ECLI:NL:RBROT:2018:6533

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 juni 2018
Publicatiedatum
7 augustus 2018
Zaaknummer
C/10/550081 / KG ZA 18-479
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot herstel in functie van general manager in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 juni 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en EGN Nederland B.V. [eiser] vorderde zijn onmiddellijke herstel in de functie van general manager van EGN, na zijn ontslag tijdens een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders (BAVA) op 15 maart 2018. EGN voerde verweer en stelde dat de BAVA rechtsgeldig was bijeengeroepen en dat de besluiten tot ontslag van [eiser] en benoeming van [persoon 3] als zijn opvolgster geldig waren. De voorzieningenrechter oordeelde dat er een spoedeisend belang was bij de vorderingen van [eiser], maar dat de belangenafweging in het voordeel van EGN uitviel. De voorzieningenrechter concludeerde dat de besluiten van de BAVA nietig of vernietigbaar konden zijn, maar dat het belang van EGN bij handhaving van de huidige situatie zwaarder woog dan het belang van [eiser] bij herstel in zijn functie. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van EGN, die op € 1.606,00 werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/550081 / KG ZA 18-479
Vonnis in kort geding van 13 juni 2018
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaten mrs. C.A. Segaar en T.A. Wilms te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EGN NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
advocaat mr. G.C.G. Metz te Den Haag.
Partijen zullen hierna [eiser] en EGN genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 18 mei 2018, met producties 1 tot en met 6;
  • de aanvullende productie 7;
  • de producties 1 tot en met 10 van EGN;
  • de mondelinge behandeling op 1 juni 2018;
  • de pleitnota van [eiser] ;
  • de pleitnota van EGN.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
EGN is een op 1 maart 2012 opgerichte onderneming. Zij is een netwerkorganisatie voor managers. Het business model van EGN is het verkopen van lidmaatschappen aan bedrijven en managers, en het organiseren van zogenoemde ronde tafel bijeenkomsten.
2.2.
EGN heeft een General Manager Agreement gesloten met [eiser] . Deze overeenkomst is ingegaan op 1 maart 2012. De general manager is verantwoordelijk voor de dagelijkse bedrijfsvoering.
2.3.
EGN kent een driehoofdig bestuur, bestaande uit [eiser] , [persoon 1] en [persoon 2] . De aandelen in het kapitaal van EGN worden gehouden door [eiser] Future B.V., zijnde een vennootschap van [eiser] , die een derde van de aandelen houdt, en Netværk Danmark A/S, zijnde een (Deense) vennootschap van [persoon 1] en [persoon 2] , die twee derde van de aandelen houdt.
2.4.
De statuten van EGN houden onder meer in:
Bestuur
Artikel 13
(…)
4.
Het bestuur kan in en buiten vergadering besluiten nemen. Besluiten buiten vergadering kunnen alleen genomen worden indien alle bestuurders in staat zijn gesteld een oordeel te geven over het desbetreffende voorstel.
5.
In de vergaderingen van het bestuur brengt iedere bestuurder één stem uit.
6.
Het bestuur neemt haar besluiten met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
(…)
Benoeming, schorsing, ontslag en bezoldiging van bestuurders
Artikel 15
1.
(…)
2.
De algemene vergadering is te allen tijde bevoegd om bestuurders te schorsen of te ontslaan.
3.
(…)
4.
Een bestuurder wordt in de algemene vergadering waarin zijn ontslag aan de orde komt in de gelegenheid gesteld aanwezig te zijn, het woord te voeren en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan.
(…)
Algemene vergadering van aandeelhouders
Artikel 17
1.
(…) Algemene vergaderingen van aandeelhouders worden voorts zo vaak gehouden als (i) het bestuur of (ii) een aandeelhouder daarom verzoekt.
(…)
4.
De oproeping van vergadergerechtigden geschiedt door het bestuur door middel van oproepingsbrieven welke moeten worden verzonden niet later dan op de vijftiende dag voor die van de vergadering. De oproeping mag tevens geschieden door middel van een elektronisch verzonden leesbaar en reproduceerbaar bericht (bijvoorbeeld een e-mail), verzonden naar de adressen van de vergadergerechtigden. (…)
Artikel 18
(…)
3.
Elk aandeel geeft recht op één stem. (…)
4.
(…)
5.
De besluiten van de algemene vergaderingen worden genomen met gewone
meerderheid van de uitgebrachte stemmen, (…)
6.
(…)
7.
Een algemene vergadering van aandeelhouders, waarin het gehele geplaatste kapitaal vertegenwoordigd is, kan mits met algemene stemmen, wettige besluiten nemen ook al zijn de voorschriften met betrekking tot het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
2.5.
