De rechtbank overweegt ter zake als volgt. Niet in geschil is dat er een huurovereenkomst tot stand is gekomen voor de bedrijfsruimte en dat blijkens de tussen de Van Herk Groep en CBRE gesloten overeenkomst, zoals die volgt uit de inhoud van de e-mails van 13 en 14 oktober 2015, de verschuldigdheid van de courtage daarvan afhankelijk was. Daarnaast is door CBRE onbetwist gesteld dat er door haar de nodige werkzaamheden zijn verricht, zoals het onder de aandacht brengen van de bedrijfsruimte bij Wetron, het beantwoorden van vragen van Wetron door CBRE, het geven van advies over de huurprijs aan de Van Herk Groep en het voeren van (een begin van) onderhandelingen.
Verder is door CBRE aangevoerd dat zij de eerste bezichtiging met Wetron van de bedrijfsruimte heeft begeleid, waarbij zij ook in het pand is geweest. Onder verwijzing naar een e-mailbericht van Wetron van 24 oktober 2016, waarin staat dat de bezichtiging die CBRE met Wetron heeft uitgevoerd een inspectie van de buitenkant van het pand betrof, heeft de Van Herk Groep gesteld dat de eerste bezichtiging van de binnenkant van het pand niet met CBRE maar met de Van Herk Groep was. Gelet op de - in reactie hierop - door CBRE overgelegde e-mailberichten over de feitelijke gang van zaken rondom de bezichtiging op 16 oktober 2015 lag het op de weg van Van Herk Management en Vicarus om hun betwisting dat CBRE met Wetron als eerste op 16 oktober 2015 de bedrijfsruimte van binnen hebben bezichtigd, nader te onderbouwen. Nu zij dit heeft nagelaten, moet ervan uit worden gegaan dat op 16 oktober 2015 ook de binnenkant van de bedrijfsruimte bezichtigd is door Wetron, welke bezichtiging is begeleid door CBRE.
Aldus staat vast dat CBRE de nodige werkzaamheden heeft verricht die gericht waren op het tot stand brengen van een huurovereenkomst tussen de Van Herk Groep en Wetron ten behoeve van haar klant Rockwool welke huurovereenkomst zag op de bedrijfsruimte in [adres] , ingaande augustus 2016. Voor dit laatste verwijst de rechtbank naar de e-mail van 4 december 2015 van Wetron aan [persoon 1] .
Weliswaar betreft de huurovereenkomst een groter aantal vierkante meters dan daar waar CBRE met Wetron over sprak maar zoals door CBRE onbetwist is gesteld, wordt dit verschil verklaard door de omstandigheid dat de tussenvloeren in de bedrijfsruimte niet zijn verwijderd, zoals aanvankelijk wel de bedoeling was waardoor het te verhuren aantal vierkante meters ongeveer twee keer zo veel werd.
Dat de uiteindelijke huurovereenkomst pas maanden later is gesloten maakt het voorgaande niet anders, nu dit niet afdoet aan de actieve bemiddeling van CBRE in het begin van de onderhandelingen tussen Wetron en de Van Herk Groep.