2.19.[deskundige] heeft zijn bevindingen neergelegd in een rapport d.d. 16 juni 2018 (productie 6 bij dagvaarding). Dit rapport luidt onder meer:
"
Eigen bevindingen
Aan de hand van onderstaande bevindingen heb ik geconcludeerd dat de gepresenteerde
schadeoorzaak (glyfosaat in het bassin door kwaadwilligheid) door verzekerde en Rechtsbijstand
onjuist is.
Ik heb tijdens mijn eerste bezoek geconstateerd dat het ras Merlice slappe bladeren in de kop laat zien
en soms de hele kop slap (zie foto’s in de bijlage). Daarnaast ook een lichte mate van getordeerd blad
(zie foto’s in de bijlage). Ook kleine nieuwe dieven onderin de plant laten dit beeld zien. Het cherryras DRC 564 laat slechts een enkel slap blaadje zien, maar wel in sterke mate verbrand blad in de kop (zie foto’s in de bijlage). Geen enkele plant lijkt wortelproblemen te ondervinden. (...)
Uit de literatuur is ook bekend dat glyfosaat het eerste te zien is in de groeipunten (overgang van
chlorotisch blad naar vergeling en tenslotte necrotisch blad en stengel). Dit schadebeeld ontstaat
primair door contactwerking via het blad en stengels en secundair via opname door de wortels.
Glyfosaat is een onkruidbestrijder die ingrijpt op de synthese van bepaalde aminozuren in de plant.
Glyfosaat blokkeert de vorming van aromatische aminozuren. Deze blokkade uit zich in chlorose en
necrose.
Een ronde om de kas heen (volgens de route die de medewerker ook heeft gelopen tijdens de
spuitwerkzaamheden) laat zien dat het onkruid op 3 mei 2016 al in sterke mate is vergeeld en
verbrand (zie foto’s in de bijlage) waardoor het afsterft. Daarnaast is bij enkele onkruiden ook een
kronkeling in de kop waarneembaar (zie foto’s in de bijlage). Dit beeld komt overeen met een
schadebeeld door herbiciden, zoals glyfosaat en MCPA. Een analyse van het onkruid naast afdeling 7-8 bevestigt dat er naast glyfosaat ook MCPA en fluroxypyr is gebruikt (zie bijlage analyses SGS).
Tevens is er in de analyse van het drainwater op 21 april door GAC een lage concentratie van MCPA
gevonden. Op het moment van monstername door SGS (en wederom GAC) op 26 april was
verzekerde drainwater aan het lozen en waarschijnlijk ook de dagen ervoor sinds de recirculatiestop
van 20 april (zie bijlage interview verzekerde). Hierdoor is het mogelijk dat MCPA nadien niet meer is gemeten (onder detectiewaarde gebleven). Uit zowel het interview met verzekerde als met de
medewerker blijkt dat zij volharden in het feit dat er slechts 1 middel is gespoten. Gezien de analyse
van het onkruid kan dit echter niet juist zijn.
Volgens de analyses van SGS (zie bijlage) op 26 april is er geen glyfosaat en AMPA gevonden in
bassin 19 en bassin 29. Beide bassins zijn dus schoon verklaard. Ook Eurofins bevestigt (in opdracht
van naastgelegen bedrijf kwekerij Céline) dat bassin 19 vrij is van glyfosaat en AMPA. Uit de literatuur is ook bekend dat AMPA een afbraakproduct (metaboliet) is van glyfosaat. Zowel glyfosaat (DT5O3,4-3,8 dagen in water) als AMPA (DT5O = 2-5 dagen in water) hebben een halfwaardetijd (DT5O).
GAC meet een schoon bassin 19 op 26 april, terwijl er op 21 april nog 2,5 ɱg/l glyfosaat is gemeten.
Volgens DT5O glyfosaat zou er op 26 april grofweg nog een waarde tussen 0,6 en 1,0 ɱg/l gemeten
moeten worden, maar dat is niet het geval. Verder is het onmogelijk dat GAC op 26 april een waarde
glyfosaat meet van <0,1 in het voedingswater (dagvoorraadbak), terwijl alle voorliggende bronnen
(bassin 19, bassin 29, hemelwater 21 en schoon drainwater respectievelijk <0,1 /0,39 / 0,15 / 1,7)
meten. Dit kan onmogelijk door menging van de verschillende waterbronnen zijn ontstaan. De analyses van GAC zijn daarmee onbetrouwbaar geworden.
