2.3.De samenwerking in de maatschap is vastgelegd in een maatschapsovereenkomst, waarvan de inhoud enige malen is aangepast. De laatste versie van de maatschapsovereenkomst dateert van 20 juni 2014. In deze maatschapsovereenkomst staat onder meer het volgende:
“(…)DUUR VAN DE MAATSCHAP
De maatschap wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
De maatschap wordt voor onbepaalde tijd voortgezet met een opzegtermijn van zes
maanden.
3.
Opzegging van de maatschap als bedoeld in de lid 2 van dit artikel kan uitsluitend
geschieden door middel van een aangetekend schrijven aan de andere partijen.
1.
De maatschap omvat de verloskundige praktijk, zoals deze tot op dit moment in Rotterdam
en omgeving wordt uitgeoefend door partijen (…) voor gezamenlijke rekening en in associatief verband in het pand gelegen aan de [adres] te Rotterdam, en de intentie in een dependance in Spangen. (…)
(…)PRAKTIJKUITVOERING EN WERKVERDELING
Artikel 7
(…) 8. Partijen verbinden zich buiten de eigen praktijk, zonder toestemming van de andere partij,
geen andere praktijk uit te oefenen of daarbij op enigerlei wijze betrokken te zijn, noch enige andere functies op medisch gebied te aanvaarden of te vervullen, welke naar het oordeel van de andere partijen de maatschap nadeel zouden kunnen berokkenen. (…)
(…)ONTBINDING VAN DE MAATSCHAP
Artikel 17
Ontbinding van de maatschap kan door een partij gevorderd worden:
a.
indien één van de partijen gedurende een aaneengesloten periode van een jaar of meer
arbeidsongeschikt of anderszins afwezig is geweest. Waarbij onder arbeidsongeschiktheid wordt verstaan de situatie, waarin de betrokken partij voor 25% of meer arbeidsongeschikt is verklaard op basis van de regels, welke de verzekeraar, waarbij de betrokken partij dit risico heeft verzekerd, daartoe hanteert;
indien één van de partijen over een periode van 547 dagen in totaal 365 dagen of meer,
geheel of gedeeltelijk niet in staat is geweest haar praktijk uit te oefenen;
indien op enig moment komt vast te staan, dat één van de partijen blijvend
arbeidsongeschikt of anderszins afwezig zal zijn, en daarmee blijvend verhinderd zal zijn om haar praktijk uit te oefenen;
indien daartoe gewichtige redenen bestaan. (…)
Artikel 18
De maatschap eindigt:
door opzegging als bedoeld in de lid 2 van artikel 3;
door ontbinding, conform het bepaalde in artikel 17;
door onder-curatele-stelling van één van de partijen, bij een aanvrage van surseance van
betaling betreffende één van de partijen, bij faillietverklaring van één van de partijen, alsmede bij onder-bewindstelling van één van de partijen ingevolge enige wettelijk bepaling;
door het in kracht van gewijsde gaan van een vonnis dan wel het onherroepelijk worden
van een andere uitspraak, waarbij één van de partijen de bevoegdheid wordt ontzegd om een verloskundige praktijk uit te oefenen;
door beëindiging van de overeenkomst met de zorgverzekeraar betreffende één van de
partijen;
aan het einde van het kalenderjaar, waarin één van de partijen de leeftijd van vijfenzestig
jaar bereikt;
door het overlijden van één van de partijen.
GEVOLGEN VAN BEEINDIGING VAN DE MAATSCHAP: VERREKENING EN VEREFFENING
1.
Bij beëindiging van de maatschap heeft ieder der partijen de vrije beschikking over haar
aandeel in de maatschap en dienen partijen al hetgeen zij aan de maatschap nog verschuldigd zijn respectievelijk al hetgeen zij nog van de maatschap te vorderen hebben zo spoedig mogelijk met elkaar te verrekenen.
2.
De resterende vorderingen en schulden van de maatschap dienen zo spoedig mogelijk te
worden geïnd respectievelijk betaald en in de verdeling te worden gebracht. De verdeling vindt niet eerder plaats dan drie maanden na het tijdstip, waarop de bekende schulden zijn betaald en partijen elkaar over en weer per aangetekend schrijven hebben gevrijwaard voor eventuele onbekende maatschapsschulden.
