ECLI:NL:RBROT:2018:5238

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juni 2018
Publicatiedatum
2 juli 2018
Zaaknummer
C/10/552375 / JE RK 18-1826, C/10/552377 / JE RK 18-1827 / C/10/552520 JE RK 18-1863
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige problematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 15 juni 2018 een beschikking gegeven met betrekking tot de spoed-machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de machtiging gehandhaafd, ondanks het ontbreken van de vereiste verklaring van een gedragswetenschapper. De Raad voor de Kinderbescherming had op 14 juni 2018 een verzoek ingediend voor ondertoezichtstelling en spoedmachtiging, gezien de ernstige problematiek van [voornaam minderjarige], die recentelijk was opgenomen na een suïcidepoging. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een grote noodzaak is voor gesloten jeugdhulp, gezien de problematiek van de minderjarige, waaronder hechtingsstoornissen en gedragsproblemen. De Raad heeft verzocht om plaatsing in een gesloten accommodatie, maar door een gebrek aan beschikbare plaatsen is er een tijdelijke plaatsing bij Yulius GGZ geregeld. De kinderrechter heeft besloten dat de machtiging tot plaatsing bij Yulius GGZ wordt verleend tot 17 juni 2018, en dat de verdere behandeling van de zaak op 20 juni 2018 zal plaatsvinden. De kinderrechter heeft benadrukt dat de betrokken instanties hun processen moeten afstemmen op de wettelijke vereisten voor vrijheidsbeneming van jeugdigen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/552375 / JE RK 18-1826, C/10/552377 / JE RK 18-1827 en
C/10/552520 / JE RK 18-1863
datum uitspraak: 15 juni 2018

Beschikking

in de zaken van

de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,hierna te noemen de Raad,
gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2003 te [geboorteplaats minderjarige] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder] , hierna te noemen de moeder, wonende te Rotterdam,

[naam stiefvader] , hierna te noemen de stiefvader, wonende te Rotterdam.

Het verdere procesverloop

Het blijkt uit de volgende stukken:
met betrekking tot de zaaknummers: C/10/552375 en C/10552377
  • de beschikking van de kinderrechter van deze rechtbank van 12 juni 2018;
  • de instemmende verklaring van 14 juni 2018 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper;

met betrekking tot zaaknummer: C/10/552520

- het verzoek met bijlagen van de Raad van 14 juni 2018, ingekomen bij de griffie op 14 juni 2018.
Op 15 juni 2018 heeft de kinderrechter de zaken ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige] , die ook apart gehoord is, bijgestaan door mr. I. Saey,
- de moeder,
- de stiefvader,
- een vertegenwoordigster van de Raad, mw. [naam vertegenwoordigster 1] ,
- de vertegenwoordigsters van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), mw. [naam vertegenwoordigster 2] en mw. [naam vertegenwoordigster 3] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder en de stiefvader.
[voornaam minderjarige] verblijft bij Yulius te Barendrecht.
Bij beschikking van 12 juni 2018, geregistreerd onder de zaaknummers: C/10/552375 en C/10/552377, is [voornaam minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld voor de duur van drie maanden en is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van vier weken. De behandeling van de zaak is voor het overig verzochte aangehouden.

De verzoeken

met betrekking tot de zaaknummers: C/10/552375 en C/10552377
De Raad heeft de ondertoezichtstelling verzocht van [voornaam minderjarige] , voorafgegaan door de voorlopige ondertoezichtstelling voor de duur van drie maanden. Tevens heeft de Raad een spoedmachtiging verzocht om [voornaam minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van vier weken. Daarnaast is verzocht om aansluitend een machtiging te verlenen voor verblijf in een gesloten accommodatie voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling.
met betrekking tot zaaknummer: C/10/552520
De Raad heeft verzocht een machtiging tot plaatsing van [voornaam minderjarige] te verlenen bij Yulius GGZ vanaf 14 juni 2017 tot 17 juni 2018.