Bij brief van 28 februari 2018 heeft [persoon 2] , namens EGN, aandeelhouder [eiser] Future B.V. en bestuurder [eiser] opgeroepen voor een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders (hierna: BAVA) op 15 maart 2018. De brief is in persoon aan [eiser] Future B.V. en [eiser] overhandigd. De in de brief opgenomen agenda bevat onder meer de volgende agendapunten:
(…)
3.
to discuss the negative results of performance by Mr. [eiser] as a director and to give Mr. [eiser] the opportunity to render his advice and comments thereupon;
4.
to decide upon possible dismissal of the director Mr. [eiser] ;
5.
to appoint Mrs. [persoon 3] as a director of EGN Nederland B.V.;
(…)
2.6.
Bij de BAVA van 15 maart 2018 waren onder anderen aanwezig aandeelhouders [eiser] Future B.V. en Netværk Danmark A/S en bestuurder [eiser] . [eiser] is in de gelegenheid gesteld het woord te voeren. Vervolgens is gestemd over het voorstel om [eiser] te ontslaan als bestuurder van EGN. Ook is gestemd over het voorstel om [persoon 3] te benoemen tot bestuurder van EGN. [eiser] Future B.V., die een derde van de aandelen houdt, heeft tegen deze voorstellen gestemd. Netværk Danmark A/S, die twee derde van de aandelen houdt, heeft voor deze voorstellen gestemd. Beide voorstellen zijn dus aangenomen met een meerderheid van stemmen.
2.7.
Bij brief van 21 maart 2018 heeft de advocaat van EGN [eiser] bericht dat EGN de General Manager Agreement, op grond van artikel 14, per 31 mei 2018 beëindigt en dat het loon van [eiser] tot die datum zal worden doorbetaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
hem met onmiddellijke ingang te herstellen in de functie van General Manager van EGN en hem in de gelegenheid te stellen de bedongen en gebruikelijke werkzaamheden te verrichten met alle faciliteiten en bevoegdheden die hij uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst en positie mocht en mag genieten, en hem de toegang te verschaffen tot het bedrijfspand van EGN en alle bedrijfssystemen, en te bepalen dat EGN een dwangsom verbeurt als zij het vonnis op dit punt niet naleeft;
EGN te verbieden uitvoering te geven aan het besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders van 15 maart 2018 (waarbij onder ‘het besluit’ blijkbaar, zo volgt uit de ter zitting door [eiser] gegeven toelichting op de dagvaarding, moet worden verstaan de met elkaar samenhangende besluiten over het ontslag van [eiser] en de benoeming van [persoon 3] tot zijn opvolgster, opmerking voorzieningenrechter),
een en ander met veroordeling van EGN in de proceskosten en de buitengerechtelijke
kosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.2.
EGN voert verweer en concludeert tot afwijzing van het gevorderde, met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
3.3.
Op de voor de beoordeling van de vorderingen van belang zijnde stellingen van partijen wordt hierna ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het, niet door EGN betwiste, spoedeisend belang bij het gevorderde vloeit voort uit de aard van de vorderingen.
4.2.
[eiser] legt het volgende aan zijn vorderingen ten grondslag.
De tijdens de BAVA op 15 maart 2018 genomen besluiten tot ontslag van [eiser] als bestuurder en benoeming van [persoon 3] tot zijn opvolgster zijn nietig, althans vernietigbaar. Uit de statuten van EGN volgt dat een BAVA wordt gehouden als het bestuur daarom verzoekt. Dit vereist een bestuursbesluit. Aan het bijeenroepen van de BAVA van 15 maart 2018 ligt geen bestuursbesluit ten grondslag. Er is niet tijdens een bestuursvergadering besloten tot het bijeenroepen van een BAVA. Uit de door EGN in het geding gebrachte verklaringen van medebestuurder [persoon 1] , de advocaat van Netværk Danmark A/S en de CEO van Netværk Danmark A/S blijkt dat [persoon 1] en [persoon 2] , als bestuurders van EGN, buiten vergadering hebben besloten tot het bijeenroepen van de BAVA. [eiser] heeft daar niet mee ingestemd. Een en ander betekent dat van een rechtsgeldig bijeengeroepen BAVA geen sprake is. Besluiten die zijn genomen op een onbevoegdelijk bijeengeroepen aandeelhoudersvergadering kunnen, op grond van artikel 2:225 BW, slechts tot stand komen met algemene stemmen en na het horen van de bestuurders. Aan deze voorwaarden is niet voldaan. [eiser] Future B.V. heeft immers niet ingestemd met het ontslag van [eiser] als bestuurder en de benoeming van [persoon 3] tot bestuurder.
