ECLI:NL:RBROT:2018:3665

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 mei 2018
Publicatiedatum
7 mei 2018
Zaaknummer
C/10/516719 / HA ZA 16-1399
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeringsrecht en aansprakelijkheid bij brand in bedrijfspand met onbevoegde werkkrachten

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen de besloten vennootschap PLANO PLASTICS B.V. en de vennootschap naar Belgisch recht ALLIANZ BENELUX N.V. De zaak betreft een aansprakelijkheidsverzekering en de vraag of de schade die is ontstaan door een brand in een bedrijfspand gedekt is onder de verzekering. De brand werd veroorzaakt door een onbevoegde werkkracht die door een medewerker van Plano was ingeschakeld. Plano had een verzekering afgesloten bij Allianz, maar de verzekeraar weigerde dekking te bieden, omdat de werkzaamheden die de onbevoegde werkkracht had verricht niet onder de verzekerde hoedanigheid vielen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de werkzaamheden van de onbevoegde werkkracht niet onder de verzekerde hoedanigheid van Plano vielen, waardoor Allianz terecht dekking heeft geweigerd. De vorderingen van Plano zijn afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten. In reconventie heeft Allianz ook haar vordering afgewezen, omdat het causaal verband tussen de tekortkoming van Plano en de schade van Allianz ontbrak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/516719 / HA ZA 16-1399
Vonnis van 2 mei 2018
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PLANO PLASTICS B.V.,
gevestigd te Mierlo,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. R.B.J.M. van der Linden te Veldhoven,
tegen
de vennootschap naar Belgisch recht
ALLIANZ BENELUX N.V., TEVENS H.O.D.N. ALLIANZ NEDERLAND SCHADEVERZEKERING,
gevestigd te Brussel (België), tevens kantoorhoudende te Rotterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. H. Lebbing te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Plano en Allianz genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding d.d. 9 november 2016 en de door Plano overgelegde producties;
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties;
  • de brief van de rechtbank d.d. 17 januari 2018, houdende een zittingsagenda;
  • het proces-verbaal van comparitie, gehouden op 15 februari 2018 en de reactie daarop van Allianz per brief d.d. 1 maart 2018.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De heren [persoon 1] , [persoon 2] , [persoon 3] en [persoon 4] hebben gemeenschappelijk een bedrijfspand in eigendom gelegen aan de Hurksestraat 26 te Eindhoven (hierna: het bedrijfspand). Zij nemen gezamenlijk deel aan het rechtsverkeer als maatschap onder de naam Pavons.
2.2.
[persoon 1] is daarnaast statutair bestuurder van Plano.
2.3.
Xidy B.V. (hierna: Xidy) heeft een deel van het bedrijfspand, aangeduid als nr. 26E, gehuurd van Pavons. In de huurovereenkomst is [persoon 1] als beheerder van het bedrijfspand genoemd.
2.4.
Plano heeft op 9 mei 2011 een "offerte aansprakelijkheidsverzekering bedrijven en beroepen" van Allianz ontvangen.
In deze offerte is onder Hoedanigheid opgenomen:
"groothandel in en montage van
laminaat, andere plaatmaterialen en houtsoorten."
2.5.
Plano heeft op 21 juli 2011 een "Aanvraag Aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven en beroepen" bij Allianz ingediend. Bij omschrijving van het bedrijf (vraag 4a) en werkzaamheden (vraag 7a) is aangegeven 'zie hoedanigheid offerte' respectievelijk 'zie offerte'. De vraag of werkzaamheden bij derden worden verricht (vraag 7b) is met 'nee' beantwoord.
2.6.
Op de laatst afgegeven "Polis van aansprakelijkheidsverzekering bedrijven/beroepen" (hierna: de polis) van 2 december 2014 staat onder verzekerde hoedanigheid vermeld:
"groothandel in kunststoffen alsmede gespecialiseerd in het bewerken van kunststofplaatmaterialen, staaf en buis finishing ondemand m.bt. plots en foto's."