Het standpunt van verzoeker

De Raad heeft zijn verzoeken gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn ernstige zorgen om de sociaal-emotionele ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . [voornaam minderjarige] is naar aanleiding van een suïcidepoging recent met een rechterlijke machtiging opgenomen bij Yulius te Barendrecht. [voornaam minderjarige] kent een belaste voorgeschiedenis en daarnaast is sprake van emotieregulatie-problematiek, een hechtingsstoornis, reactieve depressieve klachten en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. [voornaam minderjarige] vindt het lastig om mee te werken met de geboden hulpverlening, die gericht is op haar emotie en gemoedstoestand. Zij is hierdoor meermalen weggelopen uit de instelling. Omdat zij zich aan de hulpverlening onttrekt, vindt de Raad het noodzakelijk dat [voornaam minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp wordt geplaatst, teneinde haar de hulp te kunnen bieden die zij nodig heeft. Schakenbosch zou gezien haar problematiek een passende instelling zijn. Na indiening van het spoedverzoek is gebleken dat [voornaam minderjarige] pas op 17 juni 2018 bij Schakenbosch kan worden geplaatst. Nu een tussentijdse plaatsing elders niet in haar belang wordt geacht, verzoekt de Raad ter overbrugging van die dagen een machtiging tot plaatsing van [voornaam minderjarige] bij Yulius GGZ te Barendrecht. Een overbrugging bij de ouders thuis acht de Raad niet aan de orde, gezien het bestaande wegloopgevaar en het feit dat [voornaam minderjarige] niet naar de ouders luistert.
De Raad betreurt het dat vandaag niet de juiste verklaring gedragswetenschapper beschikbaar is. De Raad heeft dit pas gisteren van de GI vernomen.

Het standpunt van belanghebbenden

De moeder en stiefvader hebben te kennen gegeven het beste met hun dochter voor te hebben. [voornaam minderjarige] heeft hulp nodig en de moeder en de stiefvader willen alles doen om te zorgen dat zij die hulp kan krijgen. Het liefst zouden zij wel zien dat [voornaam minderjarige] bij hen thuis zou wonen en aldaar hulp zou krijgen.
De advocaat van [voornaam minderjarige] heeft ter zitting benadrukt dat er grote zorgen zijn om [voornaam minderjarige] en haar situatie. Zij heeft dringend hulp nodig. Het is zorgelijk dat een plaatsing van [voornaam minderjarige] bij Schakenbosch nog niet kan worden gerealiseerd en dat het kennelijk tot op heden niet is gelukt om [voornaam minderjarige] te laten onderzoeken door een gedragswetenschapper. Het risico bestaat dat zij bij Schakenbsoch wordt geplaatst, zonder dat daaraan een instemmende verklaring van een gedragswetenschapper gebaseerd op een gesprek met [voornaam minderjarige] ten grondslag ligt. De advocaat van [voornaam minderjarige] heeft voorts aangegeven dat [voornaam minderjarige] door de hele situatie veel spanning en druk ervaart en dat een overplaatsing naar Schakenbosch op een zo rustig en veilig mogelijke manier dient te verlopen. De advocaat heeft verder geopperd dat het aanvragen van een nieuwe rechterlijke machtiging in de vorm van een inbewaringstelling ook nog tot de mogelijkheden behoort, zodat [voornaam minderjarige] bij Yulius kan blijven, totdat alle formaliteiten rondom de plaatsing bij Schakenbosch op juiste wijze zijn geregeld.
[voornaam minderjarige] zelf heeft tot slot te kennen gegeven niet naar Schakenbosch te willen. Zij wil het liefst weer bij haar moeder en stiefvader worden geplaatst.

Het standpunt van de GI

De GI heeft de noodzaak voor plaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp onderschreven. De GI heeft aangegeven dat er gezien de zorgen die bestaan om [voornaam minderjarige] en de ervaring van de afgelopen periode een groot risico bestaat dat [voornaam minderjarige] zich zal onttrekken aan de hulp die zij nodig heeft. Een gesloten plaatsing is noodzakelijk om haar veiligheid en ontwikkeling te waarborgen. De GI heeft zich voorts aangesloten bij het standpunt van de Raad dat een tussentijdse plaatsing op een andere plek niet in haar belang is. Yulius is bekend met de problematiek van [voornaam minderjarige] , zodat een overbrugging aldaar in haar belang wordt geacht.
De GI heeft geen gedragswetenschapper bereid gevonden tijdig bij [voornaam minderjarige] langs te gaan.

