In deze zaak heeft de curator van CSH Uitzendbureau B.V. een bestuursverbod gevorderd tegen de gedaagde, die als enige bestuurder van de failliete vennootschap fungeerde. De rechtbank Rotterdam heeft op 9 mei 2018 vonnis gewezen in deze civiele procedure. De curator stelt dat de gedaagde zijn taak als bestuurder onbehoorlijk heeft vervuld door jaarrekeningen te laat te publiceren en niet mee te werken aan de afhandeling van het faillissement. De curator vordert onder andere een verklaring voor recht dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en een bestuursverbod voor de duur van vijf jaar. De gedaagde betwist de onbehoorlijke taakvervulling en stelt dat het faillissement is veroorzaakt door externe factoren zoals de wereldwijde crisis en het beëindigen van samenwerkingen door opdrachtgevers. De rechtbank heeft de betrokken rechtspersonen waarvan de gedaagde bestuurder is, in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze te geven over het gevraagde bestuursverbod. De beslissing van de rechtbank houdt in dat de griffier de betrokken vennootschappen schriftelijk vraagt om binnen 14 dagen hun zienswijze in te dienen. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.