Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 8 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Havensteder, eiseres, en een gedaagde huurder. De eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, nadat in februari 2018 een hennepplantage was aangetroffen in de woning van de gedaagde. De huurovereenkomst was onderworpen aan algemene huurvoorwaarden die het kweken van hennep verbieden. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde zich niet als een goed huurder had gedragen en dat de aangetroffen hennepplantage een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst opleverde. De gedaagde had erkend dat hij een hennepplantage had, maar voerde aan dat hij onder druk stond van derden en dat de hoeveelheid hennepplanten minder was dan door de eiseres gesteld. De kantonrechter verwierp dit verweer en oordeelde dat de tekortkomingen van de gedaagde de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigden. De rechter stelde de ontruimingstermijn op 14 dagen na de uitspraak en legde een contractuele boete van € 2.500,00 op, vermeerderd met wettelijke rente. De gedaagde werd ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.