In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 augustus 2018 uitspraak gedaan over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond hebben verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] bij Pension Maaszicht. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de moeder en de advocaat van de minderjarige aanwezig waren. De moeder heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling gesteund, terwijl de vader zijn zorgen heeft geuit over de opleiding van [voornaam minderjarige].
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] onder toezicht is gesteld en dat er eerder een gesloten machtiging was verleend. De Raad heeft het verzoek om een gesloten machtiging ingetrokken en verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van de ondertoezichtstelling. De kinderrechter heeft de positieve ontwikkeling van [voornaam minderjarige] erkend en geconcludeerd dat er geen gronden meer zijn voor een gesloten machtiging. De kinderrechter heeft de uithuisplaatsing noodzakelijk geacht in het belang van de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige].
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met ingang van 6 september 2018 tot 11 mei 2019, en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.