Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden met aftrek van 104 dagen voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en bijzondere voorwaarden.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1.mishandeling
2.bedreiging met zware mishandeling
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
een vergoedingvan € 105,50 aan materiële schade en
een vergoedingvan
- [naam benadeelde 2] ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. Deze benadeelde partij vordert
- [naam benadeelde 3] ter zake van het onder 3 ten laste gelegde feit. Deze benadeelde partij vordert
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 120 dagen;
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 100,00(hoofdsom,
zegge: honderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 oktober 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van € 100,00 vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
2 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;