ECLI:NL:RBROT:2018:2822
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.F. Frankruijter
- M.C. Snel-van den Hout
- C.G.E. Prenger
- Rechtspraak.nl
Terugvordering netto-loonkosten vervangingspool en inzetpercentage
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.H. te Voortwis, en verweerder, het bestuur van de Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs, vertegenwoordigd door mr. A.L.P.M. Konings. De zaak betreft de terugvordering van netto-loonkosten van leerkrachten uit een vervangingspool. Verweerder had een bedrag van € 48.661,62 teruggevorderd van eiseres, omdat het inzetpercentage van de poolers lager was dan 98%. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, dat het bezwaar ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 20 februari 2018 is vastgesteld dat het inzetpercentage door verweerder op 55,51% was vastgesteld, terwijl eiseres aanvoerde dat dit percentage ten onrechte was en dat het volgens de nieuwe berekeningsmethode 74,13% zou zijn. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder niet op goede gronden heeft gerekend met het percentage van 55,51% en heeft het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien en het inzetpercentage vastgesteld op 74,13%, wat betekent dat verweerder een bedrag van € 27.337,09 kan terugvorderen van eiseres. Tevens is bepaald dat verweerder het griffierecht van € 333,- aan eiseres dient te vergoeden en dat verweerder in de proceskosten wordt veroordeeld tot een bedrag van € 1.002,-.