In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Famed B.V. en een minderjarige gedaagde. Famed B.V. vorderde betaling van een openstaande factuur van € 459,81, die voortkwam uit tandheelkundige behandelingen die de gedaagde had ondergaan op 13 september 2016. De gedaagde, die ten tijde van de behandelingen zeventien jaar oud was, betwistte de betalingsverplichting en stelde dat haar ouder verantwoordelijk was voor de betaling, aangezien de zorgverzekeraar de kosten had vergoed aan haar ouder.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde op het moment van de behandeling een behandelingsovereenkomst was aangegaan met de tandarts en dat zij, ondanks haar minderjarigheid, aansprakelijk is voor de uit deze overeenkomst voortvloeiende verbintenissen. De rechter verwierp het verweer van de gedaagde dat haar ouder verantwoordelijk was voor de betaling en oordeelde dat de gedaagde zelf verantwoordelijk was voor de betaling van de nota. De vordering van Famed werd toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op een totaal van € 200,51 aan verschotten en € 120,00 aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.