Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 en het onder 2 primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 47 dagen met aftrek van voorarrest en een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
4.Vrijspraak ten aanzien van feit 3
5.Waardering van het bewijs ten aanzien van de feiten 1 en 2 primair
Standpunt verdediging
“Volgens mijn herinnering hebben ze de telefoon uit mijn handen gepakt”, zodat geen sprake is van ‘afgifte’ in de zin van oplichting, maar van diefstal met geweld. Aangezien laatstgenoemd misdrijf niet ten laste is gelegd, dient vrijspraak te volgen.
hetgoed konden en
fen,
zij die bankbiljetten ontvingen, bekend was.
6.Strafbaarheid feiten
medeplegen van oplichting;
7.Strafbaarheid verdachte
8.Motivering straffen
Algemene overweging
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
47 (zevenenveertig) dagen;
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
40 (veertig) dagen.