ECLI:NL:RBROT:2018:7920
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de Vereniging van Eigenaren in haar vordering wegens gebrek aan machtiging
In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een rechtszaak aangespannen tegen een appartementseigenaar, [gedaagde], wegens een betalingsachterstand van de maandelijkse VvE-bijdrage. De VvE vorderde een totaalbedrag van € 1.628,83, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft echter betwist dat de VvE gemachtigd was om deze procedure te voeren, omdat er geen toestemming van de vergadering van eigenaren zou zijn verleend. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de VvE niet-ontvankelijk is in haar vordering. Dit is gebaseerd op het feit dat de VvE geen relevante documenten heeft overgelegd die de bevoegdheid van het bestuur om de rechtszaak aan te spannen bevestigen. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de toestemming voor het instellen van een rechtsvordering niet kan worden afgeleid uit een incassomandaat dat door de bestuurder aan zichzelf is verleend. De VvE is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn vastgesteld op € 300,- aan salaris voor de gemachtigde. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. R.R. Roukema op 20 september 2018.