ECLI:NL:RBROT:2018:7920

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 september 2018
Publicatiedatum
23 september 2018
Zaaknummer
6938926
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de Vereniging van Eigenaren in haar vordering wegens gebrek aan machtiging

In deze zaak heeft de Vereniging van Eigenaren (VvE) een rechtszaak aangespannen tegen een appartementseigenaar, [gedaagde], wegens een betalingsachterstand van de maandelijkse VvE-bijdrage. De VvE vorderde een totaalbedrag van € 1.628,83, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde heeft echter betwist dat de VvE gemachtigd was om deze procedure te voeren, omdat er geen toestemming van de vergadering van eigenaren zou zijn verleend. De kantonrechter heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de VvE niet-ontvankelijk is in haar vordering. Dit is gebaseerd op het feit dat de VvE geen relevante documenten heeft overgelegd die de bevoegdheid van het bestuur om de rechtszaak aan te spannen bevestigen. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat de toestemming voor het instellen van een rechtsvordering niet kan worden afgeleid uit een incassomandaat dat door de bestuurder aan zichzelf is verleend. De VvE is veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die zijn vastgesteld op € 300,- aan salaris voor de gemachtigde. De uitspraak is gedaan door kantonrechter mr. R.R. Roukema op 20 september 2018.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 6938926 CV EXPL 18-3318
uitspraak: 20 september 2018

vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

in de zaak van

de vereniging

Vereniging van Eigenaren [VVE] (oneven nummers),
gevestigd te [plaatsnaam],
eiseres,
gemachtigde: Finesse Incasso Services B.V.,
tegen

[gedaagde],

wonende te [plaatsnaam],
gedaagde,
gemachtigde: mr. H. Akbaba.
Partijen worden hierna aangeduid als VvE en [gedaagde].

Verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
het exploot van dagvaarding van 22 mei 2018, met producties;
de conclusie van antwoord, met producties;
de conclusie van repliek, met productie;
de conclusie van dupliek, met productie.

Omschrijving van het geschil

1. De feiten

1.1
[gedaagde] is sinds augustus 2017 eigenaar van een appartement aan de [straat- en plaatsnaam] en in die hoedanigheid lid van de VvE. Als eigenaar is hij een maandelijkse bijdrage van € 140,72 verschuldigd aan de VvE.
1.2
Ter zake van de maandelijkse bijdrage is een betalingsachterstand ontstaan, welke tot en met de maand mei 2018 € 1.407,20 bedroeg.
1.3
Na het uitbrengen van de dagvaarding heeft [gedaagde] een bedrag van € 1.139,37 (de achterstand over de maanden augustus 2017 tot en met februari 2018, de tot 22 mei 2017 verschenen rente en de buitengerechtelijke incassokosten) en een bedrag van € 140,72 voldaan.
2. De vordering, de grondslag en het verweer
2.1
VvE vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 1.628,83, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.407,20 vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2
Aan haar vordering legt VvE - zakelijk weergegeven - ten grondslag dat [gedaagde] zijn betalingsverplichting van de maandelijkse VvE-bijdrage niet of niet geheel nakomt. Naast een hoofdsom van € 1.407,20 vordert zij een bedrag van € 10,55 aan vastgestelde rente en een bedrag van € 255,41 aan buitengerechtelijke incassokosten. De onder 1.3 genoemde
betalingen dienen hierop in mindering te worden gebracht.
2.3
[gedaagde] betwist de vordering. VvE is niet gemachtigd tot het voeren van een procedure zodat zij niet ontvankelijk is. Daarnaast is [gedaagde] geen kosten verschuldigd. Hij heeft nooit betalingsherinneringen of aanmaningen ontvangen. [gedaagde] verkeert dus niet in verzuim en is rauwelijks gedagvaard.

Beoordeling van het geschil

3.1
[gedaagde] heeft gemotiveerd geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van VvE stellende dat een machtiging van de vergadering tot het instellen van onderhavige procedure ontbreekt. VvE betwist dit en stelt dat zij toestemming heeft verleend door middels haar bestuurder, de heer [B.], aan haar beheerder, [B.] Beheer waarvan dezelfde [B.] directeur is, een incassomandaat te verstrekken.
3.2
Artikel 5:126 lid 5 BW bepaalt dat de vereniging van eigenaars binnen de grenzen van haar bevoegdheid de gezamenlijke appartementseigenaren in en buiten rechte kan vertegenwoordigen. De grenzen van de bevoegdheid van een vereniging van eigenaars blijken hoofdzakelijk uit de statuten en het reglement. Wat in deze procedure precies de grenzen van de bevoegdheid zijn van VvE respectievelijk haar bestuur kan niet worden vastgesteld nu geen van de partijen de relevante delen van de splitsingsakte of het reglement heeft overgelegd.
Dat het bestuur de vereniging onbeperkt en onvoorwaardelijk mag vertegenwoordigen is bij een vereniging van eigenaars niet wenselijk, zeker niet als in dit geval het bestuur maar uit één persoon bestaat. De appartementseigenaar heeft in zoverre een gedwongen lidmaatschap van de vereniging van eigenaars dat hij niet vrijwillig kan toetreden, noch vrijwillig kan terugtreden. Dit maant al tot voorzichtigheid bij de vaststelling van de omvang van de bestuursbevoegdheid. Daarbij komt dat, anders dan bij een gewone vereniging, de appartementseigenaren binnen bepaalde grenzen mede hoofdelijk verbonden zijn voor de schulden van de vereniging en dat beslissingen door het bestuur als vertegenwoordiger van de vereniging als bijvoorbeeld het instellen van een rechtsvordering tot aanzienlijke verenigingsschulden kunnen leiden. De (doorlopende) toestemming in de vorm van een incassomandaat van [B.] in zijn hoedanigheid als bestuurder van de VvE aan zichzelf in hoedanigheid als directeur van de beheerder van VvE, waarop VvE in deze procedure doelt, kan dan ook niet zover strekken dat daaronder ook het instellen van rechtsvorderingen valt. VvE heeft daar een expliciete machtiging van de vergadering van eigenaren voor nodig. Nu deze ontbreekt, althans daar geen stukken van in het geding zijn gebracht noch aangeboden terwijl dit gelet op het verweer wel in de rede lag, moet het er voor gehouden worden dat VvE niet-ontvankelijk is in haar vordering.
3.3
VvE zal worden veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde], deze worden begroot op
€ 300,- aan salaris advocaat.

De beslissing

De kantonrechter:
- verklaart VvE niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt VvE in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] vastgesteld op € 300,- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
745