ECLI:NL:RBROT:2018:2999
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van een verzoek tot faillietverklaring wegens misbruik van recht en mogelijkheid tot schuldsaneringsregeling
Op 21 februari 2018 heeft de aangever, handelend onder de naam van zijn bedrijf, een verzoek tot faillietverklaring ingediend bij de rechtbank. De aangever is op 27 februari en 27 maart 2018 in raadkamer gehoord. De rechtbank heeft op 27 maart 2018 uitspraak gedaan. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat de aangever in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen, wat voldoet aan de eisen van de Faillissementswet voor een faillietverklaring op eigen aangifte. Echter, de rechtbank oordeelt dat het faillissement enkel dient tot vereffening van het vermogen ten behoeve van de schuldeisers en dat er onvoldoende bewijs is dat er voldoende activa zijn om de kosten van het faillissement te dekken. De aangever heeft niet aannemelijk gemaakt dat er baten aanwezig zijn of zullen zijn, en het verzoek tot faillietverklaring wordt als misbruik van recht beschouwd. De rechtbank wijst de aangever erop dat hij de mogelijkheid heeft om een verzoek tot schuldsaneringsregeling in te dienen, wat een alternatieve oplossing voor zijn schulden kan bieden. De rechtbank besluit het verzoek tot faillietverklaring af te wijzen.