Verder is het zeer onwaarschijnlijk dat twee bassins van twee verschillende eigenaren (bassin 19 en
bassin 29) op hetzelfde moment (dan wel binnen een kort tijdsbestek tussen 21 en 26 april) door
kwaadwilligheid vervuild zouden zijn geraakt. Bassin 19 is goed bereikbaar via de [adres] ,
maar bassin 29 ligt tussen de kassen van De Poel en [adres] in. Dit bassin is niet vanaf de
Munnikenweg te zien, maar wel via een paadje langs silo’s en een sloot te bereiken. Uit de analyses
van GAC blijkt op 21 april dat de waarde glyfosaat in het drainwater 2x zo hoog is als in bassin 19. En op 26 april is het verschil tussen vuil- en schoondrainwater en bassin 29 zelfs 4x zo hoog. Dit is in
beide gevallen onmogelijk als de DT5O voor alle waterbronnen gelijk is. Ik betwist wederom de
resultaten van GAC.
Volgens SGS is er 0,25 ɱg/l glyfosaat gemeten in [adres] op 26 april 2016 en een AMPA
waarde onder detectieniveau. Op diezelfde dag meet SGS 0,29-0,32 ɱg/l glyfosaat in het vuil- en
schoondrainwater. Dergelijke waardes binnen dezelfde range als het hemelwater uit silo 21 zijn logisch te verklaren met eenzelfde DT5O binnen het interne watercircuit van de tomatenteelt. Het is
aannemelijk dat glyfosaat (en MCPA) via drift tijdens de bespuitingen op 30 maart 2016 op het kasdek terecht is gekomen en daarna in [adres] . Het water uit deze silo wordt gebruikt als
voedingswater na toevoeging van meststoffen en ontsmet recirculatiewater. Het gewas neemt steeds
een gedeelte glyfosaat op en via het drainwater wordt het restant in een later stadium hergebruikt.
Hierdoor blijft de aantasting van het gewas langzaam doorgaan, zoals ik tijdens mijn bezoeken heb
geconstateerd.
Nu vaststaat dat bassin 29 & bassin 19 schoon zijn van glyfosaat en er geen braakschade aan het
gebouw is ontstaan, moet de vervuiling van het water in [adres] van het kasdek zijn
gekomen. Uit het Proces Verbaal en de verklaring van 3 mei is geen concrete aanwijzing gekomen
voor een dader die uit kwaadwilligheid jegens De Poel gehandeld zou hebben. Volgens de verklaring
van de medewerker op 18 mei 2016, hebben de spuitwerkzaamheden op 30 maart 2016 tussen 10.00
en 12.00 uur plaatsgevonden. De windrichting was op dat moment west en windkracht 7-9 m/s. Echter, de maximale windstoten hebben tussen de 12-14 m/s gelegen. Dergelijke windsnelheden komen overeen met krachtige tot harde wind. Hierdoor is het goed te verklaren dat er tijdens de
spuitwerkzaamheden via drift diverse herbiciden op het kasdek van afdeling 7-8 en 1-6 terecht zijn
gekomen vanwege het open stuk land aan de kant van de Munnikenweg. Terugrekenend met een
DT5O van glyfosaat en een analyse van 0.25 ɱg/l op 26 april 2016, kom ik op een geringe hoeveelheid van 18-140 ml glyfosaat dat op het kasdek gegooid zou moeten zijn indien daadwerkelijk sprake zou zijn geweest van een daad van kwaadwilligheid. Enerzijds is dat bijna niet mogelijk zonder ladder en anderzijds is dergelijke geringe hoeveelheid onwaarschijnlijk. Een te verwachten hoeveelheid bij kwaadwilligheid zou een fles Roundup of een can Glyfos kunnen zijn met meer dan een liter inhoud.
Daarnaast komt het schadebeeld in de kas overeen met een geringe mate van verontreiniging.
