté par un connaissement ou par tout document similaire formant titre pour le transport des marchandises par mer”.
‘Contract of carriage’ applies only to contracts of carriage covered by a bill of lading or any similar document of title, in so far as such document relates to the carriage of goods by sea”.
- op het document staat “
- partijen hebben in de “
- uit Engelse rechtspraak volgt dat als partijen hebben afgesproken om een cognossement uit te stellen, dat dan de HVR de rechtsverhouding tussen partijen beheersen ook indien dat cognossement niet is uitgesteld.
- in de dagvaarding stelt LPL c.s. zelf ook dat sprake is van een zeevrachtbrief;
- Onego heeft een zeevrachtbrief afgegeven en dit is geaccepteerd door LPL c.s.;
- het is geen cognossement want op het vervoersdocument staat “
- LPL heeft niet kunnen denken dat zij een origineel cognossement kreeg;
- er is alleen een vervoersdocument per e-mail verstuurd;
- het vervoersdocument is niet bij aflevering gepresenteerd als cognossement en dit was ook nooit de bedoeling;
- de Engelse rechtspraak kan eventueel tussen LPL en Euroaméricas gelden, die partij zijn bij de fixture, maar niet jegens Onego.
document of title”als bedoeld in de Engelse vertaling van de HVR. De inhoud van het document, zoals aangehaald onder 2.3., maakt duidelijk dat het geen verhandelbaar waardepapier is en niet bestemd is om als zodanig te worden gebruikt. Er is immers voorzien in “
express delivery”- aflevering zonder dat een origineel cognossement moet worden gepresenteerd om afgifte van de goederen te kunnen verkrijgen - en er is vermeld dat er geen originelen zijn afgegeven en dat het document “
non negotiable” is. Hetgeen partijen hebben verklaard over de toezending van het document alleen per e-mail en over de feitelijke aflevering in Houston sluit hierop aan.
document of title”moet zijn, in die zin dat daarmee eigendomsoverdracht kan worden bewerkstelligd.
document similaire formant titre pour le transport des marchandises par mer”/“
enig dergelijk stuk recht gevend op het vervoer van goederen over zee” in artikel 1 aanhef en onder c HVR. Aldus zijn de HVR dwingendrechtelijk op het vervoer van toepassing.
document similaire”is, als gezegd, van belang hoe over het af te geven en afgegeven vervoersdocument is gecommuniceerd.
fixture recap”gesloten bevrachtingsovereenkomst; zij voert aan dat LPL de bevrachtingsovereenkomst met Euroaméricas als wederpartij heeft gesloten. LPL c.s. heeft ter zitting verklaard geen reden te hebben daar anders over te denken, zodat dit vast staat. Niettemin is deze “
recap”wel relevant voor de rechtsverhouding tussen LPL c.s. en Onego.
recap”door (2.1). Deze maakt duidelijk dat Onego als “
owners”originele cognossementen zal afgegeven op het door haar voorgeschreven (conline) formulier, dat volgens het bericht was aangehecht. Ter zitting is duidelijk geworden dat het Engelstalige aanbod in de door LPL aanvaarde “
fixture”van Onego afkomstig was. Ter zitting heeft Onego immers verklaard dat zij het vervoersdocument in concept vooraf bij de “
fixture”heeft meegestuurd, dat het document na goedkeuring is opgemaakt, dat zij de in de e-mail genoemde bijlage niet bij zich heeft maar dat vermoedelijk een blanco, niet-ingevuld, standaard cognossement is toegestuurd. Dat een blanco cognossementsformulier als bijlage is toegestuurd, is door LPL c.s. niet weersproken.
express release”, dat het als “
non-negotiable”zal worden gemarkeerd en niet in origineel zal worden afgegeven. Met de “
recap”die Onego aan Euroaméricas en Euroaméricas aan LPL heeft gestuurd, is aan LPL dus in het vooruitzicht gesteld dat Onego aan haar een gewoon origineel cognossement zou afgeven. Gelet op de beoogde plaats van afgifte van het cognossement en de haven inlading, beide in Spanje, behoefde LPL op grond van de van Onego afkomstige “
recap”, waarin de voorwaarden waarop werd gecontracteerd zijn vastgelegd, niet te betwijfelen dat op het vervoer onder het voorgespiegelde document de HVR van toepassing zouden zijn.