3.
Tot aan het einde van de verrekening en vereffening blijven de daarvoor in aanmerking
komende bepalingen van deze overeenkomst zoveel mogelijk van toepassing.
GEVOLGEN VAN BEEINDIGING VAN DE MAATSCHAP ANDERS DAN DOOR OVERLIJDEN: VOORTZETTING EN OVERNAME
1.
Indien bij beëindiging van de maatschap, anders dan door overlijden, één van de partijen
het haar toekomend aandeel in de praktijk niet voortzet, is zij verplicht haar aandeel in de maatschap binnen een maand na de beëindiging per aangetekend schrijven aan de andere partijen, indien deze hun aandeel in de praktijk wel voortzetten, te koop aan te bieden tegen een koopsom, welke zal worden vastgesteld met inachtneming van de dan geldende KNOV-normen
2.
In geval van beëindiging van de maatschap als gevolg van arbeidsongeschiktheid van één
van de partijen zijn de andere partijen, indien zij hun aandeel in de praktijk voortzetten, gehouden het aandeel van de arbeidsongeschikte partij over te nemen tegen een koopsom, welke zal worden vastgesteld met inachtneming van de dan geldende KNOV-normen. Partijen dragen zorg voor een zo spoedig mogelijke afwikkeling van de overname, met dien verstande dat de overnamesom binnen drie maanden na aanvaarding van de financiële jaarcijfers voldaan dient te worden.
3.
Buiten het geval bedoeld in lid 2 van dit artikel van beëindiging van de maatschap anders
dan door overlijden zijn de partijen, die het aandeel in de maatschap van de andere partij te koop krijgen aangeboden, vrij dit aanbod al dan niet te aanvaarden, met dien verstande dat zij uiterlijk binnen één maand na de datum van het aanbod per aangetekend schrijven aan de andere partij dienen kenbaar te maken of zij tot koop willen overgaan. Indien het aanbod niet binnen één maand per aangetekend schrijven door de andere partijen is aanvaard, kan de andere partij vanaf dat moment naar goeddunken over haar aandeel beschikken. Indien het aanbod binnen één maand wordt aanvaard, dragen partijen zorg voor een zo spoedig mogelijke afwikkeling van de overname, onder de voorwaarde dat de overnamesom uiterlijk binnen drie maanden na aanvaarding voldaan dient te worden. Partijen verplichten zich het praktijkdeel van de vertrekkende maat over te nemen tegen de dan geldende KNOV-normen.
4.
De partij, die haar aandeel in de maatschap aan de andere partijen overdraagt, verbindt
zich bij deze om gedurende een periode van tien jaren, te rekenen vanaf de datum van de overdracht, niet als verloskundige gevestigd te zijn of als zodanig praktijk uit te oefenen in een omtrek van 5 kilometer van het dan geldende praktijk werkgebied, noch direct of indirect bij de uitoefening van een zodanige praktijk betrokken te zijn, zulks op straffe van een dwangsom ter grootte van € 25.000,-- (zegge: vijfentwintigduizend euro) vermeerderd met € 500,-- (zegge: vijfhonderd euro) voor iedere dag dat de overtreding voortduurt, te verbeuren aan de andere partijen. Tenzij schriftelijke toestemming van de blijvende maatschapsleden is verkregen.
5.
In geval van beëindiging van de maatschap anders dan door overlijden is de partij, die het
haar toekomend aandeel in de praktijk niet voortzet, gehouden de rechten en plichten, voortvloeiend uit de inzake het(de) in artikel 4 lid 1 genoemde pand(en) gesloten huurovereenkomst(en), op het moment van het neerleggen van de praktijk over te dragen aan de partijen, die hun praktijk wel voortzetten.
of
In geval van beëindiging van de maatschap anders dan door overlijden is partij … gehouden de praktijkruimte(n) in het(de) in artikel 4 lid 1 genoemde pand(en) gedurende negen maanden, te rekenen vanaf de datum van beëindiging van de maatschap, ter beschikking te stellen aan partijen … op dezelfde voorwaarden als dit geschiedde op 1 januari, voorafgaande aan de beëindiging van de maatschap.
GEVOLGEN VAN BEEINDIGING VAN DE MAATSCHAP DOOR OVERLIJDEN: VOORTZETTING EN OVERNAME