Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 maart 2017 met producties 1 tot en met 19;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] , met producties 1 tot en met 6;
- de brief van de rechtbank van 21 februari 2018, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de zittingsagenda van 12 juni 2018;
- de akte houdende overlegging producties tevens houdende wijziging van eis (in conventie) tevens conclusie van eis (de rechtbank leest: antwoord) in reconventie van de zijde van [verweersters] , met productie 20;
- de beantwoording vragen ten behoeve van comparitie tevens akte houdende eisvermeerdering van de zijde van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] , met producties 7 tot en met 9;
- de van de zijde van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] ten behoeve van de comparitie van partijen ingediende productie 10;
- de akte houdende overlegging producties van de zijde van [verweersters] , met producties 21 en 22;
- het proces-verbaal van comparitie van 12 juli 2018;
- een brief van 19 juli 2018 namens [verweersters] met een reactie op het proces-verbaal;
- een brief van 25 juli 2018 namens [gedaagde 2] en [gedaagde 3] met een reactie op het proces-verbaal;
- een brief van 9 augustus 2018 namens [verweersters] met een reactie op de brief van 25 juli 2018 van [gedaagde 2] en [gedaagde 3] .
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie en in reconventie
€ 6.005,00(2,5 punten × tarief € 2.402,00)