3.1.[naam onderneming] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [naam gedaagde] te veroordelen:
1. tot verbod van het aanbieden en/of op de markt brengen en/of leveren van de producten
“ [naam product 1] ” (artikelnummer 315-12) en “ [naam product 2] ” (artikelnummer 815279) zonder daarbij de informatie omtrent de voedingswaarde op de verpakking dan wel het etiket van het product te vermelden;
2. tot verbod van het aanbieden en/of op de markt brengen en/of leveren van de producten
“ [naam product 1] ” (artikelnummer 315-12), “ [naam product 2] ” (artikelnummer 815279) en “ [naam product 3] ” (artikelnummer 3115-12) zonder daarbij duidelijk op de lijst van ingrediënten door middel van de toevoeging “genetisch gemodificeerd” of “uit genetisch gemodificeerde sojabonen geproduceerd” achter “deels geharde sojaolie” aan te geven dat zij genetisch gemodificeerde organismen bevatten;
3. tot verbod van het aanbieden en/of op de markt brengen en/of leveren van het product “ [naam product 1] ” (artikelnummer 315-12) zonder de informatie omtrent stoffen die allergieën of intoleranties veroorzaken;
4. tot verbod van het aanbieden en/of op de markt brengen en/of leveren van de producten
“ [naam product 1] ” (artikelnummer 315-12), “ [naam product 2] ” (artikelnummer 815279) en “ [naam product 3] ” (artikelnummer 3115-12) zonder daarbij etiketten te gebruiken die aan de wettelijke eisen omtrent de presentatie van verplichte vermeldingen zoals opgenomen in 13 Vo 1169/2011 jo. artikel 2 lid 6 van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen alsook artikel 15 lid 2 Vo 1169/2011 jo. artikel 3 van het Warenwetbesluit informatie levensmiddelen voldoen;
5. tot verbod van het aanbieden van voorverpakte levensmiddelen aan consumenten door middel van technieken voor communicatie op afstand, zonder daarbij de informatie omtrent de voedingswaarde, het gebruik van genetisch gemodificeerde organismen alsook stoffen die allergieën of intoleranties veroorzaken voorafgaand aan de totstandkoming van de overeenkomst ter beschikking te stellen, zoals dit plaatsvindt op de website van [naam website 3] ;
6. tot betaling aan [naam onderneming] van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van € 25.000,-, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie vast te stellen dwangsom voor iedere dag, voor iedere overtreding van een onder punt 1. tot en met 5. genoemd verbod, te vermeerderen met een dwangsom van € 5.000,- per dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt, zulks met een maximum van € 250.000,-;
7. in de kosten van de procedure inclusief de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.