Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.de vereniging [eiser] PERSONEEL,
[eiser 1],
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding
- de overgelegde producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van BVPP c.s.
- de akte eiswijziging (eisvermeerdering) van BVPP c.s.
- de pleitnota van de OR.
2.De feiten
Reglement van de ondernemingsraad Belastingdienst/Douane Nederland.” In dit reglement staat onder meer,
- dat de aanname dat de OC DSP geen enkele functie meer wenst te hebben, pertinent onjuist is,
- dat men zijn taak en bevoegdheden als lid van de OC niet kan neerleggen en niet heeft neergelegd,
- dat men zich als door de achterban gekozen lid verantwoordelijk voelt en niets liever wil dan de belangen van de achterban en de Douane te behartigen,
- dat de OR juist om steun wordt verzocht,
- dat samen met de OR naar een oplossing kan worden gezocht waarin de OR en de OC DSP zich kunnen vinden om uit de impasse te komen, waarbij het opschorten van het overleg met de directie heroverwogen zou kunnen worden.
3.Het geschil
4.De beoordeling
douanepersoneel, maar slechts van
postpersoneel. Dit - op art. 3:305a lid 1 BW gestoelde - verweer faalt in ieder geval jegens [eiser 1] en [eiser 2] . [eiser 1] en [eiser 2] procederen niet namens BVPP maar in een andere hoedanigheid, namelijk omdat zij lid zijn/ waren van de OC DSP. Als BVPP niet- ontvankelijk zou zijn, dan nog zijn [eiser 1] en [eiser 2] wel ontvankelijk.
ondernemerbezwaar kan hebben tegen het voornemen van de ondernemingsraad om een commissie in te stellen en dat in een gerechtelijke procedure daarover de kantonrechter die kwestie niet marginaal, maar vol dient te toetsen (HR 25 maart 1994, NJ 1994/486). Het gaat hier niet om een ondernemer. Het gaat hier (mede) om een geschil tussen (leden van) twee medezeggenschapsorganen binnen een onderneming die allebei democratisch zijn gekozen. Een ondernemer is dat niet.
management by intimidation.” De onder ‘de feiten’ geciteerde brief van de Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel van 23 november 2016 bevat hiervoor een serieuze indicatie. In deze procedure kan echter niet worden vastgesteld of daadwerkelijk sprake is van management by intimidation, alleen al niet omdat de directie van DSP hier geen partij is. Wat hiervan echter ook zij, de wens van de OR om het overleg met de directie DSP (tóch) in stand te willen houden is niet onbegrijpelijk. Het is in beginsel niet aan de voorzieningenrechter om te bepalen wanneer voor een ondernemingsraad of commissie de maat vol zou moeten zijn in het overleg met de directie. De wens van de OR om het overleg te continueren dient daarom gerespecteerd te worden.