Daarbij komt dat sprake is van een gebrek in de oproeping, nu de oproepingsbrief niet per post is verzonden naar het vestigingsadres van [eiser] Future B.V., maar ter hand is gesteld aan [eiser] in zijn hoedanigheid van bestuurder.
4.3.
EGN betwist dat de BAVA van 15 maart 2018 niet rechtsgeldig bijeen is geroepen. Volgens EGN berust het bijeenroepen van de BAVA wel op een bestuursbesluit. EGN wijst ter onderbouwing hiervan op de door haar in het geding gebrachte verklaringen van [persoon 1] , de advocaat van Netværk Danmark A/S en de CEO van Netværk Danmark A/S, en de brief van [eiser] van 28 februari 2018. [persoon 1] , de advocaat en de CEO hebben verklaard dat [persoon 1] en [persoon 2] in hun hoedanigheid van bestuurders van EGN EGN hebben verzocht om een BAVA bijeen te roepen, dat de CEO dit verzoek op 28 februari 2018, namens [persoon 1] en [persoon 2] , met [eiser] heeft besproken, en dat hij [eiser] daarna de oproepingsbrief heeft overhandigd. In zijn brief van 28 februari 2018 schrijft [eiser] , in reactie op de oproepingsbrief, dat hij het niet eens is met de geagendeerde onderwerpen omdat zijn eventuele ontslag niet in het belang is van EGN. Hij verzoekt [persoon 1] en [persoon 2] vervolgens om beiden aanwezig te zijn tijdens de BAVA van 15 maart 2018, zodat alle aandeelhouders aan de discussie kunnen deelnemen. EGN stelt dat hieruit volgt dat voor alle drie de bestuurders afzonderlijk sprake was van een wilsovereenstemming tot het houden van de BAVA. Bovendien hadden [persoon 1] en [persoon 2] , in het geval over het voorstel tot het bijeenroepen van een BAVA was gestemd, hoe dan ook een meerderheid van stemmen bewerkstelligd.
Daarbij komt, aldus EGN, dat [eiser] als bestuurder een direct tegenstrijdig belang had bij een besluit over het bijeenroepen van een BAVA waarop zijn mogelijke ontslag op de agenda stond, waardoor [persoon 1] en [persoon 2] , op grond van artikel 2:239 lid 6 BW, zelf konden besluiten tot het bijeenroepen van die BAVA.
Ten aanzien van de wijze waarop EGN de oproepingsbrief aan [eiser] Future B.V. en [eiser] heeft doen toekomen, stelt EGN zich op het standpunt dat uit de statuten niet volgt dat de oproepingsbrief niet persoonlijk ter hand mag worden gesteld. De stelling van [eiser] dat de oproepingsbrief per post moet worden verzonden, berust op een verkeerde lezing van de statuten, aldus EGN.
4.4.
De voorzieningenrechter is – op grond van artikel 254 Rv – in alle spoedeisende zaken waarin, gelet op de belangen van partijen, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt vereist bevoegd om deze te geven. De voorzieningenrechter moet zich bij de beoordeling van een vordering in kort geding, bij wijze van uitgangspunt, richten naar de waarschijnlijke uitkomst van een eventuele bodemprocedure. Dat betekent in dit geval dat de vorderingen alleen toewijsbaar zijn als met grote mate van waarschijnlijkheid valt te verwachten dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de tijdens de BAVA van 15 maart 2018 genomen besluiten nietig zijn (op grond van artikel 2:14 BW) dan wel vernietigd moeten worden (op grond van artikel 2:15 BW). Bovendien moeten de belangen van [eiser] bij de gevorderde voorzieningen zwaarder wegen dan de belangen van EGN bij afwijzing van de vorderingen. Overwogen wordt het volgende.
4.5.
Voor zover te verwachten valt dat in een eventuele bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de tijdens de BAVA op 15 maart 2018 genomen besluiten nietig zijn of vernietigd moeten worden en er geen betekenis toekomt aan het feit dat [eiser] ter vergadering het woord heeft gevoerd en heeft gestemd, overweegt de voorzieningenrechter het volgende.
4.6.
Met betrekking tot zijn belang bij het gevorderde herstel in de functie van general manager van EGN, heeft [eiser] bij dagvaarding aangevoerd dat hij, doordat de toegang tot de onderneming hem met onmiddellijke ingang is ontzegd, ernstige reputatieschade lijdt. Voor herstel van zijn reputatie is het noodzakelijk dat EGN hem in zijn functie van general manager terugneemt zolang er geen geldig besluit tot ontslag is, aldus [eiser] . Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiser] te kennen gegeven dat hij vanuit zijn functie als general manager zijn zakelijke relaties op de hoogte wil kunnen stellen van zijn vertrek.
