Op 14 februari 2018 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de gevoegde strafzaken tegen de verdachte, die ter zake van het uithalen van ruim 477 kilo cocaïne uit een container op een bedrijventerrein in Hellevoetsluis en het voorhanden hebben van een vuurwapen werd vervolgd. De verdachte was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 8 jaar geëist, maar de rechtbank oordeelde anders. De rechtbank achtte niet bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de verlengde invoer van cocaïne, omdat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist of had moeten weten dat de container uit het buitenland kwam. De rechtbank sprak de verdachte vrij van dit feit. Echter, de rechtbank oordeelde wel dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van cocaïne en een vuurwapen. De verdachte had samen met anderen plunjezakken met cocaïne uit de container gehaald en was in het bezit van een geladen pistool. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 5,5 jaar, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat het bezit van een vuurwapen in combinatie met de drugs een onaanvaardbaar risico voor de maatschappij met zich meebracht. De rechtbank gelastte ook de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag aan de verdachte.