ECLI:NL:RBROT:2018:4475
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.Y.A. van Meersbergen
- M.G.L. de Vette
- C.E. Bos
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het Horecagebiedsplan Centrum 2017-2019 en de ontvankelijkheid van bezwaren tegen de vergunningplicht
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 7 juni 2018, zijn de beroepen van twee eisers tegen het Horecagebiedsplan Centrum 2017-2019 beoordeeld. Het Horecagebiedsplan is vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam en wordt aangemerkt als een beleidsregel. De rechtbank oordeelt dat het plan niet zodanig concreet is uitgewerkt dat het kan worden beschouwd als een concretiserend besluit van algemene strekking. De eisers, die horecazaken exploiteren in Rotterdam, hebben bezwaar gemaakt tegen besluiten van de gemeente die hun bezwaren niet-ontvankelijk verklaarden. De rechtbank stelt vast dat de bezwaren van eisers niet kunnen worden aangemerkt als bezwaren tegen het Besluit uitzondering op de vrijstelling exploitatievergunning 2017, omdat dit besluit pas na de bezwaarschriften van eisers is genomen. De rechtbank concludeert dat de eisers terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard in hun bezwaren tegen het Horecagebiedsplan, omdat op grond van de Algemene wet bestuursrecht geen beroep openstaat tegen een beleidsregel. De beroepen worden ongegrond verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.