Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, inhoudende dat hij zich dient te melden bij de reclassering zo lang en zo frequent als deze instelling dat nodig acht en dat hij wordt verplicht om zich te laten behandelen bij Het Dok of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/081691-16.
4.Waardering van het bewijs
lijk operatief ingrijpen noodzakelijk was ten gevolge heeft gehad;
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij/schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
240 uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
232 urente verrichten taakstraf resteert;
116 dagen;
€ 25.582,36 (vijfentwintigduizendvijfhonderdtweeëntachtig euro en zesendertig eurocent), bestaande uit € 5.582,36 aan materiële schade en € 20.000,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 24 juni 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 25.582,36(hoofdsom,
zegge: vijfentwintigduizendvijfhonderdtweeëntachtig euro en zesendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juni 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening;
162 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;