De registratie van het middelenverbruik (zie bijlage registratie chemie) is onjuist en onvolledig te
noemen aan de hand van de volgende bevindingen. Volgens de inkoopfactuur van 2015 is er op 26
mei 5 liter MCPA en 5 liter Glyfos ingekocht, maar volgens de registratie staat de voorraad van MCPA op 1 januari 2016 op nul. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat er in een halfjaar 5 liter MCPA is verbruikt. Daarnaast is bekend dat het reguliere gebruik van glyfos 20 ml per liter is. Volgens de verklaring van de medewerker zou dit dan neerkomen op 5x20 ml x 5 bespuitingen is 500 ml klaargemaakte spuitvloeistof. En verder blijkt uit een foto van de jerrycan glyfos op 3 mei 2016 dat de inhoud ongeveer 4,1 liter is in tegenstelling tot de registratie 3,9 liter.
Ik betwist de inhoud van het rapport van [persoon 4] onder andere aan de hand van de volgende
bevindingen van hem: De symptomen aan het gewas zijn niet veroorzaakt door MCPA en daarom
buiten beschouwing gelaten. MCPA is in geringe mate wel een veroorzaker van het schadebeeld. In de redenatie dat er 0,39 ɱg/l glyfosaat in bassin 29 zou hebben moeten zitten is in basis al onjuist en
aangevuld met de verklaring van 3 mei kan dit nooit leiden tot 2,5-5,0 liter glyfos in het bassin. Er is
een rekenfout gemaakt (factor 100 te hoog), waardoor er maximaal 25-50 ml glyfos aanwezig geweest zou kunnen zijn in het bassin. Daarnaast is de schadeberekening (schatting) erg onzorgvuldig door op voorhand geen rekening te houden met extra kosten en uitgespaarde kosten.
Op basis van bovenstaande bevindingen is aangetoond dat de schade aan het gewas niet is ontstaan
door verontreiniging van het voedingswater door een daad van kwaadwilligheid, maar
hoogstwaarschijnlijk is veroorzaakt door spuitwerkzaamheden van de medewerker.
Conclusies
• Het tomatengewas is in beperkte mate aangetast door een lichte concentratie glyfosaat en
MCPA. Het gewas groeit door en gaat niet volledig dood (zoals het onkruid rondom de kas wel
dood gaat). Het is denkbaar dat het gewas zou kunnen gaan herstellen indien het drainwater
stelselmatig wordt geloosd en door de halfwaardetijd de aanwezige stoffen worden afgebroken.
• Bassin 19 en bassin 29 zijn vrij van glyfosaat volgens SGS. De gemeten waardes door GAC op
21 en 26 april komen niet overeen met de geldende halfwaardetijd. Daarnaast komt de meting
van het voedingswater door GAC niet overeen met de waardes die gemeten zijn in
voorliggende waterbronnen en na menging tot een bepaalde waarde moeten leiden die hoger is
dan de gemeten waarde in het voedingswater. Tenslotte is het onmogelijk dat de gemeten
waardes glyfosaat in het drainwater door GAC hoger liggen dan de bassinwaardes bij een
gelijke DT50 in diverse waterbronnen. De metingen van GAC zijn daarom onbetrouwbaar.
• Kwaadwilligheid is zeer onwaarschijnlijk vanwege bereikbaarheid bassin 29, simultaniteit
vermeende verontreiniging bassin 19 en 29, geringe gereconstrueerde hoeveelheid glyfosaat
en bereikbaarheid van het kasdek anders dan door drift.
• Zonder concrete aanwijzing voor een dader en zonder braakschade aan het gebouw in
combinatie met schone bassins moet de verontreiniging van [adres] van het kasdek
gekomen zijn. Door aanzienlijke windstoten tijdens de bespuiting van het onkruid rondom de
kas, zijn er hoogstwaarschijnlijk door drift herbiciden op het kasdek terecht gekomen.
• De registratie van het middelenverbruik weerspiegelt geen realistisch beeld van de
werkelijkheid voor wat betreft Glyfos en MCPA.
• Het rapport van Agro Expertise Buro bevat een cruciale rekenfout en een onvolledige
schadeberekening."