2.7.
In de toepasselijke verzekeringsvoorwaarden is onder meer opgenomen:
"De verzekerden zijn:
2.1
de verzekeringsnemer in zijn in de polis omschreven hoedanigheid;
(...)
2.4
de ondergeschikten, familieleden en huisgenoten van de in 2.1, 2.2 en 2.3 genoemde verzekerden, indien en voor zover zij voor deze verzekerden binnen de grenzen van hun in de polis omschreven hoedanigheid werkzaamheden verrichten;
(...)
6.2.2
In ieder geval vervalt elk recht uit hoofde van deze verzekering indien de verzekeringsnemer of een verzekerde bij schade onjuiste of misleidende gegevens verstrekt of laat verstrekken met het opzet de verzekeraar te misleiden, behoudens voor zover deze misleiding het verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt."
2.8.
In september 2011 heeft Xidy melding gemaakt van een lekkage aan het dak van het door haar gehuurde deel van het bedrijfspand. Omdat [persoon 1] op vakantie was, is de melding aan de heer [persoon 5] gedaan.
2.9.
[persoon 5] is in dienst van Plano als algemeen productiemedewerker en verricht blijkens de taakomschrijving in zijn arbeidsovereenkomst ook onderhoudswerkzaamheden aan diverse panden van Pavons.
2.10.
[persoon 5] heeft op 21 september 2015 zijn schoonvader, de heer [persoon 6] , gevraagd hem te helpen bij de reparatie van de lekkage. De reparatie bestond uit het met pasta dichten van de naad tussen de lichtstraat en de dakbedekking op het dak.
2.11.
[persoon 6] heeft tijdens die reparatie brand veroorzaakt toen hij op het dak de pasta verwarmde.
2.12.
Als gevolg van de brand heeft Xidy schade geleden waarvoor zij Plano aansprakelijk heeft gesteld.
2.13.
Plano heeft een beroep gedaan op dekking onder de bij Allianz afgesloten verzekering.
2.14.
Aegon Schadeverzekering N.V. (verzekeraar van Pavons) heeft I-Tek B.V. opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de brand. In dat kader heeft [persoon 5] , in aanwezigheid van [persoon 1] , op 25 september 2015 een verklaring afgelegd. In die verklaring heeft hij aangegeven dat hij de reparatiewerkzaamheden aan het dak in verband met de lekkage heeft verricht.
2.15.
Allianz heeft naar aanleiding van de schademelding Stekelenburg Schadeonderzoekbureau B.V. (hierna: Stekelenburg) opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar de oorzaak van de brand. [persoon 5] heeft in dit kader op 12 oktober 2015 een verklaring afgelegd waarin hij heeft aangegeven dat hij de reparatiewerkzaamheden aan het dak heeft verricht. [persoon 1] heeft eveneens op 12 oktober 2015 een verklaring afgelegd, waarin hij aangeeft te hebben begrepen dat [persoon 5] de reparatiewerkzaamheden aan het dak in verband met de lekkage heeft verricht.
2.16.
Na kennisname van het rapport van Stekelenburg heeft Allianz, per e-mail van 13 november 2015, dekking geweigerd onder de verzekering, omdat de door [persoon 5] uitgevoerde werkzaamheden niet vallen binnen de verzekerde hoedanigheid van Plano.
2.17.
Per e-mail d.d. 23 december 2015 heeft de advocaat van Plano aan de onderzoeksbureaus Stekelenburg en I-TEK B.V. verzocht om opnieuw de verklaringen van betrokkenen op te nemen, omdat wezenlijke informatie betreffende de oorzaak van de brand niet was gedeeld.
2.18.
