Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van VTC, met bijlagen, per fax ontvangen op 27 februari 2018;
- het verzoekschrift van [verweerster], met bijlagen, ter griffie ontvangen op 28 februari 2018;
- het verweerschrift van VTC, met één bijlage;
- de brief van de gemachtigde van VTC d.d. 29 maart 2018, waarbij verdere producties in het geding zijn gebracht;
- de bij gelegenheid van de mondelinge behandeling over en weer overgelegde pleitaantekeningen.
2.De feiten
(…) Op 26 december 2017 had u telefonisch contact met onze planner de heer [J.]. In dit gesprek besprak u het ophalen van onze taxi met nummer 24 voor uw dienst van 27 december 2017. Omdat de auto was ingeroosterd bij een andere chauffeur kon u de auto niet op 26 december 2017 komen ophalen. Van het gesprek is, zoals van alle gesprekken met de centrale, een opname gemaakt die in ons bezit is.
3.Het verzoek van [verweerster]
4.Het verweer en het verzoek van VTC
5.De beoordeling
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113). Een ontslag op staande voet dat niet rechtsgeldig wordt geacht, is dus als zodanig al ernstig verwijtbaar, omdat dan is opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW. Nu hiervoor is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, moet het verzoek van [verweerster] om toekenning van een billijke vergoeding dan ook worden toegewezen.
New Hairstyle)). Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. De billijke vergoeding heeft echter geen specifiek punitief karakter en bij het begroten daarvan kan dus geen rol spelen welk bedrag voor de werkgever een ‘bestraffend’ effect heeft.