Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[naam rechthebbende], geboren op [geboortedatum] 1942, wonende te [plaatsnaam],
1.Het verloop van de procedure
- het inleidend exploot van dagvaarding van 30 november 2017, met producties;
- het verstekvonnis van 29 december 2017;
- het verzetexploot van 26 januari 2018, met producties;
- de conclusie van antwoord in verzet, tevens houdende eisvermindering, met producties;
- het vonnis van 3 mei 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van de op 7 augustus 2018 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘Indien geen beschrijving [van het gehuurde] is opgemaakt, wordt de huurder, behoudens tegenbewijs, verondersteld het gehuurde in de staat te hebben ontvangen zoals deze is bij het einde van de huurovereenkomst.’Op grond van het overgangsrecht geldt de tweede volzin van artikel 7:224 lid 2 BW echter niet voor huurovereenkomsten die vóór 1 augustus 2003 zijn gesloten, hetgeen het geval is bij de huurovereenkomst tussen Havensteder en [naam rechthebbende]. Artikel 7A:1599 BW is van toepassing. Aan het verweer van Jay Holding q.q. wordt dan ook voorbijgegaan. Op grond van dat artikel wordt [naam rechthebbende] vanwege het ontbreken van een beschrijving van het gehuurde verondersteld, behoudens tegenbewijs, het gehuurde in goede staat te hebben aanvaard en moet hij het gehuurde in dezelfde staat terug geven aan de verhuurder. Jay Holding q.q. heeft enkel gesteld dat [naam rechthebbende] het gehuurde schoon en onbeschadigd heeft opgeleverd. Havensteder heeft haar standpunt onderbouwd met foto’s van het gehuurde, waarop te zien is dat deurkozijnen zijn beschadigd, dat wanden, muren, stopcontacten, afzuigventielen en lamellen zijn aangedaan door een gele nicotineaanslag en dat de tuin is overwoekerd. Het verweer van Jay Holding q.q. wordt daarom als onvoldoende onderbouwd gepasseerd. In rechte is daarom niet vast komen te staan dat [naam rechthebbende] het gehuurde in een goede staat heeft opgeleverd. Jay Holding q.q. is daarom een vergoeding voor de herstelkosten verschuldigd aan Havensteder.