Op 24 mei 2016 hebben [persoon 1] en [persoon 5] ieder een verklaring afgelegd tegenover een medewerker van I-TEK B.V., inhoudende dat niet [persoon 5] maar [persoon 6] op 21 september 2015 de reparatiewerkzaamheden aan het dak van het bedrijfspand heeft verricht. De verklaring van [persoon 1] luidt onder meer:
"Omdat [persoon 5] zijn ex schoonvader buiten schot wilde houden, heeft hij op de dag van de brand tegen mij verteld dat hij de werkzaamheden had uitgevoerd. Enkele dag later, dat was nog voor 25 september 2015, vertelde [persoon 5] mij dat [persoon 6] ] de werkzaamheden had uitgevoerd en hijzelf niet.
(...)
Zoals reeds gezegd vertelde [persoon 5] mij twee of drie dagen na de brand dat niet hij maar [persoon 6] de werkzaamheden op het dak had uitgevoerd. Hij had dat in eerste instantie niet verteld, omdat hij [persoon 6] gezien zijn leeftijd buiten schot wilde houden. Ik kon mij daar wel in vinden en hebben wij besloten om vol te houden dat [persoon 5] de werkzaamheden had uitgevoerd en [persoon 6] niet, zoals ik eerder op 25 september 2015 heb verklaard.
(...)
Toen bekend werd dat er geen dekking zou zijn hebben wij een advocaat in de arm genomen. Er is vervolgens uitgebreid overleg geweest met onder andere de advocaat en is besloten om de waarheid te vertellen."

3.Het geschil

in conventie

3.1.
De vordering van Plano luidt - zakelijk weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1) voor recht te verklaren dat Plano aanspraak kan maken op polisdekking uit hoofde van de met Allianz gesloten verzekeringsovereenkomst;
2) Allianz te veroordelen die verzekeringsovereenkomst na te komen en Allianz te veroordelen tot vergoeding van de schade van derden die Plano hebben aangesproken, een en ander als gevolg van de brand op 21 september 2015 tot de in de betreffende polis genoemde maxima vermeerderd met rente en kosten;
3) Allianz te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder begrepen de nakosten.
3.2.
Het verweer van Allianz strekt tot afwijzing van de vorderingen met veroordeling van Plano bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten, te betalen binnen 14 dagen na de datum van het vonnis, en - voor het geval dat voldoening van de proceskosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor de voldoening, alsmede Plano te veroordelen tot betaling van de nakosten, te voldoen binnen 14 dagen nadat het vonnis is gewezen en - voor het geval dat voldoening van de nakosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor de voldoening.
3.3.
Op de stellingen van partijen in conventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4.
De vordering van Allianz luidt om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1) Plano te veroordelen om aan Allianz te voldoen een bedrag van € 4.155,87, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van de conclusie van antwoord tot aan het moment van algehele voldoening van dit bedrag;
2) Plano te veroordelen in de kosten van de procedure in reconventie met bepaling dat, als deze kosten niet binnen zeven dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis worden voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening van het vonnis wettelijke rente is verschuldigd.
3.5.
Het verweer van Plano strekt tot afwijzing van de vordering.
3.6.
Op de stellingen van partijen in reconventie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Plano grondt haar vordering(en) op nakoming door Allianz van haar verbintenis uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst. Daartoe stelt zij dat Allianz op grond van de verzekeringsovereenkomst is gehouden tot het doen van uitkering naar aanleiding van de door een ondergeschikte van Plano veroorzaakte schade en dat Allianz dit ten onrechte heeft geweigerd.
4.2.
Allianz heeft aangevoerd dat geen dekking onder de verzekeringsovereenkomst bestaat. Daartoe stelt zij dat Plano een opzettelijk onjuiste voorstelling van zaken omtrent de toedracht van de brand heeft gegeven, waardoor het recht op een uitkering op grond van het bepaalde in artikel 6.2.2 van de toepasselijke voorwaarden is vervallen. Voorts bestaat er geen dekking omdat [persoon 6] niet kwalificeert als ondergeschikte in de zin van artikel 2.4 van de toepasselijke voorwaarden, omdat hij geen werknemer van Plano is. [persoon 5] kwalificeert ook niet als ondergeschikte in het kader van de verzekeringsovereenkomst, aangezien hij handelde ten behoeve van Pavons toen hij [persoon 6] instructies gaf om de schade aan het dak te repareren. Bovendien vallen de op 21 september 2015 door [persoon 6] verrichte werkzaamheden (dakdekkerswerkzaamheden) niet onder de in de verzekeringsovereenkomst omschreven verzekerde hoedanigheid.