4.7.
Met betrekking tot haar belang bij afwijzing van de vorderingen heeft EGN
gewezen op de redenen voor ontslag van [eiser] als bestuurder. [eiser] is ontslagen omdat de door [eiser] gepresenteerde financiële resultaten tegenvielen en omdat het gedrag en de houding van [eiser] zorgden voor een – voor de medewerkers van EGN – onprettige werkomgeving, wat een groot personeelsverloop tot gevolg had. Verder spelen voor EGN een rol dat [eiser] de financiële resultaten op een onjuiste manier heeft vastgelegd, waardoor de gepresenteerde resultaten een rooskleuriger beeld gaven dan de werkelijke resultaten, het feit dat het vertrouwen van de Deense medebestuurders – die werden belemmerd in de controle van de financiële verslaglegging omdat [eiser] wilde vasthouden aan een Nederlandstalig boekhoudsysteem – is beschaamd, het gegeven dat [eiser] zonder overleg of toestemming zijn vrouw promotie en loonsverhoging heeft gegeven (op een moment dat dit, gezien de financiële positie van EGN, ongepast was), het gegeven dat [eiser] ten onrechte privé-uitgaven op rekening van EGN heeft geboekt, het gegeven dat EGN slechts een fractie heeft terugbetaald van de lening die Netværk Danmark A/S haar heeft verstrekt, het gegeven dat [eiser] heeft nagelaten ervoor te zorgen dat EGN een adequate ongevallenverzekering heeft, en, tot slot, het obscene incident dat zich volgens een medewerker van EGN op de werkvloer heeft voorgedaan. Gezien deze omstandigheden, heeft EGN er groot belang bij dat [eiser] niet terugkeert op de werkvloer, aldus EGN. Bovendien zal toewijzing van de vorderingen slechts leiden tot uitstel van het vertrek van [eiser] , omdat in het geval een nieuw besluit van de algemene vergadering van aandeelhouders tot ontslag van [eiser] is vereist, de uitkomst hetzelfde zal zijn. [persoon 1] en [persoon 2] vormen immers een meerderheid (zowel binnen het bestuur als (via Netværk Danmark A/S) binnen de algemene vergadering van aandeelhouders) en staan beiden achter het ontslag van [eiser] .
4.8.
[eiser] stelt zich ten aanzien van de door EGN opgevoerde redenen voor zijn ontslag op het standpunt dat daar het een en ander op af te dingen valt, maar dat dit in een andere procedure aan de orde zal komen. Dat toewijzing van de vorderingen slechts leidt tot uitstel van zijn vertrek, wordt niet door [eiser] betwist.
4.9.
EGN heeft haar stellingen over het (dis)functioneren van [eiser] onderbouwd met schriftelijke verklaringen van diverse betrokkenen, de jaarstukken 2017 en notulen van bestuursvergaderingen. Op grond daarvan acht de voorzieningenrechter voorshands aannemelijk dat tijdelijk herstel van [eiser] in de functie van general manager niet in het belang is van EGN. De voorzieningenrechter kent aan het belang van EGN bij handhaving van de situatie zoals deze nu feitelijk, en inmiddels al ruim drie maanden, is meer gewicht toe dan aan het belang van [eiser] bij het treffen van de gevorderde, voorlopige, voorzieningen. Daarbij is mede in aanmerking genomen dat [eiser] op geen enkele wijze handen en voeten heeft gegeven aan zijn stelling dat hij reputatieschade lijdt, noch aan de stelling dat het voor herstel van zijn reputatie noodzakelijk is dat EGN hem in zijn functie van general manager terugneemt zolang er geen geldig besluit tot ontslag is. Hierbij komt ook dat de functie van general manager al wordt vervuld door [persoon 3] . [eiser] is tijdens de mondelinge behandeling meermalen gevraagd hoe hij zich een eventueel (tijdelijk) herstel in de functie van general manager naast [persoon 3] voorstelt, maar is het antwoord daarop schuldig gebleven.
4.10.
Een belangenafweging noopt dus tot afwijzing van de vorderingen. Een voorlopig oordeel over de geldigheid van de besluiten kan in dat geval achterwege blijven. Daarvoor is een bodemprocedure de aangewezen weg.
4.11.
[eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van EGN worden begroot op:
- griffierecht € 626,00
- salaris advocaat €
980,00
Totaal € 1.606,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van EGN tot op heden begroot op € 1.606,00,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2018.2885/2009