ECLI:NL:RBROT:2018:8020

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2018
Publicatiedatum
27 september 2018
Zaaknummer
C/10/550160 / KG ZA 18-486
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schikking tussen partijen in kort geding met betrekking tot eigendom en levering van een woning

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 10 augustus 2018, hebben partijen, eiser en gedaagde, een schikking getroffen in een kort geding. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. L.J.W. Govers, en de gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.C. Hermes, hebben gezamenlijk verzocht om de tussen hen getroffen schikking op te nemen in het vonnis. De voorzieningenrechter heeft dit verzoek ingewilligd en de schikking in het vonnis opgenomen.

De schikking houdt in dat de gedaagde, mevrouw [gedaagde], de woning aan [adres] in [woonplaats] in volledig eigendom verkrijgt voor een bedrag van € 215.000,00. De woning is belast met een hypothecaire geldlening van € 213.500,00 en een contante waarde levensverzekering van € 3.900,00, wat resulteert in een overwaarde van € 5.400,00. De heer [eiser] heeft recht op de helft van deze overwaarde, wat neerkomt op € 2.700,00. De levering van de woning dient uiterlijk op 30 september 2018 plaats te vinden, waarbij de man zijn medewerking moet verlenen aan de noodzakelijke juridische handelingen.

Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de financiële huishouding tot de levering van de woning en de termijn waarbinnen de man uit de woning moet vertrekken. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin op 10 augustus 2018.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/550160 / KG ZA 18-486
Vonnis in kort geding van 10 augustus 2018
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. L.J.W. Govers te Zoetermeer,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. A.C. Hermes te Oudenbosch.
Partijen zullen hierna (mede) [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie
  • de overgelegde producties
  • de gezamenlijke brief van partijen van 31 juli 2018, met het verzoek om de tussen hen getroffen schikking op te nemen in het vonnis.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling in conventie en reconventie

2.1.
Partijen zijn alsnog tot een schikking gekomen en zij verzoeken om deze op te nemen in het vonnis. De voorzieningenrechter zal dienovereenkomstig beslissen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt partijen tot nakoming van de tussen hen getroffen schikking, die luidt:
Partijen komen overeen als volgt:
1. De vrouw, mevrouw [gedaagde] , wonende te [woonplaats] , verkrijgt in volledig eigendom de woning staande en gelegen aan [adres]
[woonplaats] .
2. De woning zoals genoemd onder 1 wordt door haar verkregen voor een bedrag van
€ 215.000,00.
3. Met een hypothecaire geldlening groot € 213.500,00 per 01 juli 2018 en een contante waarde levensverzekering van € 3.900,00 eveneens per 01 juli 2018, beide verbonden aan de woning zoals genoemd onder 1, resteert er een overwaarde van € 5.400,00.
4. De vrouw heeft de woning in gezamenlijk eigendom met de man, de heer [eiser] , aan de heer [eiser] komt daarom bij levering van de woning aan de vrouw een bedrag toe van € 5.400,00: 2 is € 2.700,00. Het overige komt aan de vrouw toe.
5. De woning zoals genoemd onder 1. dient uiterlijk per 30 september 2018 aan de vrouw te
worden geleverd door tussenkomst van een notaris. De man is gehouden hier zijn volledige en onvertraagde medewerking aan te verlenen, evenals aan wijziging van de hypotheekakte en totstandkoming van de royementsakte, voor zover noodzakelijk. De kosten van deze passering komen voor rekening van de vrouw. Per gelijke datum verzoekt de vrouw aan ING Bank om de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid te ontslaan.
6. Tot de woning is geleverd aan de vrouw, zullen partijen de financiële huishouding voeren zoals zij dit gedurende hun affectieve relatie gebruikelijk deden. Mocht de woning inmiddels zijn geleverd aan de vrouw, maar de man is nog niet vertrokken uit de woning, dan geldt dat de man aan de vrouw een vergoeding verschuldigd is van € 115,38 per week, steeds uiterlijk op de maandag van iedere nieuwe week te voldoen op een door de vrouw aan te wijzen bankrekening, zonder vertraging, verrekening et cetera.
7. De man dient uiterlijk per 30 september a.s. uit de woning te vertrekken, met een maximale uitloop van veertien dagen.
8. Partijen dragen in goed overleg zorg voor een verdeling van de inboedel.
3.2.
bepaalt dat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 10 augustus 2018. [1]

Voetnoten

1.[2517/2009]