Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het onder zaak-/rolnummer C/10/540093 / HA ZA 17-1131 gewezen vonnis van 7 februari 2018 van deze rechtbank, sector handel, waarbij de zaak is doorverwezen naar de kantonrechter;
- het vonnis van 7 februari 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de brief van 17 april 2018 namens Van der Tuin, met producties;
- het proces-verbaal van de op 25 april 2018 gehouden comparitie van partijen.
2.De vaststaande feiten
3.De vordering
- [gedaagde] is jegens Van der Tuin tekortgeschoten in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen om conform de offerte van Van der Tuin aan Hotel Emma de elektrische installaties per hotelkamer voor zijn rekening te nemen. Tot zesmaal toe zijn de werkzaamheden afgekeurd omdat deze niet aan de standaard kwaliteitsnorm (NEN1010) voldeden. De opleveringsdatum, uiterlijk op 9 april 2016, is niet gehaald omdat de elektrische installatie niet was goedgekeurd. Van der Tuin heeft [gedaagde] verzocht en gesommeerd de herstelwerkzaamheden zo spoedig mogelijk uit te voeren. Diverse malen heeft [gedaagde] het afgekeurde werk ‘hersteld’ maar dit werd telkenmale afgekeurd. Omdat het werk niet voldeed aan de NEN1010-norm, heeft het hotel geen (brand) verzekering kunnen afsluiten
- Subsidiair stelt Van der Tuin zich op het standpunt dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld. Hij heeft beroepsfouten heeft gemaakt, door niet te handelen als vakbekwaam elektricien, waarvoor hij zich wel voordeed. Tot zesmaal toe hebben Van der Tuin en Hotel Emma [gedaagde] in de gelegenheid gesteld om de foutief uitgevoerde werkzaamheden, welke een gevaarlijke situatie opleverde, te herstellen. Hierdoor kon het werk niet door keurende instanties worden goedgekeurd en was Hotel Emma niet verzekerd.
- Van der Tuin heeft door dit tekortschieten/onrechtmatig handelen schade geleden die voor rekening van [gedaagde] komt. Het betreft een totaalbedrag van € 16.587,80 (ex BTW) bestaande uit diverse facturen betreffende door derde uitgevoerde herstel- en extra werkzaamheden, (extra) eigen kosten van Van der Tuin en de door haar aan Hotel Emma vergoede schade, minus de onbetaald gelaten factuur van [gedaagde] ad € 2.257,50 (ex BTW), derhalve in totaal een bedrag van € 17.339,66 (incl BTW).
- [gedaagde] is aansprakelijk gesteld voor deze schade en gesommeerd deze te voldoen. [gedaagde] heeft hierop niet gereageerd. [gedaagde] is voorts de buitengerechtelijke incassokosten aan Van der Tuin verschuldigd.
4.Het verweer
- Partijen zijn niet overeengekomen dat [gedaagde] zou werken conform de NEN1010-norm. De bewijslast terzake rust op Van der Tuin. De bij dagvaarding overgelegde brief van 18 oktober 2015 kan niet als bewijs dienen, aangezien deze brief door Van der Tuin valselijk is opgemaakt. Van der Tuin heeft de brief van [gedaagde] van 14 oktober 2015 (productie 4 bij antwoord) herschreven en zonder goedkeuring van [gedaagde] naar Emma Hotel gezonden. In de brief van 14 oktober 2015 werd geen melding gemaakt van de NEN1010-norm. Nergens blijkt uit dat NEN-norm is overeengekomen met Emma Hotel. NEN1010 is bovendien ook geen standaard, maar een richtlijn waaraan partijen zich kunnen conformeren. Vast staat dat [gedaagde] niet kan worden aangemerkt als gecertificeerd bedrijf. Van der Tuin was daarvan op de hoogte. Desalniettemin heeft Van der Tuin [gedaagde] ingeschakeld en heeft daarmee willens en wetens in strijd gehandeld met de afspraken die zij zelf met Hotel Emma had gemaakt.
- [gedaagde] heeft deugdelijk werk verricht. Er is door de uitgevoerde werkzaamheden geen gevaarlijke situatie ontstaan. De werkzaamheden in de andere kamers waren van een overeenkomstige kwaliteit als de (goedgekeurde) proefkamer.
- Subsidiair stelt [gedaagde] zich op het standpunt voor zover er sprake zou zijn van een tekortkoming deze niet toerekenbaar is. Van der Tuin heeft eerder met [gedaagde] gewerkt en wist dat [gedaagde] niet over de verlangde certificaten beschikte. [W.] diende de kwaliteit te waarborgen. Van der Tuin heeft [W.] ter besparing van de kosten niet meer ingeschakeld. De gevolgen daarvan komen voor haar rekening en risico. Van onrechtmatig handelen is evenmin sprake: Van der Tuin wist dat [gedaagde] niet gecertificeerd was en het door hem geleverde werk was deugdelijk.
- Meer subsidiair stelt [gedaagde] zich op het standpunt dat er geen causaal verband bestaat tussen de (gestelde) tekortkoming door [gedaagde] en de geclaimde schade. De schade is ontstaan door het besluit van Van der Tuin om werkzaamheden te laten uitvoeren door een niet gecertificeerde elektricien. De kosten die samenhangen met het alsnog goedgekeurd krijgen van het werk volgens de niet overeengekomen NEN-norm, komen voor rekening en risico van Van der Tuin. Zij heeft immers besloten [W.] niet meer in te schakelen, die wel over de benodigde certificering beschikte.
- Uiterst subsidiair betwist [gedaagde] de hoogte van de gestelde schade. De kosten van de herstelwerkzaamheden zijn onduidelijk en onvoldoende gespecificeerd. Er is geen specificatie overgelegd van de kosten van rechtsbijstand. Nergens blijkt uit dat en welke schikking er is getroffen met Hotel Emma. Tevens is er sprake van eigen schuld aan de zijde van Van der Tuin. Zij heeft niet voldaan aan haar schadebeperkingsplicht door pas nadat de installatie zesmaal was afgekeurd een gecertificeerd elektricien in te schakelen.