4.3.
De rechtbank zal eerst het verweer voor zover dit ziet op de verzekerde hoedanigheid beoordelen.
4.4.
In reactie op dit verweer van Allianz heeft Plano aangevoerd dat de door [persoon 6] in opdracht van [persoon 5] uitgevoerde werkzaamheden aan het dak behoren tot de verzekerde hoedanigheid, nu deze werkzaamheden in lijn liggen met de werkzaamheden die bij Plano worden verricht. In dit verband wijst Plano erop dat de werkzaamheden bestonden uit het dichten van een scheur met behulp van pasta die bij de door Plano gedreven groothandel wordt verkocht. Plano hoefde er niet op bedacht te zijn dat handelingen van een werknemer met gebruikmaking van producten die Plano in haar assortiment voert en die aanverwant zijn aan de hoedanigheid van haar bedrijf, niet onder de verzekering vallen.
4.5.
Tussen partijen is niet in geschil dat onder de polis alleen de aansprakelijkheid is gedekt die voortvloeit uit de door Plano uit te voeren werkzaamheden, die vallen onder de verzekerde hoedanigheid van Plano.
4.6.
Bij de vaststelling van de wederzijdse rechten en plichten die voortvloeien uit een beding in een schriftelijke overeenkomst komt het aan op hetgeen partijen met dat beding hebben beoogd en, als niet van een gemeenschappelijke bedoeling blijkt, wat een redelijke uitleg van het beding meebrengt. Daarbij moet worden gelet op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan het beding mochten toekennen en op hetgeen zij ten aanzien van dat beding redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. In dat kader kan van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen behoren en welke rechtskennis van dergelijke partijen kan worden verwacht. Ook de taalkundige betekenis die de bewoordingen waarin het beding is gesteld in het maatschappelijke verkeer normaal gesproken hebben, is bij de uitleg van dat beding van belang.
4.7.
In de polis is de verzekerde hoedanigheid van Plano omschreven als "groothandel in kunststoffen alsmede gespecialiseerd in het bewerken van kunststofplaatmaterialen, staaf en buis finishing ondemand m.bt. plots en foto's". Plano heeft betoogd dat haar activiteiten ook omvatten de montage van de bewerkte plaatmaterialen bij de klant ter plaatse. Zij verwijst in dit kader naar de omschrijving van de verzekerde hoedanig in de offerte. Naar het oordeel van de rechtbank heeft Plano, zelfs als wordt uitgegaan van de (ruimere) omschrijving in de offerte, redelijkerwijs niet kunnen en mogen verwachten dat de door [persoon 6] verrichte werkzaamheden op het dak van het bedrijfspand onder haar verzekerde hoedanigheid zouden vallen. Montage van plaatmaterialen houdt in de bevestiging van plaatmaterialen. Onder montage valt niet reparatiewerkzaamheden aan een dak. Reparatiewerkzaamheden zijn van een verdergaand en ingrijpender karakter dan montagewerkzaamheden en vergen bovendien andere aanvullende vaardigheden van diegene die dergelijke werkzaamheden uitvoert. Dat betekent ook dat aan reparatiewerkzaamheden andere risico's zijn verbonden. Dat bij de reparatiewerkzaamheden pasta wordt gebruikt die de groothandel op voorraad heeft doet daar niet aan af. Dit is enkel een toevallige bijkomstigheid.
4.8.
