In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en NESTexperience B.V. over de overname van een horecagelegenheid, genaamd The Mood. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.M. Hoppenbrouwers, vorderde onder andere de betaling van € 46.000,00 door NESTexperience B.V. en stelde dat NEST geen beroep kon doen op een concurrentiebeding uit de koopovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat de partijen op 1 februari 2017 een koopovereenkomst hebben gesloten, waarbij de activa en passiva van The Mood zijn overgedragen aan NEST voor een bedrag van € 150.000,00. De eiseres had een lening van € 46.000,00 aan NEST verstrekt, die nog niet was terugbetaald. NEST betwistte de vorderingen van de eiseres en voerde aan dat zij zich kon beroepen op verrekening met een boete wegens overtreding van het concurrentiebeding.
De rechtbank oordeelde dat NEST gehouden was om de overeenkomst met de gokautomaatexploitant over te nemen, en dat de eiseres geen boete verschuldigd was voor het overtreden van het concurrentiebeding, omdat zij op dat moment geen horecaonderneming dreef. De rechtbank droeg de eiseres op om tegenbewijs te leveren dat NEST een toezegging had gedaan dat het concurrentiebeding niet tegen haar zou worden ingeroepen. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiseres voor een groot deel toegewezen, inclusief de betaling van € 46.000,00 met wettelijke rente, en de verplichting voor NEST om mee te werken aan de overname van de overeenkomst met de gokautomaatexploitant, onder dwangsom.