Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Stichting Poort6,
1.Verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten in conventie en in reconventie
Het percentage van de huurverhoging komt voort uit de gegevens van de Belastingdienst over uw huishoudinkomen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter te Dordrecht, gaat het om een geschil tussen [eiseres] en Stichting Poort6 over een huurprijsverhoging. [eiseres] huurt een woning van Poort6 en heeft bezwaar gemaakt tegen een huurverhogingsvoorstel dat per 1 juli 2016 inging. Poort6 had de huurprijs met 4,6% willen verhogen, maar [eiseres] stelt dat het voorstel niet voldoet aan de wettelijke vereisten, omdat het te laat is ontvangen en er geen inkomensverklaring van de Belastingdienst is bijgevoegd. De Huurcommissie had eerder geoordeeld dat het voorstel redelijk was, maar [eiseres] heeft hiertegen verzet aangetekend.
De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiseres] in conventie afgewezen, omdat het ontbreken van de inkomensverklaring niet tot schade voor [eiseres] heeft geleid. De rechter oordeelt dat de huurverhoging per 1 augustus 2016 kan ingaan, omdat de ingangsdatum van de huurverhoging later kan worden vastgesteld als de aanzeggingstermijn niet in acht is genomen. In reconventie heeft Poort6 gevorderd dat de huurprijs per 1 augustus 2016 € 714,08 bedraagt en dat [eiseres] een huurachterstand van € 650,37 moet betalen. De kantonrechter heeft deze vordering toegewezen, omdat [eiseres] niet tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen de huurverhoging van 2017 en de huurachterstand is vastgesteld op basis van de niet betaalde verhogingen.
De uitspraak van de kantonrechter bevestigt dat de vorderingen van [eiseres] in conventie worden afgewezen en dat Poort6 in reconventie gelijk krijgt. [eiseres] wordt veroordeeld in de proceskosten van Poort6, die zijn vastgesteld op € 225,-- voor de gemachtigde in conventie en € 75,-- in reconventie. Dit vonnis is uitgesproken door mr. B.P.M. Weusten op 19 april 2018.