Dat [persoon 5] blijkens zijn arbeidsovereenkomst met Plano onderhoudswerkzaamheden verricht aan de panden van Pavons maakt het vorenoverwogene niet anders. Immers moet het ervoor gehouden worden dat [persoon 5] deze werkzaamheden ten behoeve van Pavons verrichtte en derhalve niet ten behoeve van Plano. Dergelijke werkzaamheden voor Pavons zijn niet gedekt onder de verzekeringsovereenkomsts. Ook indien, zoals Plano heeft aangevoerd, [persoon 5] de onderhoudswerkzaamheden in opdracht van Plano voor Pavons zou verrichten, zou dit het voorgaand oordeel niet anders maken. Nog daargelaten dat Plano deze stelling niet met concrete feiten en omstandigheden heeft onderbouwd, zouden ook in dat geval deze werkzaamheden niet onder de verzekerde hoedanigheid in de verzekeringsovereenkomst vallen.
4.9.
De conclusie uit het voorgaande is dat de door [persoon 6] uitgevoerde werkzaamheden niet onder de verzekerde hoedanigheid vallen, waardoor de aansprakelijkheid van Plano die hieruit voortvloeit niet is gedekt onder de verzekeringsovereenkomst. Allianz heeft dus terecht vergoeding van door derden geleden schade onder de verzekeringsovereenkomst geweigerd.
4.10.
Gelet hierop kan in het midden blijven het antwoord op de vraag of het recht op uitkering is vervallen, omdat Plano een opzettelijk onjuiste voorstelling van zaken omtrent de toedracht van de brand zou hebben gegeven.
4.11.
De vorderingen van Plano zullen worden afgewezen.
4.12.
Plano zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Allianz worden begroot op:
- griffierecht € 619,00
- salaris advocaat
1.086,00(2,0 punten* × tarief € 543)
Totaal € 1.705,00
* conclusie van antwoord (1), comparitie van partijen (1)
in reconventie
4.13.
Allianz grondt haar vordering op toerekenbaar tekortschieten door Plano van haar verbintenis uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst. Daartoe stelt Allianz dat Plano een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven omtrent de gang van zaken die tot de brand heeft geleid. Daarmee heeft zij in strijd gehandeld met de toepasselijke voorwaarden waarin is bepaald dat Plano Allianz naar waarheid dient te informeren over de gang van zaken die tot de brand heeft geleid. De schade van Allianz bestaat uit de door haar gemaakte onderzoekskosten ad € 4.155,87 (facturen onderzoeksbureau Stekelenburg). Een onderzoek zoals dat nu is uitgevoerd, zou - als duidelijk was dat [persoon 6] de werkzaamheden had verricht - niet zijn uitgevoerd, omdat [persoon 6] geen ondergeschikte was van Plano en derhalve geen verzekerde was onder de verzekeringsovereenkomst, aldus Allianz.
4.14.
Naar het oordeel van de rechtbank komt deze vordering niet voor toewijzing in aanmerking. Weliswaar heeft Plano opzettelijk onjuiste informatie aan Allianz verstrekt en is zij in zoverre toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van deze overeenkomst, maar het causaal verband tussen de tekortkoming en de gestelde schade ontbreekt. Gelet op de bedingen in de verzekeringsovereenkomst is niet uitgesloten dat [persoon 6] tot de verzekerden dient te worden gerekend. Allianz had daarom ook in dat geval moeten onderzoeken welke werkzaamheden door [persoon 6] waren verricht teneinde vast te stellen of die werkzaamheden onder de verzekerde hoedanigheid van Plano vielen.
4.15.
Allianz zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze proceskosten zullen op nihil worden begroot, nu Plano tegen de reconventionele vordering geen verweer in een afzonderlijke conclusie heeft gevoerd.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Plano in de proceskosten, aan de zijde van Allianz tot op heden begroot op € 1.705,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na dit vonnis,
5.3.
veroordeelt Plano in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Plano niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.5.
wijst de vorderingen af,
5.6.
veroordeelt Allianz in de proceskosten, aan de zijde van Plano tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.F. Koekebakker en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2018.
2111/1582