recap”gewekte indruk, van meet af aan de intentie had om geen cognossement maar een vervoersdocument met de werking van een zeevrachtbrief af te geven. Gesteld noch gebleken is dat zij LPL (of Euroaméricas) hiervan op de hoogte heeft gebracht.
express release”document. Dit verweer faalt. Nu vooraf alleen een blanco cognossement is toegezonden, is van toestemming voorafgaande aan de afgifte niet gebleken. Van toestemming achteraf is evenmin voldoende gebleken. Zeker gelet op de door Onego zelf bij LPL gewekte indruk dat een ander document zou worden afgegeven, kan het uitblijven van protest niet worden gekwalificeerd als stilzwijgende toestemming met de afgifte van een als cognossement betiteld maar feitelijk als zeevrachtbrief werkend document.
Rafaela S” (House of Lords 16 februari 2005, [2005] UKHL 11) en de zaak Kyokuyo/Maersk Line (High Court 29 maart 2017, [2017] EWHC 654 (Comm)). Ook die zaken leiden, tegen een iets afwijkende feitelijke en wettelijke achtergrond en gedeeltelijk op andere gronden, tot dwingendrechtelijke toepasselijkheid van de HVR.
remarks on cargo condition”, zoals aangehaald onder 2.3 hierboven, blijkt dat de transformator nat, met “
minor paint scratches at locations” en met een paar roestplekken aan één zijde ten vervoer is aangeboden. Partijen zijn het erover eens dat de transformator verder in uiterlijk goede staat ten vervoer is aangeboden.
dock receipt’ overgelegd document van 21 april 2016 van stuwadoor Cooper/T. Smith staat over de staat van de transformator bij ontvangst, voor zover relevant:
“leaking valve, chip paint, nicks and scratches, broken board”.
“See pics. I can hear “hiss” coming out.”.
[persoon 3] van TransProject is naar de haven gegaan om de transformator te inspecteren en heeft ons zojuist geïnformeerd conform de e-mail hieronder. De transformator lijkt geen druk te hebben. [persoon 3] zegt dat hij een geluid in de transformator hoort dat erop wijst dat er nitrogeen uit blijft ontsnappen.”
nadie verplaatsing maar
voordat[persoon 3] , Cooper/T.Smith en [persoon 4] de lekkage en/of het sissen opmerkten. De stelling dat de transformator al was vervoerd naar een andere locatie (op de kade) voordat de chauffeur opmerkte dat de afsluiter lekte, is daarvoor niet genoeg.
AII ABB Engineering hours 11.700 €
penalties” laten varen, omdat deze bij nader inzien niet voor vergoeding in aanmerking komen. LPL c.s. heeft aangeboden te bewijzen wat de werkelijke kosten waren.
op wat de gek ervoor geeft”. Alle interne kosten behalve de “
subcontractor costs” en de “
oil tanks” moeten worden bewezen. De “
warranty extension” en de “
penalties” zijn geen schade die voor vergoeding in aanmerking komt, aldus nog steeds Onego.
warranty extension”, welke omschrijving duidt op verlenging van een contractuele garantietermijn, valt bij gebreke van een nadere toelichting, waartoe ook het verweer van Onego aanleiding gaf, niet in te zien dat deze als zaakschade in de zin van artikel 4 onder 5 (b) kan kwalificeren. Deze schadepost groot USD 43.088 zal te zijner tijd worden afgewezen.
subcontractor costs”en de kosten voor “oil tanks” zijn gemaakt en voor vergoeding in aanmerking komen, zullen deze kosten te zijner tijd worden toegewezen. Dit betreft, naar de rechtbank Onego verstaat, de in het ABB-overzicht onder 4.4 genoemde USD 141.512 en USD 72.600 en de onder 4.5 genoemde USD 34.773.
5.De beslissing
11 april 2018voor een akte aan de zijde van LPL c.s. over het bepaalde in r.o. 4.30,