De verdere beoordeling

Bij het verzoek machtiging gesloten jeugdhulp ontbreekt nog steeds een verklaring van een gedragswetenschapper, gebaseerd op recent en persoonlijk onderzoek van [voornaam minderjarige] . Wel heeft de Raad een instemmende verklaring overgelegd op basis van dossieronderzoek. De reden hiervan is, aldus de Raad, dat het KSCD niet in de gelegenheid was om [voornaam minderjarige] tijdig te laten bezoeken door een gedragswetenschapper; deze zal [voornaam minderjarige] pas morgen bezoeken.
Uit de instemmende verklaring (op basis van dossieronderzoek) blijkt dat [voornaam minderjarige] een zeer belaste voorgeschiedenis kent. Vanaf 2009 is hulpverlening voor haar ingezet, veelal vanuit de psychiatrie. Er is sprake van een mogelijk getraumatiseerd meisje met hechtingsproblemen, gedragsproblemen, depressieve klachten (waaronder automutilatie en suïcidepogingen, beide nog recent) en met vermoedens van persoonlijkheidsproblematiek. Op dit moment onttrekt [voornaam minderjarige] zich aan de behandeling en loopt regelmatig weg (van de behandeling). Zij zou gevaarlijke contacten via de social media hebben. Ze brengt zichzelf in onveilige situaties. Haar ouders zijn inmiddels overbelast en onmachtig in de opvoeding. De gedragswetenschapper schat thuisplaatsing of plaatsing in een open setting in als niet haalbaar.
De kinderrechter is van oordeel, gezien het wettelijke vereiste, dat uiterlijk vandaag een instemmingsverklaring op basis van persoonlijk onderzoek van [voornaam minderjarige] beschikbaar had moeten zijn. De Raad, de GI en het KSCD zijn op de hoogte van dit strikte vereiste en dienen hun werkprocessen hierop af te stemmen; plaatsing in gesloten jeugdhulp betreft immers vrijheidsbeneming van de jeugdige. Het ontbreken van de vereiste verklaring zou in beginsel moeten leiden tot opheffing van de verleende machtiging. Echter, gezien de zeer ernstige problematiek waarmee [voornaam minderjarige] kampt, het feit dat de gedragswetenschapper haar morgen (16 juni) zal bezoeken en er pas 17 juni a.s. plaats zal zijn in Schakenbosch voor [voornaam minderjarige] , zal de kinderrechter de op 12 juni 2018 gegeven machtiging gesloten jeugdhulp in stand laten en alle betrokkenen in de gelegenheid stellen hun (nadere) mening te geven op de hierna genoemde zitting.
Nu [voornaam minderjarige] niet eerder dan 17 juni 2018 geplaatst kan worden in de voor haar geschikt geachte gesloten jeugdhulp-instelling, vindt de kinderrechter het noodzakelijk dat zij de dagen tot 17 juni overbrugt op een voor haar (onder deze omstandigheden) geschikte en vertrouwde plek, te weten bij Yulius. De door de Raad daartoe verzochte machtiging zal daarom worden verleend.

De beslissing

De kinderrechter:
met betrekking tot zaaknummer: C/10/552520
verleent een machtiging tot plaatsing bij Yulius GGZ met ingang van 15 juni 2018 tot uiterlijk 17 juni 2018 betreffende [voornaam minderjarige] ;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
met betrekking tot de zaaknummers: C/10/552375 en C/10552377
houdt de beslissing van 12 juni 2018 in stand;

en alvorens verder te beslissen:

bepaalt dat het verhoor van [voornaam minderjarige] , haar advocaat, de belanghebbenden, de Raad en de GI in deze zaak zal worden voortgezet en plaatsvinden op
20 juni 2018 te 12:00 uurin het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125. De zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van [voornaam minderjarige] , haar advocaat, de belanghebbenden, de Raad en de GI;
verzoekt de Raad uiterlijk maandag 18 juni 2018 de kinderrechter (en de belanghebbenden) de verklaring van de gedragswetenschapper, die [voornaam minderjarige] met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht te doen toekomen.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van P.Y. Tang als griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2018.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.