Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- vrijspraak van de onder 1 impliciet primair tenlastegelegde poging tot doodslag;
- bewezenverklaring van de onder 1 impliciet subsidiair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling en van de onder 2 tenlastegelegde openlijke geweldpleging;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 1 maand voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- opheffing van het bevel tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
5.Strafbaarheid feiten
1. poging tot zware mishandeling
en
2. openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vorderingen benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregelen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes maanden);
1 (één) maandniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechtbank later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 2 jaar, na te melden voorwaarden overtreedt;
€ 930,- (zegge: negenhonderddertig euro), bestaande uit € 130,- aan materiële schade en € 800,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] , te betalen
€ 930,-(hoofdsom,
zegge: negenhonderddertig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf
18 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 759,18 (zegge: zevenhonderdnegenenvijftig euro en achttien eurocent), bestaande uit € 9,18 aan materiële schade en € 750,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 759,18(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdnegenenvijftig euro en achttien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
15 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 729,75 (zegge: zevenhonderdnegenentwintig euro en vijfenzeventig eurocent), bestaande uit € 29,75 aan materiële schade en € 700,- aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 februari 2017 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 3] te betalen
€ 729,75(hoofdsom,
zegge: zevenhonderdnegenentwintig euro en vijfenzeventig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€729,75vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
14 dagen;toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;
€ 5.298,54 (zegge: vijfduizend tweehonderdachtennegentig euro en vierenvijftig eurocent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 4] te betalen
€ 5.298,54(hoofdsom,
zegge: vijfduizendtweehonderdachtennegentig euro en vierenvijftig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 8 februari 2017 tot aan de dag van de algehele voldoening; beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal van het bedrag van
€ 5.298,54vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
61 dagen; toepassing van de vervangende hechtenis heft de betalingsverplichting niet op;